-

Aansprakelijkheid vergt meer dan boze brief

Niet iedere samenwerking verloopt zoals partijen in eerste instantie voor ogen hebben. Maar het is niet altijd verstandig om zomaar iemand aansprakelijk te stellen.

Soms valt het mee en is het probleem overkomelijk. Soms kan er echter flinke schade ontstaan, en escaleert de samenwerking in een niet-werkbare situatie. Het liefst zou je de tekortschietende partij direct aansprakelijk willen houden voor alle schade die je hebt geleden.

Boze brief is niet voldoende
Volgens de wet mag je niet zomaar schadevergoeding eisen of een overeenkomst ontbinden. Meestal moet je de tekortschietende partij, ook wel de schuldenaar genoemd, nog een mogelijkheid geven om alsnog zijn afspraken na te komen. Een ‘boze brief’ waarin de schuldenaar enkel wordt verzocht of gesommeerd om alsnog na te komen is ook niet voldoende. De schuldenaar moet namelijk daadwerkelijk de mogelijkheid hebben om zijn tekortkomingen te herstellen, en hij moet weten wát hij moet herstellen. De wet stelt dat de schuldenaar een deugdelijke ingebrekestelling moet zijn verstuurd.

Dat betekent dat de schuldenaar wordt gewezen op wat de gebreken zijn en dat hij binnen een bepaalde, redelijke termijn deze gebreken moet herstellen. De schuldenaar moet daadwerkelijk in de mogelijkheid zijn om de gebreken te herstellen: een te korte termijn is dus niet genoeg. Ook is het aan te raden om heel specifiek aan te geven wat de gebreken exact zijn, zodat de schuldenaar zich er later niet op kan beroepen dat hij niet wist wat er van hem werd verwacht.

Voldoet de ingebrekestelling aan de wettelijke vereisten en komt de schuldenaar alsnog niet na, dan is hij – juridisch gezegd – in verzuim. In dat geval kan de bevoegdheid ontstaan om schadevergoeding te eisen en/of om de overeenkomst te ontbinden. Of dat daadwerkelijk het geval zal zijn, zal vooral afhangen van de feiten en omstandigheden van het geval.

Uitzonderingen
Je kunt je echter voorstellen dat een ingebrekestelling niet altijd nuttig is. Zo is het onmogelijk om een schuldenaar nog een herstelmogelijkheid te bieden om een schilderij te leveren als het schilderij in een brand is verwoest. In zulke gevallen zegt de wet dat nakoming ‘blijvend’ (of soms tijdelijk) onmogelijk is en kan een ingebrekestelling achterwege blijven.

Ook geeft de wet aan dat verzuim in sommige gevallen van rechtswege intreedt. In die gevallen is ook geen ingebrekestelling vereist. Denk daarbij aan het overschrijden van een fatale termijn (zoals de situatie waarin een bruidstaart een dag na de bruiloft wordt bezorgd); het niet volledig nakomen van een verplichting uit onrechtmatige daad of schadevergoeding; of wanneer uit een mededeling van de schuldenaar kan worden afgeleid dat deze niet na zal komen.

Redelijkheid en billijkheid
Deze lijst is niet uitputtend bedoeld. In sommige gevallen kan een ingebrekestelling op grond van de redelijkheid en billijkheid achterwege blijven, en soms is het beroep op het ontbreken van een ingebrekestelling in strijd met de redelijkheid en billijkheid. Een voorbeeld uit de rechtspraak is het geval waarin de strekking van de ‘boze brief’ in de gegeven omstandigheden duidelijk moet zijn geworden aan de schuldenaar: herstel van de gebreken.

Boze brieven kunnen in veel situaties bijzonder nuttig zijn. Het kan schadelijke situaties zodanig escaleren dat de ernst ervan (eindelijk) doordringt tot de tekortschietende partij. Maar om juridisch gezien ook de juiste rechtsmiddelen (schadevergoeding, ontbinding) te kunnen inzetten is het wel vereist om de boze brief op de juiste manier aan te kleden. Met alleen boos zijn red je het meestal niet…

*) Auteur Wouter Dammers is advocaat bij SOLV advocaten

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond