Eén voor allen, allen voor één

Technologie die een koppeling legt tussen aanbieder en afnemer moet contentsyndicatie eenvoudig maken. Het Nederlandse OOip hoopt er een groot deel van de markt mee te veroveren. Door Jan Libbenga

In de Verenigde Staten zie je in regionale kranten vaak dezelfde columns en strips staan. Dat is geen toeval, want ze worden besteld bij grote distributeurs of syndicaten. Het mes snijdt zo aan twee kanten: een striptekenaar of columnist bereikt een groter publiek en de afnemers krijgen een goedkoper product.

Inmiddels is het fenomeen ook tot het World Wide Web doorgedrongen. Bedrijven als Screaming Media en iSyndicate leveren inhoudelijke producten van Associated Press, Reuters, CBS, Time Warner en United Press International aan een ieder die er voor wil betalen. Websites kunnen zo het eigen aanbod verrijken met nieuws, horoscopen, sportuitslagen, spelletjes of strips. Lang niet altijd hoeft voor deze informatie betaald te worden. Soms gaat het om gegevens die verwijzen naar een andere site. De informatie-aanbieder, zeg een CNN of Time Warner, betaalt de partnersite in dat geval voor de hoeveelheid verkeer die wordt gegenereerd. Dat model wordt al jaren gehanteerd voor banneradvertenties.

De distributie van de informatie is in veel gevallen volledig geautomatiseerd. Zo neemt de software van iSyndicate alleen de tekst en de plaatjes van de site van CNN over, maar bijvoorbeeld niet de advertenties.

De belangstelling voor dergelijke diensten is groot. Online reisbureaus kunnen reistips aanbieden zonder dat ze daarvoor extra personeel hoeven in te huren. Hetzelfde geldt voor computerbedrijven als IBM, die technologienieuws op hun site kunnen publiceren. Websyndicaten leveren ook aan websites waar gebruikers hun eigen nieuws kunnen samenstellen, zoals Yodlee , Moreover.com, Octopus.com en OnePage.com .

Zonder servers

In Nederland hoopt OOip een belangrijk deel van deze nog nauwelijks ontgonnen markt te veroveren. Het Amsterdamse bedrijfje, dat nauw gelieerd is aan ideeënontwikkelaar Moonfield, heeft een technologie ontwikkeld waarmee webgebruikers vrij simpel informatie van andere sites op hun eigen webpagina's kunnen zetten. In feite wordt met OOip (de afkorting staat voor Object Oriented Internet Protocol) een koppeling gelegd tussen aanbieder en afnemer, zonder dat de laatste daarvoor software hoeft te installeren. Twee verwijzingen in de HTML-code zijn voldoende om de technologie te activeren. Ook aan de kant van de aanbieder hoeven geen servers geplaatst te worden. "Wij fungeren zelfs niet als intermediair", zegt initiatiefnemer Martin de Jong. "Bij ons staat geen server die het verkeer regelt."

Wanneer informatie wordt 'ge-OOip-ed', blijft de informatie bij de bron: de informatieaanbieder houdt volledige controle over zijn informatie. Op het moment dat de aanbieders zijn gegevens aanpast, verandert elke 'copie'- het OOiP object- op het internet automatisch mee. De Jong: "Zodra je ergens een server tussenzet krijg je vertragingen, je moet dan wachten voordat de pagina met de toegevoegde informatie volledig is geladen."

YahOOip

De Jong kwam op het idee voor OOip toen hij nog voor uitgeverij Wegener werkte aan City Online, het webportaal voor regionale kranten, dat wegens gebrek aan succes werd opgeheven. "De kranten hadden hun eigen redacties, maar een deel van de inhoud, zoals weer en verkeer, moest worden gedeeld. Organisatorisch was dat erg lastig, omdat de gegevens op allerlei manieren verstuurd moesten worden en dat ging nogal eens mis. We zochten toen eigenlijk al naar een technologie waarmee we gegevens automatisch konden distribueren."

OOip is voor niet-commerciële doeleinden gratis te gebruiken. Iedereen die een deel van zijn homepage zou willen distribueren, kan dat straks doen. De Jong wil een Yahoo-achtige pagina gaan opzetten waar iedereen zijn OOip objecten kan aanbieden. Voor inkomsten is het bedrijf dan ook op zakelijke toepassingen aangewezen. Er komen twee contracten: een voor 'one to one'-diensten, waarbij de ene partij de ander informatie levert, en een voor 'one to many'-oplossingen, waarbij de aanbieder informatie naar meerdere afnemers 'verstuurt'. Zo zou Philips zijn leveringsvoorwaarden voor partners die Philips-apparatuur online verkopen, automatisch kunnen aanpassen. Als er veranderingen zijn, hoeft geen e-mail te worden verstuurd.

Alternatief voor advertenties

Het is de bedoeling dat de dienstverlening wordt uitgebreid, bijvoorbeeld met speciale filters die Engelstalige informatie zouden kunnen vertalen. De technologie zal begin volgend jaar in gebruik worden genomen, waarbij eerst een proeftraject zal worden doorlopen. Omdat OOip zelf geen inhoudelijke producten zal aanbieden, wordt samenwerking gezocht met informatieaanbieders, waaronder het Amerikaanse syndicaat YellowBrix, het voormalige NewsReal.

De grote vraag is natuurlijk of webexploitanten ruimte willen vrijmaken voor inhoudelijke producten waar ze voor moeten betalen. Op de website zouden immers ook advertenties verkocht kunnen worden. Maar volgens De Jong levert de webadvertentiemarkt niet zoveel meer op. "Banneradvertenties zijn niet populair meer."