Deel dit artikel
-

Niet sexy, wél cruciaal!

"Dat moet je ánders organiseren!" zei Frank van Oirschot onlangs tijdens een lunch in het Rotterdamse 'Loos'. Ik had zoëven een eerlijk (al te eerlijk?) inkijkje gegeven in het drukke mailverkeer dat ik als hoofdredacteur van //gwrrf.magazine (10.000 abonnees), dagelijks te verwerken krijg. Naast de tientallen (vaak opvallend vriendelijke) reacties op het magazine en de grappen en grollen die abonnees op onze re-mailvraag terugsturen, melden zich dagelijks soms wel vier of vijf proefrecensenten die met hart en ziel hun recensie naar ons toesturen en alleen al daarom, vind ik, recht hebben op individuele aandacht. Hoeveel uren, denkkracht, empathisch vermogen en tactisch vernuft mij dat ook kost.

Wat Hans van Willigenburg betreft gaat er soms, ondanks de beschikbaarheid van slimme en tijdbesparende technologie, niets boven het echt persoonlijke handgetikte antwoord.

"Da's toch niet handig?" vervolgde Van Oirschot. "Zoiets kost je veel te veel tijd. Maak een aantal standaardafwijzingen en -felicitaties, desnoods in een versie A, B en C, al naar gelang de kwaliteit van de inzending. De auto-responder doet de rest."

Het klonk meteen aanlokkelijk. Slim. Verstandig. Het was precies het soort 'heldere idee', slank, recht door zee, waar ik Van Oirschot om ben gaan waarderen. En t�ch, en t�ch. Terwijl ik een teugje nam van mijn excellente tomatensoep ging op datzelfde moment ergens in mijn hoofd een hefboom naar beneden, heel langzaam, als bij een oude spoorwegovergang uit de jaren zestig. Standaard e-mails: was dat niet de bijl aan de wortel van ons e-zine? Zou dat van een levend vuurtje geen kletsnatte hoop houtskool maken?

Het was desondanks verleidelijk tegen Frank te zeggen 'gaan we doen'. En zo tijd vrij te maken voor de wilde plannen die we hadden en waar ik, eerlijk gezegd, best zin in had (hoe wilder hoe beter). Maar het idee bleef sluimeren dat het voor die aspirant-recensenten uit Kockengen, Oldenzaal, Nijverdal, Monster en Leidschendam – vaak enthousiaste abonnees – een koude douche zou zijn als ze een gladgeformuleerde standaard e-mail zouden terugkrijgen. En dat hun 'binding' met ons magazine een onherstelbare knak zou oplopen.

Ik geef toe: de digitale 'martelgang' naar de provincie en de zweterige zolderkamertjes is niet het meest sexy onderdeel van ons bedrijf. En ik had eigenlijk tegen Frank willen opbiechten dat ik w�rkelijk geloof dat de e-mail die ik om drie uur 's nachts half bewusteloos verstuur en die ene dolenthousiaste jongen in Hilvarenbeek hopelijk de clou verschaft tot het schrijven van een mooie recensie, zich vroeg of laat zal uitbetalen. Maar het is en blijft zo verschrikkelijk on-sexy, zo na�ef misschien ook, dat ik losjes zei: "Ik zal 'r eens over nadenken, Frank." Want ik hoop dat hij me nog lang met strakke idee�n blijft lastigvallen.

Hans van Willigenburg is freelance-journalist, radiomaker en hoofdredacteur van //gwrrf.magazine .

Deel dit bericht

2 Reacties

Harm

Een beetje van Maggi zou je ook kunnen proberen. Bij de datingsite die ik met anderen enkele jaren terug ontwikkelde hebben we een tussenvorm gevonden. Juist om persoonlijk gevoel te kunnen blijven uiten, maar niet herhaaldelijk dezelfde teksten te hoeven schrijven. Recept: eerste alinea's persoonlijk geschreven, vervolg standaardantwoord (A,B,C), slot eventueel weer persoonlijk. Vaak voorkomende informatie ook op de site beschikbaar. We hebben het met de site commercieel gered mede vanwege deze gecombineerd economische en persoonlijke houding richting klant/bezoeker. En toch, Maggi voor de massa.

René Schoemaker

Ik waardeer de gwrrf.-site. Het staat open voor een ander geluid. Ondanks dat ik het eens ben met de kritiek op de f. van jole-eigendunk, vind ik wel dat het heel makkelijk scoren is op een door anderen (lees Volkskrant) naar voren geschoven ikoon. Net zoals Peter Olsthoorn is. De eersten zullen de laatsten zijn en de wet van de remmende voorsprong. Ook deze dino's zullen merken dat het klimaat verandert; uitsterven is hun toekomst. Niettemin vind ik het grappig om te lezen dat iemand als Hans van Willigenburg een site begint waarin interactie wordt gevraagd en dan al begint te twijfelen als er "enkele tientallen reacties (…) en soms vier tot vijf proefrecencenten" zich melden. Om daar vervolgens aan toe te voegen daar aandacht aan te besteden "Hoeveel uren, denkkracht, empathisch vermogen en tactisch vernuft mij dat ook kost." Tientallen? Kinderspel! Daar word je moe van, Hans! Je wilt interactie en krijgt interactie. Dat heet Internet. Daar heb je weinig denkkracht voor nodig. Vraag Van Jole. Die wist dat al!

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond