Laatste hand EU-overheden aan nieuwe regels databescherming

De Europese overheden hopen over drie weken het fundament te leggen voor nieuwe regels omtrent dataverwerking en -bescherming. Er moeten echter nog veel politieke knopen worden doorgehakt die grote impact op de online industrie hebben.

Op veel dossiers hebben de nationale overheden in Europees verband wel overeensteming bereikt, blijkt uit een overzicht van EUobserver. De moeilijkste beslissingen zijn afgelopen jaren vooruit geschoven en moeten in de komende paar dagen worden genomen.

Een belangrijk punt is de vraag hoe moet worden omgegaan met ‘het recht om te worden vergeten’. In Scandinavië bijvoorbeeld vindt men het publieke belang groter. Nederland, Duitsland en Oostenrijk vinden het recht op bescherming van de private levenssferen belangrijker.

Dit vraagstuk is een stap verder te trekken wanneer wordt gekeken naar de wijze waarop (internet)bedrijven data van consumenten mogen verzamelen en verwerken. Is daar expliciete toestemming voor nodig of zachte instemming? En, een andere vraag, hoe hoog is de straf voor schending van de regels? De nationale overheden willen twee procent van de jaaromzet van de boosdoener. Van het Europees Parlement is bekend dat dat koerst op vijf procent. Voor een bedrijf als Facebook, dat nu al problemen heeft met Like-knoppen op Europese webshops, kan dat al snel in de miljarden euro’s lopen.

Vorige week tijdens het jaarcongres van IAB Europe in Berlijn werd duidelijk dat de daar aanwezige vertegenwoordigers van de online industrie amper bekend of bezig zijn met de besluitvorming en de beïnvloeding daarvan.

De Europese Raad streeft ernaar om alle besluiten per 15 juni te hebben genomen. De papieren kunnen dan naar Europees Parlement. Van de volksvertegenwoordigers is nu al bekend dat ze veel tegenwind zullen geven.

Foto: Michel Moreau (cc)