Deel dit artikel
-

Rijksoverheid overweegt inzet Facebook Pages te staken

De Rijksoverheid overweegt om de inzet van Facebook Pages niet te continueren. Daarmee volgt het ministerie het advies van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Die vindt dat eerst alle privacyrisico’s moeten worden weggenomen.

Vorig jaar onderzocht het ministerie van BZK of er privacy risico’s zijn voor burgers bij de gegevensverwerking op overheidspagina’s op Facebook. In het onderzoek werden zeven hoge risico’s gevonden voor de gegevensverwerking. Naar aanleiding van deze risico’s heeft het ministerie gesprekken gevoerd met Meta met het verzoek deze risico’s weg te nemen. Hiertoe bleek Meta niet bereid.

Voor het onderzoek werden een Data Protection Impact Assessment (DPIA) en een Human Rights Impact Assessment (HRIA) uitgevoerd op het gebruik van Facebookpagina’s door de overheid.

De DPIA gaat over het genereren en gebruiken van website analytics en andere gegevens die Facebook bijhoudt over het gedrag van bezoekers op een Facebookpagina.

Facebook gebruikt algoritmen om te bepalen welke soorten berichten ze toont aan mensen die een overheidspagina hebben bezocht. De Nederlandse overheid kan deze algoritmes niet controleren of aan bezoekers uitleggen. ‘Door het gebrek aan transparantie en gebrek aan middelen om de mogelijke negatieve gevolgen voor de personen die de overheidspagina’s bezoeken tot een minimum te beperken, moeten overheidsorganisaties ervan uitgaan dat het gebruik van Facebook-pagina’s leidt tot een hoog risico voor de mensenrechten,’ zo luidde de conclusie.

Burgers moeten kunnen vertrouwen op een veilige en betrouwbare online omgeving, die inclusief is en waar burgers grip hebben op hun privacy en data. De Rijksoverheid wil graag gebruik blijven maken van Facebook Pages voor haar communicatie, ook gezien haar bijzondere rol bij publieke dienstverlening aan hulpbehoevende burgers of in communicatie bij crises.

Aleid Wolfsen, voorzitter AP: ‘De staatssecretaris van Digitale Zaken is bezorgd over de privacy van mensen. Zij vraagt zich af of de overheid met het gebruik van Facebookpagina’s wel aan de wet voldoet. Die zorg is begrijpelijk. Niet alleen omdat de AP handhavend kan optreden bij overtredingen van de wet. Maar vooral omdat mensen die een pagina van de overheid bezoeken, erop vertrouwen dat hun persoonlijke en gevoelige informatie in veilige handen is. Dat het hierbij ook kan gaan om informatie over kinderen en jongeren, maakt dit nog belangrijker. Zij zijn online kwetsbaar en hebben extra bescherming nodig.’

Staatssecretaris Van Huffelen (Koninkrijksrelaties en digitalisering) wil uiterlijk voor het zomerreces duidelijkheid van Meta hoe ze tegemoetkomen aan de zorgen. ‘Anders zijn we genoodzaakt, in lijn met het advies van de AP, te stoppen met onze activiteiten op Facebook Pages.’

Naast dit advies aan BZK, werd vorige week een ander standpunt over grote online platforms bekendgemaakt. De AP en de andere privacytoezichthouders in Europa, verenigd in de EDPB, stellen dat grote online platforms, zoals social media, hun gebruikers niet mogen dwingen te betalen óf zich te laten volgen op internet om het platform te kunnen gebruiken. Er moet een optie zijn waarbij gebruikers niet gevolgd worden en een optie waarvoor gebruikers niet hoeven te betalen en waarbij zij slechts beperkt gevolgd worden.

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond