LinkedIn opent profielenplatform voor ontwikkelaars

LinkedIn zet de deuren open voor externe ontwikkelaars. Vanaf begin 2008 kunnen leden de diensten gebruiken. Voorbeelden zijn chat- of VoIP-toepassingen.

In de Verenigde Staten tekent zich een strijd af om de gunsten en aandacht van de gebruikers van dit profielensites.

Reid Hoffman, de lijvige oprichter van LinkedIn, maakt aan ZDnet bekend dat zijn profielensite vanaf volgend jaar een innovatiever platform moet worden. Achter de schermen werken de techneuten van zijn private bedrijf aan de openstelling van de technische infrastructuur. LinkedIn is een zakelijk georiënteerde profielensite. Anders dan sites als Hyves in Nederland en MySpace en Facebook in Amerika is LinkedIn een vrij passieve omgeving. Gebruikers publiceren hun persoons- en contactgegevens op de site en leggen verbindingen met mensen die ze kennen. Van dynamische openbare onderlinge communicatie is weinig sprake.

Om de site een dynamischer karakter te geven, stelt het bedrijf zijn platform voor derden open. Bedrijven als Amazon.com, eBay, Google en Yahoo publiceerden in de afgelopen jaren verscheidene API's. Ontwikkelaars kunnen hiermee data extraheren uit deze websites en in hun eigen webdiensten vervlechten. Dat levert bijvoorbeeld gepersonaliseerde zoekmachines op basis van Google-technologie op en voorraadbeheersystemen voor eBay. LinkedIn kiest laat zijn data echter niet extraheren, maar wil diensten van derden integreren in zijn eigen site.

Angst voor jonge concurrent?

De beslissing van LinkedIn is schijnbaar recentelijk genomen, gezien de nog lange ontwikkeltijd die het bedrijf nodig heeft. Marktkenners speculeren erop dat LinkedIn zijn beslissing mede baseert op het besluit van profielensite Facebook om diens platform open te stellen voor derden. Facebook kent een actievere gebruikersgroep, ook in het bedrijfsleven. Ontwikkelaars kunnen sinds begin juni 2007 terecht op Facebook.

Tot de mogelijke nieuwe toepassingen op LinkedIn behoren onder meer directe chat- en belverbindingen tussen mensen die elkaar op het platform kennen. Evengoed valt te denken aan persoons- of bedrijfspresentaties die vanuit videosites in profielpagina's worden vervlochten, of het delen van agenda's met zakelijke relaties.

Reacties op openstelling

Internetondernemer en -adviseur Stowe Boyd verwoordt zijn mening met: "Er is één aspect aan LinkedIn dat nooit goed is geweest. Het is een geheel van zakelijke processen dat gedeeltelijk is geautomatiseerd op basis van een grote database met visitekaartjes", gebruikers kunnen bekenden aan derden introduceren en vacatures voorleggen. "Maar het is geen plaats waar je naartoe gaat om relaties te leggen of onderhouden." Daar ontbreekt volgens Boyd de dynamiek voor.

Blogger Nick O'Neill, intensief volger van Facebook.com, denkt dat LinkedIn laat is met zijn besluit. Hij stelt dat het op Facebook reeds mogelijk is om aan nauwe relaties meer persoonlijke informatie te tonen dan aan vage kennissen. "En als ze het ook nog mogelijk zouden maken om een onderscheid te maken tussen persoonlijke en zakelijke relaties dan zou dat wel eens het einde van de meeste andere sociale netwerksites kunnen betekenen."

In Nederland is Yme Bosma, van Media Republic, een nauwlettend volger van profielensites in binnen- en buitenland. Hij stelt: " De gecentraliseerde databases met netwerkrelaties zullen hopelijk sneller dan we denken iets van het verleden zijn." Bosma meent dat het gebruikers van profielensites niet primair te doen is om de site zélf, maar om de sociale verwantschap en onderlinge communicatie.

In een ander bericht op zijn persoonlijke weblog schrijft hij: "Succesvolle social networks worden gedreven door een context, een context die meestal belangrijker zal zijn dan de social networking dienst zelf. Er zijn echter vele contexten te bedenken waarvoor een social network als feature relevant kan zijn".

Identiteit gericht uitbesteden

Het open, niet-bedrijfsgebonden initiatief OpenID gaat ervan uit dat niet bepaalde websites, maar de burger zelf eigenaar is van zijn persoonsinformatie en sociale en zakelijke relaties. Verscheidene organisaties omarmden de technologie. Zo kunnen internetklanten van de Amerikaanse provider AOL, bijvoorbeeld, met een en hetzelfde account inloggen op verscheidene andere sites, zoals Technorati, Digg, Netvibes en WordPress.

Vorige week werd bekend dat LinkedIns Europese tegenhanger, Xing.com, de Spaanse profielensite Neurona.com heeft overgenomen. Hiermee wil het van oorsprong Duitse Xing zijn internationale positie verder uitbouwen.

Sinds vorig jaar doen speculaties de ronde als zou Yahoo de site Facebook.com over willen nemen. Die gesprekken leidden afgelopen jaar echter niet tot actie. Onduidelijk is of Yahoo zich alsnog bezint op een overname.

Bron foto: bbleeker, overgenomen volgens Creative Commons-licentie