Elk bedrijf heeft een engel nodig

Durfkapitalisten durven steeds minder bij niet-gevestigde bedrijven. Hun rol wordt overgenomen door een bont gezelschap onder de gezamenlijke noemer Business Angels, zoals blijkt uit 'Every Business Needs An Angel'.

Ze duiken overal op: de business angels of privé-financiers die bedragen tussen de 100.000 en een miljoen dollar in startende bedrijven steken. In 1999 was dat privé-kapitaal in de Verenigde Staten aangegroeid tot dertig miljard dollar, tegen twaalf miljard een jaar daarvoor. De Verenigde Staten tellen niet minder dan 300.000 business angels en nog eens 3,4 miljoen miljonairs die met enige regelmatig naar investeringskansen kijken. Toch gaat het allerminst om een nieuw verschijnsel. Uitvinder Alexander Graham Bell maakte reeds dankbaar gebruik van privé-kapitaal, en ook Henry Ford heeft ooit gewoon geld moeten lenen. Bedrijven als Apple en Amazon.com waren zonder angel money niet eens van de grond gekomen.

Angels lijken de taak te hebben overgenomen van durfkapitalisten, die zich steeds vaker op volgroeide bedrijven richten. Uit het boek van John May en Cal Simmons blijkt dat angels een bont gezelschap vormen. Uiteraard zitten er self made millionairs tussen, maar ook hi-tech pioniers die het klappen van de zweep kennen, management consultants, directeuren van bedrijven en mensen uit het onroerend goed. Daarnaast zijn er de lucky angels, mensen die de jackpot gewonnen hebben, en met hun geld geen raad weten.

De auteurs hebben zelf al vijftien jaar ervaring als business angel. Ze maken deel uit van The Dinner Club, een van die organisaties in de VS die onder het genot van een diner jonge entrepreneurs met ambities aanhoren en vaak ter plekke investeringsbeslissingen nemen, al dan niet gevolgd door due diligence (boekenonderzoek).

The Dinner Club opereert in Washington DC, waar volgens de auteurs veel meer door business angels wordt geïnvesteerd dan elders in de VS, maar soortgelijke clubs zijn in andere grote Amerikaanse steden ook te vinden, evenals in andere delen van de wereld. Een van die clubs ? Capital Investors ? bestaat louter uit topmannen van grote bedrijven als America Online, MCI WorldCom en The Washington Post.

Beschermengel

Een beetje starter hoopt evenwel op een guardian angel, iemand die behalve geld ook kennis kan inbrengen. Zo'n investering wordt meestal aangeduid als 'warm geld'. Daar staat 'koud geld' tegenover, investeringen van angels die de interesse in de onderneming verliezen zodra de papieren ondertekend zijn.

Sommige starters zijn wat huiverig om met angels in zee te gaan. Ze willen niet door een ervaren ondernemer aan het handje worden genomen. In de praktijk komt dat echter zelden voor: de meeste financiers willen zich juist niet met de dagelijkse beslommeringen bemoeien.

May en Simmons richten zich dan ook met name op ondernemers die willen weten hoe zij business angels moeten benaderen, hoe zij zich op hun 'auditie' moeten voorbereiden en hoe zij de waarde van hun onderneming realistisch kunnen inschatten. Er staan allerlei voorbeelden in van ondernemers die financiering kregen of werden afgewezen. Afwijzen is volgens de auteurs part of the game. Een beetje entrepreneur laat zich er niet van door de wijs brengen, en stapt hoopvol naar een volgende business angel.

Toch waarschuwen de auteurs ook voor overspannen verwachtingen. Een snelle exit ? verkoop of beursgang ? komt maar in één procent van de gevallen voor. Of zoals een angel het in het boek formuleert: "Je stuurt ook niet je zevenjarige dochter het baseballveld op om haar pro te laten worden." l

Every Business Needs An Angel. Door John May en Cal Simmons. Uitgeverij: Crown Business. ISBN 0 609 60778 2. Prijs 25,95 dollar.

Aanvulling

Op de boekenpagina van Emerce 25 werd in de bespreking van 'Blink' van Francisco van Jole gesteld: "Bitmagic was zijn idee, maar Van Jole werd aan de kant gezet toen zijn team zijn naargeestige stemmingen niet langer kon verdragen." Voor alle duidelijkheid: deze zin is een interpretatie van een passage in het boek 'Op zoek naar de heilige graal' van Michiel Frackers, dat op dezelfde boekenpagina werd besproken.