Hands-on: iPad mini 5

Het leek er heel even op dat Apple de iPad mini definitief had afgedankt. Per slot van rekening was de laatste versie alweer van 2015. Maar zie: Apple heeft de iPad mini nieuw leven ingeblazen, evenals de iPad Air. Met min of meer dezelfde specs. En daarmee heeft Apple zijn portfolio aardig compleet gemaakt.

Dat Apple zijn kleinste iPad jarenlang ongemoeid liet en de vier jaar oude iPad mini 4 maar bleef verkopen, leek niet geheel onlogisch. Toen de eerste iPad mini verscheen hadden de meeste smartphones schermen van 5 inch. Inmiddels zijn smartphones een stuk groter en dat verklaart ook waarom de vraag naar tablets de laatste jaren afneemt. Veel taken die je op een tablet doet kun je tegenwoordig ook op een smartphone.

Met de nieuwe iPad mini en de iPad Air heeft de consument nu meer keuze. Vorig jaar verscheen immers al de goedkoopste iPad vanaf 359 euro. Met A10 Fusion‑chip en ondersteuning voor de Apple Pencil. De Pro versies van de iPad zijn eind vorig jaar vernieuwd, en zijn verkrijgbaar vanaf 899 euro.

De iPad Air (vanaf 569 euro) en iPad mini (559 euro) zitten daar qua specs en prijs mooi tussenin.

Natuurlijk klonk er ook teleurstelling omdat de nieuwe iPads er net zo uitzien als jaren geleden, met veel te brede schermranden en thuisknop. Het All‑screendesign van de Pro wordt node gemist. Het 7,9 inch Retina-display is onveranderd gebleven, wel met gelamineerd display en True Tone-weergave. En waar Apple voor de Pro al is overgegaan op USB-C, zijn de nieuwste iPads nog gewoon voorzien van Lightning aansluitingen.

Maar is dat erg? Niet echt. Apple heeft vermoedelijk terecht geredeneerd dat veel randapparatuur hierdoor probleemloos met iPads blijft werken. Geen verloopkabeltje voor de USB-C poort van de Pro bijvoorbeeld, want nog steeds er is een ouderwetse aansluiting voor een hoofdtelefoon.

En toch heeft de iPad mini aardig wat nieuws te bieden: niet de camera’s, want er is alleen een 7 megapixelcamera voor selfies toegevoegd, maar wel is de mini behoorlijk snel geworden dankzij de A12 Bionic‑chip met Neural Engine (bekend van de iPhone XS en iPad Pro). Met voldoende kracht om games te spelen. Of iets met augmented reality te doen.

En op de iPad mini kun je ook schrijven met de Apple Pencil, zij het wel met de oude die helaas niet draadloos oplaadt. Verder heeft de mini 2019 een snellere Touch ID knop gekregen en Bluetooth 5.0 in plaats van het oudere Bluetooth 4.2.

Links en rechts zijn de nieuwe iPads al beschreven als iPads Pro Lite. Met zijn 300 gram (6,1 mm dun) is de iPad mini bij uitstek geschikt voor professionele toepassingen: denk aan het lezen van aantekeningen tijdens presentaties, het plaatsen van bestellingen in restaurants en het houden van enquêtes. Ook is de iPad mini de ideale e-book lezer.

Vanwege het 7,9 scherm leent hij zich weer minder voor het bekijken van video’s of het afspelen van muziek. De twee luidsprekers geven weliswaar stereogeluid, maar met wisselende kwaliteit, en alleen in portretmodus. Video’s kijken is op een groter scherm toch iets prettiger, maar op de iPad mini altijd nog beter dan op een iPhone.

Ook voor schrijfwerk is de iPad mini onhandig, want de Smart Connector voor aansluiting van Apples toetsenbord ontbreekt. Wat dat betreft is de iPad Air een betere keuze.

Maar voor de rest: wie een klein formaat tablet zoekt, hoeft niet verder te zoeken. Er zijn nauwelijks vergelijkbare Android tablets in dit formaat met dezelfde specs. De iPad mini is in alles behoorlijk vlot, het scherm is mooi van kleur, en omdat Apple zijn iPads lang blijft ondersteunen, kun je qua software updates een aantal jaren vooruit.

De iPad Mini is verkrijgbaar met 64 of 256 GB opslag in zilver, spacegrijs en goud.