Deel dit artikel
-

Red peer-to-peer

De patiënt Napster mag nog even in leven blijven. Het doodsvonnis dat de Californische rechter Marylin Hall Patel medio juli uitsprak, is in hoger beroep door het Hof vernietigd. Patel oordeelde dat Napster zijn muziekruilbeurs moest sluiten, omdat het bedrijf niet voor honderd procent kon garanderen dat Napster-gebruikers geen auteursrechtinbreuk zouden plegen. Het Hof daarentegen vond de 99 procent garantie die het bedrijf uit San Mateo kon geven wel voldoende.

Napster hoopt eind deze zomer met een legale versie van haar peer-to-peer programma te komen. Een erg lang leven zal deze herboren Napster niet zijn beschoren. Het is onwaarschijnlijk dat de dienst de zeventig miljoen gebruikers van weleer zal aantrekken. Inmiddels is er een nieuwe generatie peer-to-peer programma's opgestaan, die beter en gebruikersvriendelijker zijn dan de oude piraat. Bovendien bieden programma's als Morpheus en Aimster de mogelijkheid om uiteenlopende bestanden uit te wisselen, niet alleen MP3 muziekbestanden, maar ook tekst, foto's, video en software.

Vanuit juridisch oogpunt is deze nieuwe generatie peer-to-peer programma's minder eenvoudig te bestrijden. Deze systemen zijn geschikt voor "substantial noninfringing uses". Dat is de toverzin waarmee het Amerikaanse Hooggerechtshof in 1984 de videorecorder het groene licht gaf. Doordat videorecorders niet hoofdzakelijk geschikt zijn om inbreuk op de auteursrechten van anderen te maken, is de fabrikant daarvan niet op voorhand aansprakelijk voor auteursrechtinbreuk, aldus het Hooggerechtshof. Hetzelfde geldt voor de makers van programma's als Morpheus en Aimster. Het zijn gewoon computerprogramma's waarmee bestanden kunnen worden uitgewisseld, net zoals dat via e-mail kan.

Daarbij komt dat de nieuwe generatie peer-to-peer netwerken geen gebruik maken van een centrale databank met de namen van beschikbare files, maar volledig is gedecentraliseerd. Daardoor is er geen spin in het web die kan worden afgesloten, zoals het geval is met de 140 servers van Napster. De enige manier om deze netwerken uit de lucht te krijgen, is de miljoenen individuele gebruikers ervan voor de rechter te dagen.

Dit alles weerhoudt de muziekindustrie er niet van zijn juridische kruistocht tegen deze nieuwe technologie onvermoeid voort te zetten. Aimster is al van diverse kanten aangeklaagd en Morpheus heeft naar verluidt een flinke zak met geld gereserveerd voor een rechtszaak.

Ondertussen biedt de muziekindustrie nog steeds geen alternatief voor een dienst waar miljoenen consumenten om vragen. Pressplay en MusicNet, de twee initiatieven van de vijf grote platenmaatschappijen, gaan vermoedelijk eind september van start. Maar uit een preview van deze systemen tijdens Jupiters Plug.In congres van eind juli blijkt dat het met Pressplay en MusicNet niet mogelijk zal zijn muziek te downloaden; er kan enkel mee worden gestreamd. Daar hoeven we dus ook niet op te wachten.

Wordt het zo langzamerhand niet tijd de muziekindustrie te dwingen de eigenaren van Morpheus, Aimster en al die andere peer-to-peer systemen een licentie te geven? Het is toch idioot dat de muziekindustrie de introductie van een nieuwe technologie kan blokkeren dankzij haar auteursrechtelijke verbodsrecht op muziek. Ook al is men bereid ervoor te betalen. Een simpele oplossing is dit verbodsrecht te vervangen door een vergoedingsrecht.

Op grond van een vergoedingsrecht hoef je niet van tevoren toestemming te vragen voor het gebruik van muziek, zolang je er maar een vergoeding voor betaalt. Een dergelijke regeling geldt nu bijvoorbeeld voor radio-uitzendingen. Een radiostation hoeft niet eerst langs vier verschillende loketten (de schrijver van een nummer, de componist, de zanger en de platenmaatschappij) voordat er een plaatje mag worden gedraaid. Wel zo makkelijk.

De Europese wetgever heeft onlangs echter in al haar wijsheid besloten een einde te maken aan dergelijke vergoedingsregelingen. Daar waar nu nog sprake is van een vergoedingsrecht, bijvoorbeeld in de Nederlandse Wet op de naburige rechten, moet deze worden vervangen door een verbodsrecht. Makkelijker kunnen we het niet maken; wel verschrikkelijk moeilijk. Het wordt tijd dat iemand in Brussel gaat uitleggen wat peer-to-peer is.

Christiaan Alberdingk Thijm is internetadvocaat bij SOLV Advocaten .

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond