Industry Wire

Geplaatst door Radboud Universiteit

Game helpt basisschoolleerlingen woordjes leren

Radboud-onderzoekers gaan een leermethode ontwikkelen waarmee leerlingen op de basisschool woordjes kunnen leren. De methode is gebaseerd op resultaten uit hersenonderzoek naar het leren van taal. Het NWO Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek heeft 600.000 euro subsidie toegekend aan het project.

Het leren van woorden en het opbouwen van een woordenschat is van groot belang voor de leesvaardigheid en de dagelijkse communicatie. Uit eerder onderzoek weten we dat onze hersenen woorden opslaan op basis van gelijkenissen in spelling (bed-bes), uitspraak (leeuw-spreeuw) en betekenis (leeuw-tijger). Woorden die dus qua spelling, uitspraak of betekenis op elkaar lijken, lijken ook op elkaar qua activatie in het brein.
Onze hersens lijken dat opslaan taalonafhankelijk te doen: woorden uit verschillende talen komen bij elkaar terecht, afhankelijk van hun gelijkenis (bijvoorbeeld Engels-Nederlands: tiger-steiger).

SchematischeWeergaveSpel

Kennis uit dit hersenonderzoek wordt nu niet gebruikt bij taalonderwijs. Woorden leren en woordenschat opbouwen gebeurt nog steeds vooral via teksten en alfabetische lijsten, zonder dat daarin deze kennis verwerkt is. De serious game MindSort moet daar verandering in brengen.

Kaarten voor betekenis en spelling

Frank Leoné, onderzoeker bij het Donders Instituut van de Radboud Universiteit, is de initiator van de subsidieaanvraag en bedenker van MindSort, oorspronkelijk in zijn startup Marbelous Minds. Leoné: ‘Vergelijk het met Memory, maar in plaats van het opsporen van twee identieke kaarten, gaat het om het combineren van kaarten voor betekenis en spelling. Je moet dus een plaatje van een leeuw zoeken en het woord leeuw. Belangrijk hierbij is dat de plaatjes en woorden niet willekeurig in een raster worden gelegd, zoals bij Memory. In plaats daarvan worden ze gesorteerd op gelijkenis; dus het plaatje van een leeuw naast dat van een tijger en het woord leeuw naast spreeuw, want dat is hoe wij denken dat het brein werkt. Hierdoor kunnen we intelligente feedback geven aan de scholier over hoe dicht hij of zij bij het goede antwoord zit, maar ook over de mogelijke oorzaak van eventuele fouten. We kunnen het spel en woordenlijsten hieraan aanpassen. Ook geeft het ons inzicht in hoe we kennis over het brein mogelijk in kunnen zetten in het onderwijs.’

De onderzoekers gaan MindSort, waarvan ook een materiële versie zal verschijnen, testen bij basisschoolleerlingen uit groep 4. In totaal zijn zeven onderzoekers bij het project betrokken, dat ongeveer vier jaar gaat duren.

Het onderzoek wordt geleid door Harold Bekkering, hoogleraar Sociaal-Cognitieve Neurowetenschappen. Bekkering onderzoekt aan het Behavioural Science Institute (BSI) en het Donders Instituut hoe onze hersenen leren. Op dit moment richt hij, samen met onder meer Frank Leoné, een innovatiehub op voor het onderwijs, waar intensief zal worden samengewerkt met scholen, bedrijven en andere kennisinstellingen.

Al eerder maakte Bekkering zich sterk voor een betere benutting van uitkomsten uit modern neurowetenschappelijk onderzoek. Hij schreef De lerende mens en is een van de genodigden voor het rondetafelgesprek ‘curriculumherziening in het primair en voortgezet onderwijs’ op donderdag 13 april in de Tweede Kamer.

Dit artikel is een ingezonden bericht en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.

Deel dit bericht