Wetsvoorstel VS voor opt-out

America Online en Hewlett-Packard hebben gisteren in de Amerikaanse senaat gepleit voor een wetsvoorstel dat voorziet in opt-out bij het verstrekken van persoonlijke gegevens. Volgens dit principe mogen mensen met reclame benaderd worden, totdat ze aangeven hier niet van gediend te zijn. In Nederland speelt momenteel ook een discussie over het benaderen van internetters met reclameboodschappen via e-mail.

Tweede Kamerlid Bert Bakker heeft vragen gesteld aan betrokken ministeries, waaronder het Ministerie van Economische Zaken, over de richtlijn van de DMSA. De richtlijn wordt door verschillende bronnen geïnterpreteerd als een vrijbrief om aan spamming (het ongevraagd toezenden van e-mailreclame) te gaan doen.

De DMSA is ietwat verbolgen over die interpretatie. Op de eigen website verklaart de vereniging dat er geen sprake is van een losstaand initiatief. Er is overleg geweest binnen de SER (Sociaal Economische Raad), de Consumentenbond is erbij betrokken en de Stichting Reclame Code gaat toezien op naleving van de richtlijn, aldus de DMSA. In samenwerking met andere belangenorganisaties (zoals de Amerikaanse en de Britse DMA's) heeft de DMSA een 'antwoordnummer' ingesteld, waarop mensen kunnen aangeven geen e-mail te willen ontvangen.

Het doel van de DMSA was om vooruitlopend op wetgeving te voorzien in een richtlijn; het was voor de Consumentenbond reden om de afspraken te onderschrijven, hoewel de bond in principe voor een verbod op 'spamming' is. Mocht de richtlijn niet werken, zo stelt de bond, dan wordt overgegaan op 'opt-in', waarbij iemand moet aangeven of hij gediend is van e-mailreclame. De DMSA ontkent dat daarover een afspraak is gemaakt.

Vorige week maakten Amerikaanse organisaties op het gebied van dm en e-mailmarketing bekend ook te kiezen voor opt-out. Dit in reactie op belangengroep Responsible Electronic Communication Alliance, die daarvoor gepleit had om opt-in te hanteren.

Gisteren stonden beide partijen tegenover elkaar in de senaat. Voorstanders van strengere regulering waren bezorgd over de gegevens die websites gaan bijhouden over hun bezoekers. Volgens Ecommercetimes hoorden ondermeer AOL senior vice-president for global policy George Vradenburg III zeggen dat "internet zich pas goed kan ontwikkelen als consumenten zich er veilig voelen." Toch pleit AOL voor minder strikte wetgeving op het gebied van privacy, aangezien er "een balans gevonden moet worden tussen privacy en de wens van consumenten voor personalisatie, customization en andere spannende toepassingen van het interactieve medium."

Overigens circuleren er meerdere wetsvoorstellen binnen de senaat over opt-in of opt-out, waarbij sommige voorstellen – meer gericht op privacy tijdens het surfen – uitgaan van een verbod op het vastleggen van persoonlijke gegevens, tenzij de bezoeker daarvoor toestemming heeft gegeven. De website zou in dat geval eerst om die toestemming moeten vragen.