Deel dit artikel
-

Ook het museum wordt intelligent

Rijksuniversiteit Groningen en het Drents Museum onderzoeken hoe ze bezoekerservaringen digitaal kunnen verrijken. Het idee is om een entreekaart met een chip te ontwikkelen die de bezoeker door de zalen heen volgt.

In de entreekaart, die momenteel al aan iedere bezoeker wordt uitgereikt, zit een RFID chip die vergelijkbaar is met de OV-chipkaart. Antennes overal in het gebouw meten de locatie van die kaart. Zo weet men welke route de bezoeker kiest, hoe lang de bezoeker bij een object stil staat en welke objecten de bezoeker overslaat.

De data van honderden bezoekers worden opgeslagen en in wiskundige modellen gegoten. Met dat model is nu al vast komen te staan dat bezoekers heel goed in drie typen ingedeeld kunnen worden: mensen die vooral bij kunst stilstaan, mensen die vooral bij de Drentse geschiedenis stilstaan en mensen die alles bekijken.

En daar past het museum zich in de toekomst op aan. Alle aanraakschermen geven dan precies die informatie die de bezoeker wil. De informatieschermen kunnen in een drukke zaal de bezoeker bijvoorbeeld doorverwijzen naar stukken van zijn interesse in andere zalen. Zo kan de drukte meer over het museum verspreid worden.

Ook kan de inrichting van het museum geoptimaliseerd worden met behulp van de gegevens over het bezoekersgedrag. De conservator kan hoeken die weinig bezocht worden aantrekkelijker maken, bijvoorbeeld door de verlichting te veranderen. Het effect daarvan is direct te meten in de gegevens over het gedrag van de bezoekers.

Museumplus, zoals het project is genoemd, is het resultaat van een nauwe samenwerking tussen de Rijksuniversiteit Groningen en het Drents Museum en vervat in de stichting Trovato. Op dit moment wordt er volgens een woordvoerder van het museum nog vooral bezoekersgegevens verzameld.

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond