Industry Wire

Geplaatst door VUB

Brussel moet investeren in reputatie om ambitie internationale mediastad waar te maken

Brussel is vandaag met ondere de aanwezigheid van de verschillende omroepen en krantenuitgevers een van de belangrijkste centra van de Belgische mediasector. Desondanks wijst nieuw doctoraatsonderzoek van de Vrije Universiteit Brussel, dat de factoren die de aantrekkelijkheid van steden voor mediabedrijven in kaart brengt, uit dat onder meer de recente aanslagen en de reputatie van Brussel als politieke hoofdstad haar ambities om de bestaande mediasector verder uit te bouwen met o.a. het gloednieuwe mediapark.brussels in de weg staan. Volgens VUB-onderzoekster Marlen Komorowski moet de Brusselse regering daarom dringend meer investeren om de aantrekkelijkheid van de stad als uitvalsbasis voor de creatieve sector te verhogen.

Op basis van een uitgebreide literatuurstudie en een bevraging van 60 mediabedrijven stelde kersvers dr. Marlen Komorowski vast dat vier type factoren bepalen waar mediabedrijven zich vestigen. De eerste belangrijke drijfveer zijn de zogenaamde urbanization economies, ofwel kenmerken die typisch zijn voor grote steden zoals de aanwezigheid van bijvoorbeeld beslissingsorganen en overheidsinstellingen of goede bereikbaarheid en veel transportmogelijkheden. Verder zijn ook de toegang tot dergelijke instellingen en de aanwezigheid van opnamestudio’s of montagecellen, ook wel localization economies genoemd, doorslaggevend. Tot slot spelen ook de nabijheid van andere mediabedrijven en concurrenten (agglomeration economies) een rol in het ontstaan van mediaclusters, en is ook het imago van de stad zelf een niet te onderschatten factor (perception economies). Komorowski licht toe:

“Het beeld dat mensen van je bedrijf of sector hebben, heeft een grote impact op hoe ze tegenover jou en je product staan. Denk maar typische love-brands zoals Google of Apple. Dat geldt natuurlijk ook voor mediabedrijven en dit onderzoek toont aant dat die perceptie voor een heel groot stuk bepaald wordt door de locatie waar ze gevestigd zijn en de omgeving waarbinnen ze opereren. Mediabedrijven vestigen zich daarom bij voorkeur op plekken die het grote publiek hip en cool vindt, denk maar aan Hollywood of Berlijn. Dit zorgt er trouwens niet alleen voor dat het publiek positiever staat tegenover het product, maar ook dat deze bedrijven onder andere vlotter werknemers en investeerders kunnen aantrekken.”

Negatief beeld van Brussel
Aan de hand van deze inzichten analyseerde de onderzoekster verscheidene mediasteden waaronder Brussel, waar momenteel het nieuwe mediapark.brussels wordt opgetrokken nabij het huidige Reyerscomplex – met onder meer nieuwe gebouwen voor de openbare oproepen, kantoorruimtes en woningen – om de mediasector in de stad te versterken en internationaliseren. Daaruit blijkt nu vooral op vlak van perceptie Brussel het slecht doet: mediabedrijven beschouwen Brussel vooral als het speelveld van bureaucraten en onvoldoende als een hippe en trendy werkveld voor creatievelingen. Daarnaast wordt de stad ook nog vaak als onveilig beschouwd, onder meer door de aanslagen van 22 maart.

“Het beeld dat niet-Brusselaars van de stad hebben is vaak eerder negatief en dat speelt Brussel op veel vlakken duidelijk parten. Die perceptie omvormen zodat Brussel sterker gezien wordt als een coole omgeving is een belangrijke uitdaging wil de stad nieuwe en internationale mediabedrijven aantrekken, zeker gezien de grote investering die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doet in het nieuwe mediapark.brussels. Zo niet, dan dreigt mediapark alleen  mediabedrijven aan te trekken die al in Brussel aanwezig zijn of verkassen meer mediabedrijven naar andere steden in het land. Denk maar aan VTM die met hun volledige redactie naar Antwerpen trokken” besluit Komorowski.

Dit onderzoek werd gefinancieerd door Innoviris en kadert in gezamenlijke en interdisciplinaire onderzoeksproject mediaclusters.brussels van de VUB, ULB en USL-B naar mediaclustering in Brussel. dr. Komorowski werd tijdens het doctoraatsonderzoek begeleidt door professoren Pieter Ballon en Ike Picone (VUB).

Dit artikel is een ingezonden bericht en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.

Deel dit bericht