Europese partijen scoren onvoldoende op Digitale Vrijheidswijzer

Amsterdam, 7 mei 2014 — Van de acht Nederlandse partijen die kans maken op een plek in het Europees Parlement, scoort een meerderheid een onvoldoende op het gebied van digitale burgerrechten. Dat blijkt uit de Digitale Vrijheidswijzer voor de aankomende Europese verkiezingen. De wijzer is vandaag door burgerrechtenorganisatie Bits of Freedom gelanceerd op de website ep2014.bof.nl.
De wijzer is gebaseerd op de Europese verkiezingsprogramma’s van de acht partijen die kans maken op een plek in het Europees Parlement. Standpunten uit die programma’s zijn getoetst op basis van zeven criteria, zoals “geen nieuwe bewaarplicht” of “bescherm persoonsgegevens”. Het programma van GroenLinks scoorde het hoogst, op de voet gevolgd door D66. De PVV kwam als slechtste uit de bus.
“In het Europees parlement wordt in toenemende mate over jouw privacy en communicatievrijheid besloten.” zegt Hans de Zwart, directeur van Bits of Freedom. De Vrijheidswijzer maakt voor de kiezers overzichtelijk welke partij de bescherming van digitale burgerrechten het hoogst op de agenda heeft staan. Ook is er gekeken naar de persoonlijke inzet van kandidaten. “Door in dit stadium al na te denken over grondrechten als privacy, kan een nieuw debacle als ACTA worden voorkomen.” aldus De Zwart.
Naast de Digitale Vrijheidswijzer, kunnen privacybewuste kiezers ook terecht bij de Europa-brede campagne WePromise. Via de website wepromise.eu kunnen Kandidaat-Europarlementariërs een handvest voor digitale grondrechten ondertekenen en beloven om zich in te zetten om deze rechten te beschermen. Kiezers kunnen op hun beurt beloven te stemmen op kandidaten die hun handtekening onder het handvest hebben gezet. Tot nu toe hebben 20 Nederlandse kandidaten dit gedaan. Deze persoonlijke betrokkenheid met digitale rechten is ook meegenomen in het eindoordeel van de Digitale Vrijheidswijzer.
Dit artikel is een ingezonden bericht en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.