Deel dit artikel
-

Hands-on: MacMini 2018

Apple vernieuwde onlangs twee producten waarvan velen veronderstelden dat die onderhand waren uitgefaseerd: de MacBook Air en de MacMini. Met de komst van de 12-inch MacBook leek er geen reden meer te zijn om nog een nieuwe MacBook Air te ontwikkelen, hoewel Apple het oude model gewoon bleef verkopen. De MacMini is een ander verhaal: die verscheen in 2014 voor het laatst, zonder alternatief. De computer was met name bedoeld om gebruikt te worden met een monitor, toetsenbord en muis naar keuze.

Geruchten dat de nieuwe MacMini alleen nog betaalbaar zou zijn voor professionele gebruikers blijken gelukkig niet waar, maar de desktopcomputer is ondanks een identiek cilindervormig uiterlijk wel flink duurder geworden. De goedkoopste versie met 3,6‑GHz quad‑coreprocessor en slechts 128 GB opslag kost 900 euro. Een 3,0‑GHz 6‑coreprocessor met Turbo Boost tot 4,1 GHz en 256 GB opslag gaat voor 1249 euro weg.

Maar voor die prijs krijg je dan ook ongeveer alles dat je anno 2018 van zo’n apparaat mag verwachten. Een SSD-schijf bijvoorbeeld, die iedere computer sowieso flink sneller maakt. Je kunt dat zelfs tot 2 TB uitbreiden. Maar ook een grotere ventilator en grotere ventilatie­openingen. MacMini is ook voorzien van de Apple T2 Security-chip. Dat is de tweede generatie van een speciaal door Apple ontworpen Mac-siliciumchip die je gegevens versleutelt.

Qua poorten is de MacMini het tegenovergestelde van de MacBooks. Er zijn niet minder dan vier Thunderbolt 3 poorten. De nieuwe HDMI 2.0-poort heeft een grotere bandbreedte dan zijn voorganger. Er zitten nog steeds normale USB 3.0 aansluitingen op. Er is zelfs een 10‑Gb Ethernet aansluiting mogelijk.

Apple zelf spreekt van een ‘renpaard’: naast een ‘geweldige desktop’ de ideale basis voor bijvoorbeeld domotica en renderfarms. De compacte computer kan zich in de duurdere versie zelfs meten met de Mac Pro, zo blijkt uit eerste benchmark-tests.

Voor deze bespreking hebben we goedkoopste configuratie getest. Dat is er eentje met een i3-processor met vier kernen en 8GB werkgeheugen. Geen snelheidsmonster, maar bijna net zo snel als een iMac met i5-processor uit 2017. En stukken sneller dan het duurdere model MacMini dat we sinds 2014 gebruikten.

De aantrekkelijkheid van de MacMini zit hem uiteraard in de vervangbaarheid. Natuurlijk koop je met de iMac een complete oplossing, maar daar betaal je dan wel minimaal 1297 euro voor. Bij de MacMini kun je makkelijker van scherm switchen of omgekeerd het scherm behouden en de MacMini vervangen. Via Thunderbolt 3 kun je externe SSD schijven, of LG’s 5K UltraWide aansluiten, zelfs een externe GPU voor powertoepassingen.

Enige nadeel is dat als je de Mac Mini nog wilt uitbreiden, bijvoorbeeld met meer geheugen, je dat moet laten doen door een erkende Apple service center. Het is dus raadzaam om goed na te denken welke configuratie je kiest.

 

Deel dit bericht

3 Reacties

Theo

Leuke uiteenzetting van de nieuwe Mac mini. Maar niet echt een Hands-on verhaal. Ik bedoel hoe werkt hij nu echt bij dagelijks gebruik, zware games, video en foto renders. Wordt hij warm bij gebruik enz enz

Alex

Wil je gamen, koop dan geen Mac. Veel minder aanbod van games en voor hetzelfde geld koop een gigantische dijk van een gaming pc.

bert

Beetje onzinverhaal. Bij deze Mini is geheugen juist wél zelf te upgraden, en de upgrade van de instapper naar Core i7 hexacore is juist dé reden om er een te kopen: test die!
De hexacore is voor 1250€ zo’n beetje de beste machine die je op dit moment kunt kopen voor 4K videobewerking. Niet voor niks was de presentatie doorspect met holywood verwijzingen. Final Cut Pro is al sinds jaren veel sneller dan Premiere, dus Mac loopt voor in video, en deze Mini heeft ook nog eens een hulpprocessor voor extra snel HEVC/H264 encoding. Veel slimmer dan dit met een GPU te doen die vooral op 3D gericht is.

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond