-

Digitaal contracteren: Casus Nederlandse Energie Maatschappij

Een consument sluit via de website van de Nederlandse Energie Maatschappij (NEM) een contract voor de levering van energie. De aanmelding is door de NEM per post bevestigd. De NEM stelt zich dan ook op het standpunt een overeenkomst te hebben gesloten voor de levering van energie op het adres van deze consument. De rekeningen van de NEM voor de energielevering worden door deze consument niet betaald. De levering van energie wordt vervolgens gestopt en de NEM heeft een eindafrekening gestuurd. Ook deze eindafrekening wordt niet betaald. De NEM stapt daarom naar de rechter.

De consument is het niet eens met de eindafrekening en stelt dat er nooit een contract voor energielevering is gesloten. Volgens de consument had iemand anders haar aangemeld voor de energieleveranties. De consument zelf was daarvan niet op de hoogte.

Totstandkoming overeenkomst
De vraag is volgens de rechter of er een overeenkomst tussen de consument en de NEM tot stand is gekomen. Volgens de hoofdregel van artikel 6:217 BW komt een overeenkomst tot stand door een aanbod en een aanvaarding daarvan. De rechter overweegt dat het voor het tot stand komen van een overeenkomst noodzakelijk is dat de identiteit van de contractpartijen duidelijk moet zijn en dat de NEM (mede) daarom een elektronische ontvangstbevestiging naar de consument had moeten sturen.

Ontbindingsbevoegdheid
Op het moment dat de NEM vergeet een elektronische ontvangstbevestiging te sturen, kan de consument de overeenkomst ontbinden. De verplichting voor de NEM om een elektronische ontvangstbevestiging te sturen staat in artikel 6:227c lid 2 BW. Zolang die ontvangstbevestiging niet is verstuurd, kan de consument de overeenkomst ontbinden. Een ontbinding heeft in principe als gevolg dat de consument de al wel ontvangen energie terug moet geven aan de NEM. Vanzelfsprekend is dit onmogelijk. Een ontbinding kan in de praktijk soms dan ook een hoop gedoe opleveren. Dat is ook de reden waarom in veel contracten de ontbindingsbevoegdheid is beperkt of zelfs geheel is uitgesloten. Hoe dan ook, mocht u zich ooit hebben afgevraagd waarom u altijd een ontvangstbevestiging krijgt wanneer u iets via internet bestelt, dan is dat dus de reden. Het beperken van de ontbindingsmogelijkheid.

Vernietigingsbevoegdheid
Wanneer een overeenkomst wordt vernietigd, dan wordt de overeenkomst geacht nooit te hebben bestaan. Artikel 6:227c lid 1 bepaalt dat de NEM bij digitale dienstverlening passende, doeltreffende en toegankelijke middelen ter beschikking moet stellen waarmee de wederpartij (in dit geval de consument) voor de aanvaarding van de overeenkomst van door haar eventueel niet gewilde handelingen op de hoogte kan raken en deze daardoor zonodig kan herstellen. Denk daarbij aan een onbedoelde muisklik of een typefout. Het idee hierachter is om te voorkomen dat er ongewild een overeenkomst tot stand komt. Indien de NEM de bovenstaande verplichting niet is nagekomen, dan wordt vermoed dat de overeenkomst onder invloed daarvan tot stand is gekomen, aldus lid 5 van artikel 6:227c BW.

De consument kan in dat geval de overeenkomst vernietigen. Voor partijen die handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf geldt deze vernietigingsbevoegdheid niet zonder meer. Artikel 6:227c BW is van regelend recht zodat hiervan bij overeenkomst kan worden afgeweken. Ten aanzien van  consumenten is artikel 6:227c van dwingend recht en kan er dus niet van worden afgeweken. De rechter heeft in deze zaak uiteindelijk geoordeeld dat er helemaal geen overeenkomst tussen de NEM en de consument tot stand is gekomen. De consument had het aanbod van de NEM nu eenmaal niet aanvaard.

Digitaal contracteren: de beste stuurlui staan aan wal
Deze uitspraak laat zien dat zelfs een professioneel bedrijf als de NEM bij digitale dienstverlening steken kan laten vallen. Mocht u zich ook bij de NEM willen aanmelden, dan zult u nu ongetwijfeld een digitale ontvangstbevestiging naar uw mailbox toegezonden krijgen. U weet nu waarom. Mocht u zelf een webwinkel hebben, vergeet dan niet om bij een digitale bestelling in ieder geval ook een digitale ontvangstbevestiging te sturen.

Uitspraak van 14 januari 2014 van de rechtbank Overijssel

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond