Deel dit artikel
-

Glasvezel: fundering voor nieuwe digitale diensten maakt eindelijk tempo

Het gaat ineens heel snel met de aanleg van glasvezel in Nederland. De uitrol is aanzienlijk opgeschaald en er komt steeds meer glasvezel in grotere aaneengesloten gebieden binnen gemeentes. Als alle plannen doorgaan, zou heel Nederland al voor 2030 op glasvezel kunnen worden aangesloten, zo verwacht toezichthouder ACM. En dat lijkt ook nodig, met het oog op nieuwe digitale diensten.

Waar er in 2019 nog ongeveer honderdtachtigduizend huishoudens op glasvezel werden aangesloten, is dat aantal in 2020 gestegen tot ongeveer vijfhonderdduizend. In totaal beschikken ongeveer 3,7 miljoen van de acht miljoen huishoudens in Nederland nu over een glasvezelaansluiting, zo blijkt uit recente cijfers.

Er zijn verschillende oorzaken voor deze versnelling. De coronacrisis heeft het belang van hoogwaardige telecomnetwerken verder benadrukt, aangezien vele Nederlanders noodgedwongen al meer dan een jaar vanuit de thuisomgeving werken of onderwijs volgen.

Daarnaast heeft de uitrol van glasvezel zich verplaatst van de buitengebieden naar de stedelijke gebieden, waaronder ook de grotere steden. Zo ligt er nu glasvezel in delen van Den Haag en Amsterdam. Anders dan voorgaande jaren betreft dit ook niet langer alleen maar nieuwbouwwijken.

Verschillende partijen hebben plannen voor verdere grootschalige uitrol van glasvezel aangekondigd. Daarbij loopt KPN voorop. Het bedrijf heeft de afgelopen jaren een strategische keuze gemaakt om netwerken niet buiten de bebouwde kom in de grond te leggen, maar zich juist te focussen op steden.

In meer dan drie miljoen woningen en bedrijven is op dit moment een glasvezelaansluiting van dochterbedrijf KPN NetwerkNL aanwezig. In de komende jaren komt daar ieder jaar minimaal een half miljoen nieuwe aansluitingen bij. In de loop van 2026 is in ieder geval in minimaal tachtig procent van de woningen en bedrijfspanden een toegangspunt tot het glasvezelnetwerk van KPN NetwerkNL.

Recent kondigde het telecombedrijf ook een joint venture aan met pensioenfonds APG. Dit partnerschap gaat glasvezelnetwerken aanleggen naar huishoudens en bedrijven in gebieden waar KPN nog geen glasvezelnetwerk heeft liggen. Het bedrijf wordt hoofdgebruiker van deze netwerken, maar ook andere telecomaanbieders krijgen toegang.

Graven
Er zijn momenteel grofweg vijf partijen die op grote schaal glasvezel hebben uitgerold: naast KPN zijn dat DELTA Fiber NL, E-Fiber, DeltaRijssen en Primevest (samen met T-Mobile als netwerkoperator). Hierbij heeft KPN meer dan vijftig procent van de uitrol (in aantallen) voor zijn rekening genomen. De overige vier grote partijen waren verantwoordelijk voor 37 procent van de nieuwe glasvezelaansluitingen in 2020. Alle overige kleine partijen en stichtingen waren goed voor zo’n zes procent.

Het netwerk van DELTA Fiber Nederland (DFN) is tot stand gekomen door het samenvoegen door investeerder EQT van de netwerken van de gefuseerde voormalige kabelexploitanten DELTA (voormalig Zeelandnet) en Caiway/CAIW, en de glasvezelexploitanten Glasvezel Buitenaf en CIF. DFN heeft vorig jaar ruim honderdduizend huishoudens aangesloten en streeft in totaal naar een miljoen glasvezelaansluitingen in 2021. DFN richt zich traditioneel op het aansluiten van buitengebieden en het verglazen van de eigen coaxgebieden, maar beweegt inmiddels ook via grote dorpen naar de stedelijkere gebieden.

Het verklaart ongetwijfeld waarom het Zweedse EQT onlangs naar verluidt achttien miljard euro op tafel had willen leggen voor KPN. Dan hadden de netwerken van DFN en KPN immers op elkaar aangesloten kunnen worden en was veruit het grootste glasvezelnetwerk van Nederland ontstaan. Maar KPN ziet niets in het bod. De samenvoeging lijkt interessanter voor EQT dan voor KPN.

Of er voor EQT een plan B is, moet worden afgewacht. Maar een verdere consolidatie van de markt is niet ondenkbaar. EQT heeft immers al enkele overnames gedaan en ondergebracht bij DFN. Zo heeft DFN onder andere de glasvezelactiviteiten van COGAS in Twente volledig overgenomen. Ook de Goudse voormalige kabelmaatschappij Rekam, met een deels verglaasd, vijftigduizend aansluitingen tellend netwerk, werd met DFN samengevoegd, evenals de Friese glasvezelcoöperatie DFMopGlas. KPN heeft op zijn beurt lokale glasvezelprojecten, zoals onlangs Giessenlandennet, de voormalige coöperatie Sterk Midden-Drenthe25 en verschillende lokale opgeleverde netwerken van de Digitale Stad26, overgenomen.

Het nu nog zelfstandige E-Fiber heeft tot op heden circa honderdtwintigduizend huishoudens voorzien van een passieve glasvezelverbinding en is daarmee de grootste ‘wholesale only’ telecomaanbieder van Nederland. E-Fiber streeft naar een half miljoen aansluitingen binnen vijf jaar. Bij de uitrol tracht E-Fiber over het algemeen een gemeente volledig te verglazen (zowel de kern als het buitengebied), waarbij alle bewoners en ondernemers kosteloos kunnen worden aangesloten en de kosten worden uitgemiddeld.

Ondertussen zit ook T-Mobile niet stil. In 2019 is een consortium van Primevest, T-Mobile en VolkerWessels gestart met de aanleg van glasvezel in Den Haag, Eindhoven en Delft. In Rotterdam zal het netwerk van L2Fiber worden overgenomen en uitgebreid. Daarbij financiert investeerder Primevest tot op heden de aanleg, levert en exploiteert T-Mobile de (passieve en actieve) infrastructuur voor diensten aan consumenten en wholesale toegang aan andere providers, en verricht aannemer VolkerWessels de graafwerkzaamheden.

In april heeft T-Mobile in samenwerking met twee investeerders het glasvezelinitiatief Open Dutch Fiber aangekondigd, om zeker een miljoen huishoudens in stedelijke gebieden van een aansluiting op een open netwerk te voorzien.

Minder haast
Een van de gevolgen van de versnelde uitrol van glasvezel is dat KPN steeds vaker het voorheen exclusieve verzorgingsgebied van kabelaar Ziggo betreedt. Weliswaar was er al langer concurrentie via DSL, maar die technologie is sterk verouderd.

De twee giganten zijn flink aan elkaar gewaagd. Vooralsnog ontlopen kabel en glasvezel elkaar nauwelijks. Kabel kan technisch nog altijd aardig meekomen. VodafoneZiggo kan met de thans gebruikte DOCSIS 3.1-standaard theoretisch snelheden tot tien Gbps aanbieden. In 2019 is Ziggo begonnen met de uitrol van gigabit-internet, oftewel één Gbps, ongeveer het maximale dat glasvezel biedt. Op dit moment hebben al ruim drie miljoen huizen en bedrijven toegang tot gigabit-snelheden en in de loop van 2022 geldt dit voor alle huizen en bedrijven die op het Ziggo-netwerk zijn aangesloten.

Het belangrijkste verschil tussen kabel en glasvezel zijn vooralsnog de uploadsnelheden. Download en upload zijn bij kabel niet gelijk, zoals bij glasvezel. Voordeel van kabel is weer dat het tv-signaal los van internet wordt aangeboden. Bij een internetstoring kan nog gewoon tv worden gekeken.

Waar VodafoneZiggo vooralsnog heeft gekozen voor het opwaarderen van kabelnetwerken naar Hybrid Fibre-Coaxial (HFC) met DOCSIS 3.0 en 3.1, kiezen andere (kleinere) kabelaars meestal voor het vervangen van de kabel met FttH-infrastructuur. DELTA Fiber verglaast bijvoorbeeld (onder meer) de eigen coaxiale verzorgingsgebieden, en sluit huizen aan met een glasvezel voor breedbandinternet en telefonie naast de coaxkabel die in gebruik blijft voor het leveren van het televisiesignaal. Andere voorbeelden van verglazende kabelaars zijn Kabelnoord, SK Veendam en SK Pijnacker.

Ziggo heeft minder haast. De weg die het internetsignaal naar een huisaansluiting aflegt, verloopt reeds voor 97 procent via glasvezel. Vervanging van de laatste meters is kostbaar.

Ook lijkt Ziggo geen aanstalten te maken om glasvezel aan te leggen buiten zijn huidige verzorgingsgebied. Door het opkopen van kabelmaatschappijen heeft het bedrijf bijna een landelijke dekking, maar Zeeland is nog een volledig blinde vlek. Of Ziggo de ambitie heeft om in deze gebieden diensten aan te bieden via concurrerende netwerken is niet duidelijk. Nu de toegangsregulering op de koper- en glasvezelnetwerken is komen te vervallen, hoeft VodafoneZiggo zijn netwerk in elk geval niet voor derden open te stellen.

Nagenoeg alle glasvezelprojecten, ook die van KPN, kiezen daarentegen voor een wholesaleformule: meerdere partijen kunnen via glasvezel diensten aanbieden: niet alleen internet, tv en telefonie, maar ook beveiliging. Het heeft geresulteerd in een hoop nieuwe aanbieders, zoals Youfone, Tweak, Freedom Internet en Budget Alles-in-1. De eindgebruiker heeft straks veel meer keuze dan in de hoogtijdagen van DSL.

Rivalen
Dat de markt aardig wordt opgeschud, blijkt ook uit de graafactiviteiten. Het komt steeds vaker voor dat er binnen steden concurrentie ontstaat bij de aanleg van glasvezel. In plaats van meerdere partijen toestemming te geven om naar eigen inzicht te beginnen, proberen gemeenten overlap van werkzaamheden te voorkomen, bijvoorbeeld door graafwerkzaamheden te bundelen.

Toezichthouder ACM raadt gemeenten aan om telecomaanbieders uit te nodigen om te komen tot co-investering. In dat geval investeren zij samen in één netwerk met open toegang voor alle internetaanbieders. Tot op heden is er in Nederland nog geen co-investering in glasvezel van de grond gekomen.

In Deurne leggen E-Fiber en KPN beide eigen vezels na gezamenlijke graafwerkzaamheden in het centrum van Deurne. De coördinatie die deze samenwerking vereist, heeft geleid tot aanzienlijke vertraging bij de uitrol voor beide partijen.

Soms stappen partijen naar de rechter. T-Mobile heeft eind 2020 een voorlopige voorziening aangevraagd in verband met de instemming van de gemeente Den Haag met de aanleg door KPN van glasvezel in de wijk Regentessekwartier, onderdeel van de buurt Segbroek, waar T-Mobile in samenwerking met Primevest op dat moment bezig was met de uitrol van een eigen netwerk. De voorzieningenrechter heeft het verzoek van T-Mobile tot een voorziening afgewezen, met als gevolg dat KPN verder is gegaan.

Dergelijke schermutselingen zijn echter maar tijdelijk. Tegen 2030 zou de aanleg van glasvezel voltooid moeten zijn. In de buitengebieden lijken vooralsnog de meeste rendabele projecten van de grond te komen, omdat daar geen concurrentie is. In sommige gebieden zijn de aansluitkosten echter dermate hoog dat zelfs een substantiële bijdrage van bewoners geen rendement voor glasvezelexploitanten oplevert binnen een afzienbare periode. Mogelijk zijn deze gebieden op den duur geholpen met 5G-verbindingen.

Op dit moment worden de hogere snelheden nog altijd benut voor de standaardtoepassingen internet, tv en telefonie. Buiten deze diensten om wordt er nog maar weinig nieuws aangeboden. Hogere snelheden maken het in de toekomst wel mogelijk om steeds meer (slimme) apparaten te verbinden met het internet. Toepassingen als 8K-televisie (lees: vier keer hdtv) zijn ook aangewezen op flinke bandbreedtes.

Op korte termijn moeten aanbieders wel rekening houden met een terugslag. Nu veel aanbieders hun snelheden ieder jaar gemiddeld met 50 Mbps verhogen, toch vooral om de prijzen op te schroeven, zouden consumenten om kosten te besparen ook wel eens massaal kunnen ‘downgraden’ naar lagere snelheden.

10 Gbps
DELTA Fiber stapt samen met Nokia over op een nieuwe technologie voor glasvezel. Met XGS-PON zijn snelheden tot 10 Gbps mogelijk en is het netwerk voorbereid op snelheden tot maar liefst 25 Gbps. DELTA Fiber is momenteel de enige internetprovider in Nederland die deze technologie voor consumenten en de zakelijke markt grootschalig uitrolt.

De eerste plaats waar deze technologie beschikbaar komt, is het Zeeuwse Kapelle. Daar wordt in het dorp de eerste wijkcentrale voorzien van deze nieuwste apparatuur. Vanaf september wordt deze technologie de standaard voor de aanleg van alle nieuwe glasvezelnetwerken door DELTA Fiber in Nederland. Op dit moment zijn er overigens niet veel eindapparaten die 10 Gbps downloadsnelheden aankunnen.

Zakelijke markt
Traditioneel wordt er bij de aanleg van glasvezel een onderscheid gemaakt tussen het aansluiten van huishoudens (FttH) en bedrijven (FttO). Verschillende partijen die actief zijn in de markt rollen sinds kort tegelijkertijd uit naar zowel huishoudens als bedrijven (waaronder ook scholen en publieke instellingen) in een bepaald gebied. Recent wordt er nagedacht over de volledige verglazing van een gebied, inclusief de publieke infrastructuur.

Deze trend past volgens toezichthouder ACM binnen het concept van smart cities, waarbij publieke voorzieningen als verkeersinstallaties en beveiligingscamera’s verbonden zijn met hetzelfde glasvezelnetwerk.

Een verdere vorm van convergentie betreft het integreren van kleinschalige mobiele netwerkinfrastructuur met een laag bereik (small cells) in bijvoorbeeld lantaarnpalen en bushaltes. Dergelijke concepten vergen een diepgaandere publiek-private samenwerking tussen gemeenten en telecompartijen.

5G en 6G
Is glasvezel wel zo toekomstvast als wordt beweerd? Want ook draadloos internet staat niet stil. Hoewel 5G inmiddels bescheiden is uitgerold in Nederland, wordt reikhalzend uitgekeken naar de veiling van de hogere frequenties, in de zogeheten 3,5 GHz-band. Dan wordt mobiel internet twee tot drie keer zo snel als nu het geval is en kunnen 5G-netwerken snelheden van 1 Gbps of hoger aanbieden.

Hoewel mobiele netwerken wat afhankelijker zijn van externe factoren, zoals netwerkcongestie, zou 5G straks een aantrekkelijk alternatief voor glasvezel kunnen worden, met als groot voordeel dat je die snelheid ook altijd buitenshuis tot je beschikking hebt.

Nog hogere snelheden zijn niet ver weg meer. Qualcomm heeft onlangs de Snapdragon X65 aangekondigd, ’s werelds eerste smartphonemodem die ondersteuning biedt voor netwerksnelheden tot 10 gigabit per seconde.

Het Chinese Huawei is al concreet bezig met 6G, dat tegen 2030 kan worden uitgerold. Deze standaard is vijftig keer sneller dan 5G. Je moet dan toch al gauw denken aan 1000 GB/s en een vertraging van slechts 100ms, een tiende van 5G.

Illustratie: Annelien Smet (in opdracht van Emerce)

* Dit artikel verscheen eerder in het juninummer van Emerce magazine (#184).

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond