Deel dit artikel
-

Israel is paradijs voor start-ups

Zelfs vroeg in de morgen is het al warm op Boulevard Rothschild in Tel Aviv. Tussen de platanen en kantoorgebouwen liggen cafés en terrasjes. Soldaten flirten met flanerende meisjes. Er is zoveel licht dat er zelfs met een zonnebril weinig te zien is op een laptop. De kelner komt met een parasol en we vragen of er een wifiverbinding is. “Natuurlijk!”, zegt hij met een blik vol ongeloof.

“Kijk eens om je heen. Daar achter is het hoofdkwartier van Google, verderop zit Microsoft en hier zit Yahoo. Dit is Tel Aviv, je denkt toch niet dat ik hier een zaak kan runnen zonder een draadloze internetverbinding?”

Op het eerste oog is Tel Aviv een moderne, mondaine badplaats. De stad, de brede boulevards en de hotels langs de kustlijn hebben meer weg van Californië dan van alles waar je aan denkt bij het Midden-Oosten. In dit kleine stuk land met zeven miljoen inwoners zijn echter meer tech-bedrijfjes, start-ups en internetinitiatieven te vinden dan waar ook ter wereld.

Weinig mensen kennen de ins en outs van Tel Aviv 2.0 zo goed als Roi Carthy. Hij werkt als consultant voor verschillende start-ups, maar is vooral bekend als blogger bij het bekende TechCrunch. “Ik heb al sinds 1991 een laptop in mijn rugzak”, zegt hij. “Mijn vader werkte voor een computerbedrijf en we pendelden veel tussen de Verenigde Staten en Israël. Ik ben in 2000 teruggekomen om me hier permanent te vestigen.” Zijn specialisme? Jonge ambitieuze start-ups helpen om ‘niet over de kop te gaan’. “En dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan.”

“Dit is een land van entrepreneurs”, legt Carthy uit. “Iedereen is altijd overal mee bezig. De 2.0-sector is enorm. Grote bedrijven staan te dringen om op deze markt aan de slag te gaan. Om meerdere redenen, maar vooral omdat mensen hier hoog opgeleid zijn, goed Engels spreken en erg toegewijd zijn. Niemand denkt erover om laat op kantoor te verschijnen en zo snel mogelijk weer naar huis te gaan. Zoals de meeste mensen hier begin ik ’s morgens vroeg en ga ik pas laat in de avond weer naar huis.”

Volgens Carthy is het vooral het Israëlische leger dat de tech-industrie vooruit helpt. In Israël geldt vanaf 18 jaar een militaire dienstplicht voor zowel mannen als vrouwen. En dat zie je. Her en der in de stad lopen zwaarbewapende militairen. Ze doen boodschappen, passen schoenen en zitten op de terrasjes van de vele cafés en restaurants. “Je kunt in het leger aan de slag met fantastische computertechnologie. Je zult zien dat veel bedrijven die op dit moment fortuin maken, vooral voortkomen uit groepen collega’s die samen in het leger gediend hebben. Bovendien is het hier geen ‘spel’, geen simulatie. Het is state-of-the-art materiaal dat een echte impact heeft op de samenleving.”

In de buurt

Nog een Israëlisch voordeel: iedereen kent elkaar. “Het is een bijzonder kleine cirkel. Je hoeft niet het halve land te doorkruisen om de juiste mensen te spreken. Alle bedrijven zitten hier in de buurt. Iedereen komt elkaar tegen.” Het is een grap die in verschillende reisgidsen is terug te vinden. Jeruzalem is de stad waar men bidt, in Haifa werkt men in Tel Aviv viert men feest. Hoewel men in Tel Aviv ook werkt, kan Carthy zich er wel in vinden. “Er zijn hier een paar wijken waar alles gebeurt. Er is een soort ‘solidariteitsgevoel’. We doen dit met z’n allen.”

Hij noemt het ‘een joods DNA’. “Ik denk dat ik niet overdrijf wanneer ik zeg dat negen van de tien mensen in dit land zichzelf zien als ondernemer.” Daar zijn volgens hem duizend-en-een redenen voor. “Het ‘hangt in de lucht’, beter kan ik het niet uitleggen. In zekere zin jaagt iedereen hier The American Dream na. En rijk worden, dat gaat gemakkelijk via internet. Veel meer dan een laptop heb je niet nodig. Als je dat allemaal optelt en samenvoegt met het gunstige klimaat, dan krijg je een idee van de intense activiteit die hier altijd gaande is.”

Volgens Carthy moeten we het ‘Israëliweb’ en dat wat alle Israëlische entrepreneurs op internationaal gebied doen, uit elkaar houden. “Het web in Israël is flinterdun. Het lijken wel twee aparte werelden. Dat is vrij bizar. De enige Hebreeuwse pagina’s die ik wel eens bekijk zijn sport- of nieuwssites. Je gelooft het misschien niet, maar ik kan niet eens goed overweg met een Hebreeuws toetsenbord. En ik ben niet de enige.”

Wat is er op dit moment ‘hot’ in Tel Aviv? “Ik denk dat iedereen nu een pas op de plaats maakt, vanwege de crisis. Iedereen probeert uit te zoeken wat er precies aan de hand is. Er is duidelijk minder geld beschikbaar dan een jaar geleden.” Toch is Carthy daar niet ongelukkig mee. “Het is natuurlijk bijzonder vervelend dat er momenteel allerlei bedrijfjes failliet gaan, maar over de hele linie valt het wel mee. In zekere zin was dat te verwachten. Er zijn ontzettend veel goede ideeën op de markt, maar ze zijn niet allemaal een bedrijf waard.”

Volgens Carthy gaan we de komende tijd meer leegloop zien. “Als je als starter geen goed plan hebt waarmee je omzet kunt draaien, zul je snel over de kop gaan. Het is daarnaast niet meer zo dat alle investeerders vandaag hun geld in video stoppen en morgen investeren in twitter-klonen. Het is diffuus geworden. Iedereen bekijkt elk bedrijfsidee nu afzonderlijk.”

Steen voor steen

Niets nieuws onder de blakende zon in Tel Aviv. Dertien jaar geleden begonnen Yair Goldfinger, Sefi Vigiser, Amnon Amir, Arik Vardi en zijn vader Yossi Vardi met een project dat zou uitgroeien tot ICQ, de eerste grote ‘direct messenger’. Hoewel er in die tijd al verschillende chatprogramma’s waren, was dit de eerste applicatie die gebruikers direct met elkaar in contact bracht. ICQ werd een enorm succes. Het bedrijf werd nog geen twee jaar na de oprichting verkocht aan AOL voor het recordbedrag van 407 miljoen dollar. In 1999 had ICQ meer dan vijftig miljoen geregistreerde gebruikers.

Per e-mail laat vader Vardi weten dat hij er niet louter uit zakelijk oogpunt mee bezig is. “Ik ben van de generatie die Israël heeft moeten opbouwen. Steen voor steen. Ik ben in 1969 met mijn eerste tech-bedrijf begonnen en ga er nog altijd mee door.” Yossi Vardi heeft een investeringsportfolio met ruim veertig bedrijven en reist de hele wereld over als vertegenwoordiger van de innovatieve sector in Israël. Hij speelt een rol als adviseur bij verschillende overheidsdiensten en is nauw betrokken bij talloze start-ups.

Hij wijst ons onder andere op face.com, dat is gespecialiseerd in gezichtsherkenning. Alleen de domeinnaam moet al miljoenen waard zijn. Via via krijgen we een alfa-uitnodiging voor het programma, dat onder andere werkt via Facebook. Het resultaat is verbluffend. Binnen een paar minuten duiken er foto’s op die we al jaren niet gezien hebben. Vrienden, kennissen of wildvreemden hebben ze blijkbaar ergens de afgelopen jaren op Facebook gezet. Met of zonder baard, met lang of kort haar, zelfs op de achtergrond of in de schaduw weet face.com je te vinden. Ook de cijfers liegen er niet om. Amper een maand na de alfa-lancering zijn er ruim 400 miljoen foto’s gevonden. Dat zijn 550.000 foto’s per uur.

Het gapende gat

Een ander project waar Vardi geld in heeft gestoken is de start-up Iamnews. Dat houdt het midden tussen een serieus persbureau en initiatieven als het Nederlandse Skoeps.nl, dat in mei ter ziele is gegaan: journalisten en burgers creëren nieuwswaardige content die vervolgens via het netwerk van Iamnews kan worden doorverkocht. Het idee en de uitwerking zijn van Nir Ofir, die in 1998 een boek wilde schrijven maar geen uitgever kon vinden. “En dus heb ik mezelf maar alles aangeleerd”, legt hij uit. “Het begon met html en css, en vervolgens ben ik websites gaan maken. Ik heb leren schrijven voor een groter publiek. Maar al snel kwam ik erachter dat de uitgevers het gapende gat vormen tussen de lezer en de schrijver. Dat boek komt er overigens toch niet, maar dat gat tussen schrijvers en lezers wil ik met deze site kleiner maken.”

Ofir werkte jaren met verschillende websites waar user generated content een grote rol speelde. “Het is verbazingwekkend om te zien. Aan de ene kant heb je overal op internet fantastische content. Enthousiaste amateurs en professionals die geen exposure hebben. En aan de andere kant heb je uitgevers van kranten en magazines, die nog op precies dezelfde manier werken als vijftig jaar geleden: gesloten. Ik heb een jaar lang gesprekken gevoerd met allerlei uitgevers en journalisten, want dat moet anders kunnen.”

Het centrale concept bij iamnews.com is de ‘open newsroom’. Iedere journalist of blogger kan nieuwsberichten aanmaken die opduiken in de ‘newsroom’. Redacteuren kunnen daar verhalen aankopen of opdrachten uitschrijven. Daarnaast gebruikt het een soort ‘LinkedIn-benadering’: Journalisten moeten hun eigen cv en portfolio aanmaken en verder gaat het voor een groot deel om je reputatie. Deadlines missen of afspraken niet nakomen is slecht voor je ‘ranking’. “We kregen in de alfa-fase zo’n veertig tot vijftig aanmeldingen per dag. We hebben op dit moment ruim drieduizend journalisten in de database. In mei komt het project in de operationele testfase.”

Het businessmodel? “Simpel”, meent Ofir. “Redacteuren, kranten, uitgevers en magazines kunnen opdrachten geven. Die worden verkocht, en wij krijgen daar een percentage van.” Ofir is een jaar geleden met zijn project begonnen. “We hebben een financiële injectie gekregen van Yossi Vardi en vorig jaar september wonnen we bij de TechCrunch 50 in New York. We zitten op het goede spoor. Voorlopig geven we zo min mogelijk geld uit, vooral omdat het niet van ons is. We maken nu net genoeg winst om het kantoor en de salarissen van de drie andere werknemers te betalen. Niet slecht voor een project dat nog in de kinderschoenen staat.”

Interactieve video

Angel-investors als Vardi zijn volgens Ofir eigenlijk ‘gekken’. “Ze kijken je in de ogen en maken de afweging. Het gaat altijd om vertrouwen. De voorwaarden zijn niet ongunstig. De investeerder krijgt een aandeel in jouw bedrijf en jij krijgt de financiële middelen om je droom te verwezenlijken. Probeer dat maar eens bij een bank.”

Iedereen in Israël wijst op Innovid als ‘the next big thing’. Het bedrijf houdt zich bezig met interactieve video: in de bewegende beelden verschijnt een rode knop waar je als bezoeker automatisch op klikt. Voor je het weet, speel je ‘pong’ over de muur van een kamer waar intussen een aantal figuren uitleg geven. Cto Tal Chalozin licht toe: “We proberen een kruising te vinden tussen advertenties en video’s. Nu zien we dat er bij video vooral met reclames vooraf wordt gewerkt of in de vorm van pop-ups. Maar video is te statisch, mensen kijken er passief naar. Wij gaan dat veranderen.”

In samenwerking met Warner Brothers heeft Innovid onlangs een campagne gemaakt voor de nieuwe Watchmen-film. “Een te gek project. We hebben een aantal afleveringen van een serie gemaakt waarin de referentie naar Watchmen minimaal is. Toch zijn ze er, meestal in de vorm van ‘easter-eggs’. Er zitten spelletjes in de serie, je kunt prijzen winnen en sommige onderdelen komen automatisch tot leven.” En dat heeft effect. Normaal gesproken klikt slechts 0,8 procent van de kijkers van online video op reclame: voor, tijdens of na de show. “Bij ons blijkt het om 19 procent te gaan.”

Innovid werkt met twaalf mensen in Tel Aviv en Chalozin heeft nog drie mensen in New York. “Wanneer ik me ergens kom voorstellen en men hoort mijn accent, begrijpen ze snel dat ik uit Israël kom. Iedereen zit hier.” Ook Chalozin heeft een achtergrond in het leger. “Toen ik achttien was, kwam ik bij een geheime technologische divisie terecht en kreeg direct de beschikking over de meest geavanceerde computerapparatuur ter wereld. Op mijn eenentwintigste gaf ik leiding aan een team van acht ingenieurs. Ik ben er acht jaar gebleven. En net als de rest ben ik daarna een bedrijf begonnen.”

Joodse moeders

Innovid heeft steun gevonden van enkele angel-investors. “Een paar jaar geleden zat ik op een terras in Tel Aviv aantekeningen te maken op een servetje. Nu zit ik in New York met MTV om de tafel om zulke projecten te realiseren. Dat is te gek.”

Het gaat snel in de videowereld. “Nog niet zo lang geleden moest je wanneer je een aflevering van de Simpsons wilde zien, op tijd de televisie inschakelen. Als je een aflevering had gemist kon je die misschien een seizoen later op VHC kopen. Dat is nu, op z’n zachtst gezegd, totaal anders.”

Innovid is al een tijd bezig, maar de commerciële afdeling is pas een paar maanden geleden opgestart. “We draaien voor het eerst omzet”, legt Chadozin uit. “We proberen vooral de vraag naar onze interactieve video te doen toenemen. Het is zó geavanceerd dat zelfs veel managers bij grote televisiekanalen er nog nooit van hebben gehoord.”

Volgens Nir Ofir van Iamnews is er geen betere plaats om je businessidee tot uitvoering te brengen dan Israël. Wat is dan het geheim van al die Israëlische start-ups? Ofir weet het wel: “Een joodse moeder. Daar heeft iedereen hier alles aan te danken. In tegenstelling tot een Europese moeder verwacht een joodse moeder niets van je. Ze zorgt alleen voor je. Jullie moeders willen dat je naar de universiteit gaat en een verantwoord leven leidt. Falen mag niet in Europa. Hier wel, en juist daarom slagen er zoveel mensen."

Deel dit bericht

6 Reacties

Wiesje de Lange

Het is erg lang geleden dat ik een vergelijkbaar artikel over Israel las. Een artikel dat simpel Israel beschrijft. Niet pro, niet contra maar een eerlijke tekening van een land waar het onder de omstandigheden onmogelijke aan de lopende band wordt geproduceerd. Een verademing. Waarom toch lees ik zoveel leugens over Israel terwijl de waarheid zo geweldig boeiend is? Proficiat.

danny

leuk artikel olaf, alleen de kop is wat kort door de bocht, ik had zelf gekozen voor ''israel is paradijs voor israelische startups'' enne … dr is een belangrijk verschil tussen joods en israelisch zoals je wellicht weet keep up the good work

roneisje

prima artikel, je voelt de sfeer van ondernemerschap en vrijheid die in TA heerst…en dat voor een land al 60 jaar in oorlog, een grotere tegenstelling is haast niet voor te stellen…

guy

En nu nog de vraag, hoe krijgen we zo een sfeer in Nederland? Ik geloof dat er genoeg durfkapitaal is in Nederland en dat er heel veel slimme breinen rondlopen in de digitale wereld.

Rolf

Prachtig verhaal, ik ken deze wereld uit eigen ervaring en ben bang dat het in Nederland niet mogelijk is. Het is lastig om precies aan te geven waar dat aan ligt. Er is daar in ieder geval minder (heb)zucht naar snel cashen. Ook zit het pionieren en innoveren diep in de Israelische cultuur, in alle bedrijfstakken, kijk bijvoorbeeld naar de landbouw. In moeilijke omstandigheden kom je vaak tot de meest innovatieve oplossingen. Wij zijn in Nederland misschien veel te verwend. En een niet onbelangrijke factor; veel ICT innovatie in Isra?l vindt zijn oorsprong in het leger. In dit artikel zou eigenlijk het verhaal van Shai Agassi niet mogen ontbreken. Als tiener in Israel zijn eigen bedrijfje begonnen genaamd TopTier. Hierin is ge?nvesteerd door Jan Baan die het aan paar jaar later verkocht aan aartsrivaal SAP. De TopTier technologie is nog altijd de basis van de SAP Portal. Shai Agassi klom razendsnel op bij SAP en werd de tweede man van SAP achter oprichter Hasso Platner, maar vertrok toen hij gepasseerd werd voor de functie van CEO. Jammer voor SAP maar goed voor ons want vervolgens begon hij een nieuw project http://www.betterplace.com waarin zeer innovatieve technologie voor electrische auto's wordt gemaakt. Een paar maanden geleden stond Shai Agassi in de Time als ??n van de meest invloedrijke mensen ter wereld op het gebied van technologische innovatie. Emerce redactie; duik hier eens in!

Wiesje de Lange

Het verslag van Rolf lezend dacht ik ook aan de Nederlandse Firma Baan die financieel betrokken was bij uitvinding en productie in Israel van een "wondertelefoon" voor doven. Deze telefoon verbonden aan een pc kwam in den handel, heette lip Ccell en bij een gesprek verscheen een gelaat met geprononceerde lippen die de woorden zorgvuldig uitspraken. Wanneer? Misschien in 2003 werd het systeem (speechVieuw) gelanceerd in de Universiteit van Ramat Gan, Israel. Dat was midden in een oorlog, de zgn intifada waar steeds autobussen e.d. ontploften met honderden doden en gewonden in het landje. Maar de Israelische "boer" hij ploegde voort.

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond