KPN naar rechter voor privacy persoonsgegevens

KPN heeft de voorzieningenrechter (CBb) gevraagd om lasten onder dwangsom van toezichthouder ACM te schorsen. De toezichthouder wil dat KPN persoonsgegevens bekend maakt, maar het telecombedrijf wil bij de rechter uitsluitsel krijgen over het kader waarbinnen persoonsgegevens aan toezichthouders verstrekt moeten worden.

In een tweetal gevallen heeft KPN besloten de persoonsgegevens in door ACM opgevraagde documenten te anonimiseren of om hier enkel inzage in te geven, zonder dat de gegevens schriftelijk worden verstrekt. In deze gevallen is het verstrekken van persoonsgegevens volgens KPN niet relevant voor de taakuitoefening door ACM en moet dus het belang van de privacybescherming van medewerkers en klanten zwaarder wegen.

KPN heeft ACM diverse malen gevraagd waarom de toezichthouder persoonsgegevens van medewerkers- en/of klantgegevens opvraagt, ook wanneer daar in het kader van een onderzoek, naar mening van het telecombedrijf, geen direct belang bestaat. Tot op heden heeft ACM het telecombedrijf deze verduidelijking niet gegeven.

De telco werkt naar eigen zeggen altijd mee aan informatieverzoeken van de toezichthouder. De wet stelt echter grenzen aan de bevoegdheden van ACM om informatie op te vragen. Achtergrond van het standpunt van KPN is dat er een reëel risico bestaat dat deze persoonsgegevens via Wob-verzoeken of gerechtelijke procedures openbaar worden, ook al zijn deze personen zelf geen onderwerp van het onderzoek en is er geen sprake van een overtreding van wetgeving.