Klanten UPC minst, van Delta meest loyaal

Onder de Nederlandse kabelaars heeft UPC het minst grote digitale marktaandeel en de meeste opzeggers. Delta in Zeeland heeft de trouwste klanten, gevolgd door Ziggo. Maar de tv-markt is redelijk stabiel.

Dit blijkt uit een enquete onder 3.500 huishoudens in opdracht van toezichthouder Opta, in oktober 2008 uitgevoerd door Veldkamp in Amsterdam. Opta wil weten in hoeverre tv-markten neigen naar monopolies, ten behoeve van de wens om ook de tv-markt te reguleren. Juist afgelopen week heeft de Opta voor Ziggo, UPC, Delta en CaiW de besluiten voor regulering aan de Europese Commissie voorgelegd. In eerste instantie zei commissaris Neelie Kroes dat de tv-regulering overdreven was, de Opta probeert het opnieuw.

Uit het onderzoek blijkt dat de concurrentie in digitale televisie beperkt is: van de tv- aansluitingen heeft de ether (meest KPN met Digitenne) landelijk 12 procent, maar in de gebieden van UPC gemiddeld 15 procent marktaandeel en in die van CaiW 14 procent. Delta heeft het hoogste marktaandeel met tv in het eigen gebied van 89 procent, Ziggo volgt met 78 procent, CaiW met 74 procent en UPC met 72 procent.

In Nederland in totaal heeft de satelliet 5,3 procent marktaandeel, dsl-iptv 1,2 procent (of een kleine 100.000 verdeeld over vooral Tele2 en KPN) en glasvezel 0,7 procent (50.000 aansluitingen nog slechts.). De analoge kabel zit op nog bijna 54 procent, de digitale kabel komt tot ruim 27 procent marktaandeel

Nog een indicator van concurrentie: overstappen of de wens daartoe. Zo’n 1 miljoen van de 7,7 miljoen abonnementen was in de 12 maanden tot aan het onderzoek afgesloten, waarvan niet minder dan 800.000 bij dezelfde aanbieder als voorheen. In de overige 200.000 gevallen gaat het om uitbreiding van de markt want er kwamen op de Nederlandse markt 230.000 infrastructuurabonnementen bij, 3 procent. Nog eens 400.000 klanten gingen in dat jaar over van analoog naar digitaal

In totaal werd bij 65 procent van de wijzigingen in infrastructuur gekozen voor kabel (46 procent digitaal, 19 procent analoog) en voor 29 procent voor Digitenne. CaiW is digitale overstapkampioen onder de kabelaars met nu in het eigen gebied al 36 procent digitale kijkers.

De intentie om de drie maanden na het onderzoek over te stappen naar een andere infrastructuur was aanwezig bij 400.000 huishoudens of 5,4 procent. Nog eens 140.000 (slechts zo’n 2 procent) wilden van analoge naar digitale kabeltelevisie overgaan.

In UPC-gebieden is de wens tot overstappen met 7,4 procent het hoogst, bij netten van Delta-gebied met 1,2 procent het kleinst. UPC biedt het meest aan in steden waar klanten doorgaans minder trouw zijn dan in de landelijke gebieden die bij Delta de meerderheid vormen. Delta is van Zeeland.

Op ruim 7,2 miljoen huishoudens telt Nederland 13 miljoen tv’s thuis en 570.000 toestellen buiten de eigen woning. Een kleine 90.000 huishoudens heeft geen televisie. Gemiddeld heeft een huishouden twee tv’s, om precies te zijn 1,9.

Het aantal tv-abonnementen bedraagt ongeveer 7,7 miljoen, waarvan 3,1 miljoen of 46 procent digitaal en de rest, 54 procent, analoog. Van de digitale kijkers neemt al 34 procent een extra zenderpakket af: zo’n 1 miljoen huishoudens. De tv-kijkers die alleen een standaardpakket afnemen zegt 55 procent er geen behoefte aan te hebben, 43 procent het te duur te vinden. Zo’n 27 procent vindt de analoge kabel te duur. Bij glasvezel is de ontevredenheid het minst.

Reeds 44 procent van de tv-abonnementen is onderdeel van dual of triple play pakket met bellen en/of internet. Al 22 procent is triple play. Vooral UPC verkoopt veel pakketten omdat klanten het prijsvoordeel willen genieten.

Van alle huishoudens maakt 3 procent (240.000 huishoudens) gebruik van meer dan één aanbieder, plus nog eens 8 procent buitenshuis van een tweede aanbieder: 600.000 huishoudens in totaal. Buitenshuis wordt meestal de satelliet of Digitenne gebruikt.

Wie hoge eisen stelt aan beeldkwaliteit en aan het programma-aanbod kiest relatief vaak voor digitale kabeltelevisie. Ondervraagden die de combinatie van goede beeldkwaliteit en lage abonnementskosten belangrijk vinden, kiezen vaker voor Digitenne. Huishoudens die een groot zenderaanbod willen en/of beperkte mogelijkheden hebben, kiezen vaak de schotel. Men ervaart kabel relatief vaak als duur.

Het meest tevreden zijn kijkers over de infrastructuren glasvezel en satelliet. Daarna volgen Digitenne en dsl-iptv van onder meer KPN en Tele2. De scores die analoge en digitale kabel krijgen, zijn gemiddeld genomen het laagst. Een opvallende uitkomst volgens Veldkamp is dat de vraag naar glasvezel groter is dan de feitelijke beschikbaarheid van deze infrastructuur.