WordPress wil Googles reclamesysteem FLoC blokkeren

De makers van ’s werelds grootste CMS, WordPress, overwegen om FLoC actief te gaan blokkeren wanneer dat uitkomt in de nieuwe versies van Google Chrome. Dit voorkomt dat de browser, een in principe onafhankelijke tussenpartij, gebruikersgroepen kan discrimineren voor reclamedoeleinden.

Het voorstel wordt binnen de makers van WordPress met urgentie behandeld, omdat ze FLoC bestempelen als een veiligheidsprobleem. Niet als onwenselijke feature.

Voor Wordpres is het vrij eenvoudig om Chrome FLoC te blokkeren. Het hoeft enkel vier regels code toe te voegen aan de broncode van het redactiesysteem. Die programmeerregels zorgen ervoor dat FLoC actief wordt geblokkeerd op het niveau van de website. Volgens WordPress zelf betreft dat 41 procent van alle webpagina’s.

FLoC is Google Chromes commerciële antwoord op het wegvallen van de third party cookie als mechanisme om gebruikersgroepen te profileren en tracken voor reclamedoeleinden. Chrome is de laatste browser die dit mechanisme uitzet. FLoC is een alternatief mechanisme dat gebruikers niet op individueel niveau laat profileren maar als generieke groep met specifieke kenmerken.

Maar ook dit nieuwe systeem beschouwt WordPress als bedreigend voor de privacy van gebruikers. Immers, ook de online gedragingen van kwetsbare gebruikersgroepen worden ook gemeten. Ze worden nog steeds geprofileerd. De kans bestaat dat deze groepen worden uitgesloten: discriminatie. Burgerrechtenorganisatie EFF is dezelfde mening toegedaan.

Het punt is ook, zo betoogde een lobbyist van Oracle onlangs, is dat één partij veel meer gebruikersdata ontvangt. Derde partijen mogen enkel generieke doelgroepruimte inkopen, op basis van Chrome-data. Maar Google zelf kent elke scroll en klik van alle gebruikers van Search, Android, YouTube en alle aanpalende domeinen. Bovendien wordt de browser technisch gezien gelijkgesteld met zijn gebruiker, want de browser wordt als first party, de data-eigenaar, beschouwd. Ook dat strijkt critici tegen de haren in.

Foto: Derek Simeone (cc)