Deel dit artikel
-

Vier jaar Trump en tech: nog nooit was de invloed van een Amerikaanse president zo groot

Het waren vier lange tropenjaren voor tech onder het bewind van Donald Trump. Niet eerder heeft een Amerikaanse president het techlandschap zo hevig opgeschud: van visumbeperkingen voor buitenlands techtalent tot een slopende handelsoorlog met China en pogingen om de sociale media onder controle te krijgen. De staatsman heeft zich niet geliefd gemaakt in Silicon Valley. Zal er verandering komen?

Donald Trump was nog niet eens gekozen, of meer dan honderd ondernemers uit de technologiewereld verzetten zich zomer 2016 al publiekelijk tegen de presidentskandidaat. Zijn opvattingen zouden slecht zijn voor de Amerikaanse economie en cultuur, zo waarschuwden onder meer investeerder Vinod Khosla, Stewart Butterfield van Slack, Aaron Levie van Box, Evan Williams van Twitter, Dustin Moskovitz van Facebook en Apples Steve Wozniak.

Waar Trump zich op veel fronten protectionistisch en inperkend opstelde, waren de briefschrijvers juist voor een open en liberaal landschap. Ze roemden de progressieve immigratiewetten, de vrije en open uitwisseling van ideeën en de overheid als investeerder in infrastructuur.

Silicon Valley had tot dan toe vooral Hillary Clinton gesteund. Zij kreeg zestig procent meer donaties uit de techindustrie dan Trump. Werknemers bij Apple, Alphabet (Google), Microsoft, Facebook en Amazon doneerden alleen al drie miljoen dollar voor de verkiezingscampagne van Clinton. In totaal kwam 55,7 miljoen dollar uit de sector.

Wat Trump precies in petto had voor de techindustrie was op dat moment nog niet duidelijk. In een van zijn speeches beloofde hij al wel dat Apple zijn computers weer gewoon in de Verenigde Staten zou gaan maken, in plaats van in China. Ook haalde hij alvast flink uit naar Amazon-baas Jeff Bezos, die The Washington Post had gekocht als een ‘middel voor politieke macht’. Die krant was niet al te vriendelijk voor Trump.

Direct na de verkiezingen van 2016 stuurde Apple-topman Tim Cook een memo aan zijn verontruste personeel. Cook benadrukte, zonder Trump bij naam te noemen, dat Apple “open voor iedereen is, en we vieren de diversiteit van ons team hier in de Verenigde Staten en rond de wereld – ongeacht hoe je eruitziet, waar je vandaan komt, wie je aanbidt of wie je bemint.” Cook bleef ook in de jaren daarna diplomatiek en ging discussies met Trump niet uit de weg, onder meer over importheffingen die Apple pijn doen.

Google-oprichter Sergey Brin noemde de verkiezingen in een later door Breitbart onderschepte video uit 2016 ‘diep beledigend’: “Zoveel mensen delen blijkbaar niet de waarden die wij wel hebben.” Google-CEO Sundar Pichai moedigde werknemers aan om zich uit te spreken, politieke tegenstanders te bereiken en het ‘democratische proces te omarmen’. De meeste topmannen van de techreuzen hielden zich vier jaar lang gedeisd. Ze gingen een confrontatie met de toch al licht ontvlambare Trump zoveel mogelijk uit de weg.

Verbolgenheid
Trumps presidentschap begon hoopvol met de oprichting van een zakelijke adviesraad, waarin de CEO’s van grote bedrijven de president zouden adviseren, ook over technologische ontwikkelingen. Onder hen Elon Musk (Tesla, SpaceX), Mary Barra (General Motors), Travis Kalanick (Uber) en Ginni Rometty (IBM). Nauwelijks een jaar later vertrok de een na de ander: Bob Iger van Disney, Jeffrey Immelt (General Electric) en Jamie Dimon (JPMorgan Chase) distantieerden zich zelfs openlijk van het beleid van het Witte Huis. Musk trok zich terug toen Trump uit het klimaatakkoord van Parijs stapte en Intel-topman Brian Krzanich kon zich niet verenigen met de manier waarop Trump reageerde op neonazistisch geweld in de stad Charlottesville. Na het vertrek van deze kopstukken werd de raad opgeheven, volgens het Witte Huis hadden de CEO’s de president ‘voldoende nieuw inzicht gegeven’.

Intussen merkten techbedrijven al de eerste gevolgen van Trumps beleid. Strengere immigratiebeperkingen waren volgens de regering nodig om Amerikaanse banen te beschermen. Meteen na zijn aantreden ondertekende de president wat in de volksmond ‘het moslimverbod’ is gaan heten, waarbij mensen uit moslimlanden de VS niet meer mochten inreizen. Later breidde Trump het aantal landen uit.

Facebook, Microsoft, Apple en Google uitten in 2017 openlijke kritiek op het immigratiebeleid van Trump. De techbedrijven schreven dat het ‘mededogen van onze natie mede verklaart waarom Amerika zo speciaal is’. Ze wilden Trump helpen bij het opstellen van een immigratiebeleid ‘dat helpt om Amerikaanse bedrijven vooruit te komen én een weerspiegeling is van Amerikaanse waarden’. Microsoft liet zelfs weten gedwongen te worden om banen buiten de VS te zoeken vanwege de immigratiebeperkingen.

De immigratiebeperkingen zouden ook daarna de politieke agenda blijven domineren. Apple, Facebook, Amazon en Microsoft hebben zomer 2020 nog een rechtszaak tegen Trump aangekondigd. Ze willen dat buitenlanders weer een visum kunnen krijgen om tijdelijk in de VS te komen werken.

Een ander stokpaardje van Trump werden de betrekkingen met China. Hij wilde dat Amerikaanse bedrijven weer in eigen land produceren. Ook vond de roerganger dat China het wereldwijde handelsspel niet eerlijk speelde, omdat veel Chinese (tech)bedrijven staatssteun krijgen. Daarom kondigde hij importtarieven aan voor Chinese producten of onderdelen. China reageerde keer op keer verbolgen op nieuwe maatregelen; zo dreigde het land zelfs de levering van zeldzame aardmetalen, van belang voor onder meer de vervaardiging van veel elektronica, te stoppen.

Analisten waarschuwden voor een anti-Amerikasentiment onder Chinese consumenten. Zo zouden Chinese Apple-gebruikers de iPhone willen laten vallen ten faveure van Huawei of andere merken. Apple zou de helft van zijn omzet in China kunnen kwijtraken als gevolg van het handelsconflict.

Campagnebijeenkomst
Het eerste Chinese bedrijf dat het slachtoffer werd van deze koude oorlog was Huawei, dat traditioneel sterke banden heeft met de Communistische Partij van China. De verdenking dat Huawei informatie van Amerikanen doorspeelt aan China, dateert al van voor Trump, maar de spionageangst groeide onder zijn bewind uit tot absurde proporties, terwijl er geen enkel bewijs werd geleverd. Het bedrijf werd keihard geraakt: Huawei mocht geen cruciale 5G-apparatuur meer leveren aan Amerikaanse telecombedrijven, een besluit dat werd nagevolgd door diverse Europese landen. Ook mocht Huawei niet langer Android-software afnemen van Google voor zijn smartphones.

Vanaf 2020 moest het bedrijf ontwikkelaars dan ook vragen om apps te herschrijven voor zijn eigen mobiele software. Monter liet het bedrijf weten dat het in de toekomst op eigen kracht verder zou aan. Analisten vrezen echter dat Huawei zijn positie als de op een na grootste producent van smartphones wel eens zou kunnen kwijtraken. Het bedrijf krijgt bepaalde chips niet meer geleverd, omdat de producenten gebruikmaken van Amerikaanse apparatuur en software in het productieproces. Ook kan de techgigant geen chips meer van andere fabrikanten kopen. Het wordt voor Huawei een enorme uitdaging om chips te gaan produceren waar geen Amerikaanse technologie of patenten voor nodig zijn.

Sinds de Amerikaanse president meer dan honderd Chinese techbedrijven op een zwarte lijst heeft gezet – ook die zouden de Amerikaanse staatsveiligheid bedreigen – durft geen leverancier ter wereld nog zaken te doen met de Chinezen. Het zijn de Amerikaanse chipbedrijven die hiervan al het slachtoffer zijn geworden. Zij klagen over aanzienlijke omzetdalingen. In het ergste geval valt de hele Chinese afzetmarkt voor hen weg, simpelweg omdat China die technologie in de toekomst zelf zou kunnen maken.

Na Huawei nam Trump de socialvideoapp TikTok op de korrel. Dat gebeurde niet toevallig na de eerste campagnebijeenkomst van Trump sinds de coronacrisis. De lage opkomst zou mede veroorzaakt zijn door TikTok-gebruikers. Zij kochten massaal kaartjes voor de rally in Tulsa, maar kwamen niet opdagen.

Ook nu weer leken de zorgen over de nationale veiligheid ongefundeerd. Dat weerhield Trump er niet van om per decreet te eisen dat de Noord-Amerikaanse activiteiten moesten worden afgestoten. Microsoft, Walmart en ook Oracle schoven aan de onderhandelingstafel, terwijl China zijn exportregelgeving aanscherpte. Pogingen om zowel WeChat als TikTok te verbieden strandden bij de rechter, hoewel over het lot van de laatste pas na de verkiezingen wordt beslist.

Snelwegroof
Ook in eigen land werden de teugels aangetrokken. Bij de regering Trump vatte het idee steeds meer post dat bedrijven als Twitter, Google en Facebook conservatieve geluiden onderdrukken. De regering zou vijftienduizend klachten hebben gekregen over vermeende censuur. Volgens Trump zou Google altijd reclame hebben gemaakt voor de jaarredes van Obama en niet voor die van hem. Ook citeerde hij onderzoekers die hadden ontdekt dat 96 procent van de resultaten bij de zoekterm ‘Trump’ artikelen van ‘linkse’ sites waren. Tijdens de campagne van 2016 beweerde Trump herhaaldelijk dat Google negatief nieuws over Hillary Clinton zou wegdrukken. “Onze zoekmachine wordt niet gebruikt om een politieke agenda te bepalen, en we manipuleren onze resultaten niet richting een politieke ideologie”, liet Google voor de zoveelste keer weten.

In mei 2020 kwam Trump met een decreet om socialmediabedrijven verantwoordelijk te houden voor de geplaatste content. Directe aanleiding was een conflict met Twitter dat een bericht van Trump markeerde als ‘mogelijk misleidend’. Dat zou het platform ook daarna nog vele malen doen.

In juli moesten Mark Zuckerberg, Sundar Pichai, Jeff Bezos en Tim Cook verschijnen voor een antitrustcommissie van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden. De commissie had al een jaar lang informatie over grote technologiebedrijven verzameld. Doel was om te bepalen of wetten gewijzigd moeten worden om problemen op het gebied van concurrentie aan te pakken, maar de Republikeinen namen de gelegenheid te baat om de CEO’s eens flink uit te horen over de vermeende censuur van conservatieve opinies op sociale netwerken. “Als het Congres geen rechtvaardigheid brengt in Big Tech, onderneem ik actie met uitvoeringsbesluiten”, foeterde Trump op Twitter, een bedrijf dat overigens niet hoefde te getuigen.

De Democraten waren trouwens minstens zo kritisch op Big Tech. Zij krijgen het onder Biden – hij had luttele weken voor de verkiezingen nog steeds een flinke voorsprong op Trump – niet makkelijk. De Democraat wil de belastingen voor bedrijven verhogen, er moeten strengere privacyregels komen voor het gebruik van data en hij wil de sociale media verantwoordelijk houden voor inhoud die zij plaatsen door aanpassing van de federale wetgeving. De voorzitter van de juridische subcommissie, de Democraat David Cicilline, staat zelfs bekend als een fel criticus van het monopolie van de techreuzen. Hij noemde de praktijken van Apple regelrechte ‘snelwegroof’. Ook zullen Democraten vermoedelijk sneller instemmen met een wereldwijde internetbelasting voor techreuzen, terwijl Trump daar geen voorstander van is.

Biden deelt ten slotte ook de bezorgdheid over TikTok, maar is geen aanhanger van een harde confrontatie met China, hoewel ook hij van mening is dat het Amerikaanse handelsbeleid ‘thuis moet beginnen’.

——————————————————————————–

Peter Thiel
Peter Thiel, een van de bekendste techmiljardairs, was in eerste instantie een fervent supporter van Donald Trump. De medeoprichter van PayPal en bestuurslid van Facebook doneerde 1,25 miljoen dollar voor de campagne van Trump en was daarmee een van de voornaamste sponsors. Tot ongenoegen van Silicon Valley. Laura Gomez, oprichtster van de start-up Atipica, tweette naar haar kwart miljoen volgers: “Fuck you Peter Thiel. Ik zweer op het graf van mijn moeder dat ik nooit geld van jou of je fonds zal aannemen.” Inmiddels is Thiel geen groot voorstander meer van Trump door de Amerikaanse aanpak van de coronacrisis. Hij blijft de Republikeinen steunen, maar heeft geen bijdrage meer geleverd aan de campagne van Trump.

Conjunctuurmotor
In 2019 was al duidelijk dat de America First-politiek van Trump een zware impact heeft op het niveau van de directe buitenlandse investeringen. Het jaarlijkse investeringsrapport van de VN-organisatie voor handel en ontwikkeling (Unctad) concludeerde dat de VS niet langer fungeren als wereldwijde conjunctuurmotor. Amerikaanse bedrijven waren jarenlang de belangrijkste investeerders ter wereld. Maar in 2018 zakten ze weg tot een ‘betekenisloze plaats 157’.

De handelsoorlog met China heeft de situatie verergerd. Bedrijven als Apple onderzoeken de mogelijkheden van een gedeeltelijk vertrek van de productie uit China. Productie in eigen land zit er vanwege de mondiale concurrentie niet in, tenzij de productielijnen volledig zouden worden gerobotiseerd. Elektronicafabrikanten Foxconn en Pegatron overwegen eveneens om hun productie gedeeltelijk uit China weg te halen en te verplaatsen naar Mexico, waarmee het transport naar de VS ook goedkoper zou worden.

Apolitiek
Een groep Oracle-werknemers kwam begin 2020 in opstand tegen topman Larry Ellison, omdat hij fondsen wilde werven voor de herverkiezingscampagne van Trump. Het ging de werknemers nog niet eens zozeer om Trump, maar om het feit dat Ellison, ooit een medestander van Bill Clinton, schade kan toebrengen aan het apolitieke imago van het databasebedrijf dat Ellison hielp oprichten. De banden tussen Trump en Oracle zijn hecht. CEO Safra Catz zou al eens benaderd zijn voor een positie in het Witte Huis en Oracle heeft diverse oud-medewerkers van Trump in dienst. Het verklaart ook waarom Oracle, een bedrijf dat geen consumentensoftware maakt, naar voren werd geschoven om de Noord-Amerikaanse activiteiten van TikTok over te nemen.

Foto: U.S. Sectretary of Defence (cc)

* Dit artikel verscheen eerder in het novembernummer van Emerce magazine (#180).

Deel dit bericht

1 Reactie

Blockchainkiller

Je kan het ook omdraaien; nog nooit was de invloed van tech zo groot op het dagelijks leven, en heeft het iets goed gebracht?

Ik heb een enorme polarisatie, verdeeldheid en langetenen zien ontstaan sinds de laatste tien jaar omdat werkelijk waar alles en iedereen nu makkelijk zijn “mening” kan verkondigen dankzij “bigtech”; pizzagate, flatearth, conspiracy’s, Qanon, metoo heksenjachten met intense geoepsdruk etc enz, vrijheid van meningsuiting heeft ook z’n grenzen natuurlijk.

Voordeel is wel dat het een berg aan data en informatie oplevert en nu zijn die mening-schreeuwerds makkelijk te controleren!

Dit mag van mij keihard aangepakt worden, door Trump of Biden of wie dan ook!

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond