Deel dit artikel
-

Het einde van de internetdroom?

[Column] Een open brief aan de nieuwe minister van EZ: Internetdiensten zijn gegroeid tot een complexe economische en sociale ecologie die zich diep en onomkeerbaar in de haarvaten van onze samenleving genesteld heeft. Commercie en terughoudende besluitvormers creëren de eerste scheurtjes in de internetdroom. Aangezien Nederlandse afnemers en Nederlandse dienstontwikkelaars gebaat zijn bij een gezonde internetmarkt, een open brief aan de nieuwe minister van EZ.

door René Jansen*

Geachte mevrouw, mijnheer de minister,
Internetdiensten zijn gegroeid tot een complexe economische en sociale ecologie die zich diep en onomkeerbaar in de haarvaten van onze samenleving genesteld heeft. Jongeren steken zich in de schulden om de laatste App op hun iPod Touch te installeren. Clay Shirky illustreert in zijn boek “Here comes everybody” hoe freelancers gebruik makend van Google Apps in nieuwe netwerkvormen samenwerken en efficiënter en effectiever kunnen werken dan veel traditionele organisaties. Organisaties zelf halen ook steeds meer applicaties uit de cloud. De economische belangen rond enerzijds het gebruik, anderzijds het ontwikkelen van (mobiele) Internetdiensten zijn daarmee steeds groter geworden. Dit rechtvaardigt volgens mij dat internetdiensten een thema op uw agenda wordt. Als input voor uw beeldvorming wil ik u graag deze verkenning meegeven.

De democratiserende werking van Internet is afgelopen decennium groot geweest. Niet alleen op het gebied van inhoud, maar de laatste jaren ook steeds meer op het gebied van het zakelijk gebruik, zoals via SaaS-diensten. Al live-hackend ontworstelen we ons aan de dictatuur van grootmachten als Microsoft. Ook rond organisaties groeien allerlei democratiserende bottom-up initiatieven en wordt van binnenuit al Yammerend en Ningend het Nieuwe Werken al dagdagelijkse routine, nog voor management en directie hier officiële toestemming voor geven, budget voor vrij maken of zich überhaupt een idee hebben gevormd wat de echte impact van social media op hun organisatie is of zal zijn.

In deze “Flower-Power Bottom-Up Gratis en Open Source is goed” mentaliteit beginnen ondertussen de eerste scheurtjes zichtbaar te worden, die wel eens het begin van een trendbreuk kunnen zijn en het einde van de internetdroom – zoals we die afgelopen decennium geleefd hebben – inluiden. Aangezien ik denk dat zowel Nederlandse afnemers als Nederlandse dienstontwikkelaars gebaat zijn bij een gezonde internetmarkt, wil ik graag uw aandacht vragen voor een korte analyse van de dynamiek rond internetdiensten.

De keerzijde van gratis
Veel cloud-diensten worden in eerste instantie gratis aangeboden, waardoor een individuele medewerker – de postkamermedewerker bijvoorbeeld – laagdrempelig en zonder reguliere interne toestemmingsprocedures of budgetaanvragen een sociaal intranet kan starten. Aangezien deze diensten vaak ook nog eens prettiger werken dan de traditionele interne moloch-systemen kan de populariteit snel groeien. Als een hiermee geconfronteerde manager vervolgens controle wil over toegang en het eigendom van de gegevens wil regelen, moet het gratis abonnement omgezet worden in een peperduur contract. Door de reeds gecreëerde lock-in is een normale inkoopprocedure waarin alternatieven grondig worden afgewogen een gepasseerd station. Zie ik hier overeenkomsten met de drugs-scene?

Gratis diensten kunnen economisch gezien van nature niet overleven in onze westerse kapitalistische samenleving. Gratis diensten worden over het algemeen voorgefinancierd door Amerikaanse investeringsmaatschappijen met een eenvoudig doel voor ogen: op niet al te lange termijn flink meer eruit halen dan je erin stopt. Google diensten zijn ook niet gratis, we betalen door een steeds grotere hoeveelheid informatie over ons (prive)leven aan een niet democratisch georganiseerd machtsorgaan te verstrekken.

De mindset die gratis diensten bij het gretige lifehackende publiek heeft losgemaakt is dat gratis daadwerkelijk bestaat. Economen noemen dit wel het lemmingeffect. Innovatieve Nederlandse ondernemers die het zonder grote Amerikaanse investeerders moeten doen en dus een gezonde eigen kasstroom moeten onderhouden, kunnen in zo’n “gratis landschap” nauwelijks voet aan de grond krijgen met een betaalde dienst, hoeveel beter doordacht ook. Waarmee Nederland Kennisland als online dienstenontwikkelaar op achterstand wordt gezet.

De twee kanten van de Open Source medaille
Open Source is in essentie natuurlijk prachtig: als iedereen zijn steentje bijdraagt staan we samen sterk. Vanuit die gedachte hebben we met elkaar een romantisch beeld gecreëerd over de schoonheid van Open Source. De praktijk heeft ons ondertussen geleerd dat de Open Source ecologie vooral draaiende wordt gehouden door ontwikkelaars, en bijvoorbeeld veel minder door designers, creatieven en strategen. Hetgeen betekent dat de beste Open Source omgevingen tot nu toe vooral de behoeften van ontwikkelaars zelf afdekken. Besturingssystemen, web servers, databases, programmeertalen en frameworks lenen zich uitstekend voor Open Source.  

Maar heeft de Open Source gemeenschap bijvoorbeeld een betere tekstverwerker opgeleverd? Of grote innovaties in presentatiesoftware? Helaas moeten we concluderen dat Openoffice een prima werkbare omgeving is, maar nog altijd ver achter loopt bij de ontwikkelingen in closed source omgevingen. Moeten we niet accepteren dat innovatie buiten de technische hoek van software-ontwikkeling zelf vraagt om marktpartijen die kansen zien en op een gezonde wijze hun investeringen terug willen verdienen? Moeten we niet veel meer sturen op open standaarden voor informatie en interfaces, dan op het “open source” zijn van de software zelf?

De opkomst van de app-dictatuur
Als Apple gebruiker van het eerste uur, herinner ik mij nog de woordenwisselingen die ik eind jaren ’80 altijd moest voeren met Windowsgebruikers: “Ja maar op Apple draait dat en dat programma niet…” Het internet heeft ons afgelopen jaren een veel meer op standaarden gebaseerde omgeving opgeleverd, waardoor je via een webbrowser bijna platformonafhankelijk diensten kon aanbieden. Als iedereen zich tenminste aan de open standaarden zou houden. De kapitalistische inslag drijft echter dat Microsoft toch altijd weer eigen “verbeteringen” doorvoert aan de standaard, zoals ze nu ook weer met HTML 5 doet. En dat Apple, Google en in de VS ook Palm toch weer eigen formaten voor hun App’s neerzetten. En gedreven door hipheid en de waan van de dag werken we er met zijn allen aan mee dat het internet weer weg drijft van de openheid, terug naar de dictatuur van gesloten platforms en interfaces.

Op naar een nieuw internetbeleid?

Waar beleidstoppers als het standaardiseren van opladers van telefoons op USB en de keuzevrijheid van een browser op Windowsplatforms afgelopen jaren op de politieke agenda stonden, kunt u als nieuwe minister (in samenwerking met uw Europese collega’s) nu echt een verschil maken met een tweetal focuspunten.

– Afdwingen open standaarden U zou web browsers die zich niet aan de open web standaarden houden (zoals IE met HTML 5) niet toe kunnen laten tot de Nederlandse (of beter nog Europese) markt. U zou smartphone leveranciers moeten vragen zelf een breedgedragen (web)standaard voor apps neer te zetten, zodat enerzijds apps op elke omgeving gebruikt kunnen worden, anderzijds ontwikkelaars veel geld kunnen besparen doordat apps niet voor elke omgeving gebouwd en onderhouden hoeven worden. En klanten dus veel makkelijker kunnen overstappen. Terug naar de open web standaarden!
– Zelf selecteren op standaarden ipv platforms of filosofieën De overheid als opdrachtgever of als klant, kan zelf stimuleren om niet langer te selecteren op basis van platforms (wij draaien Microsoft), romantische maar zoals ik hierboven schreef voor sommige gebieden misplaatste filosofieën (we doen alleen nog open source)  of door het uitblijven van beleid voor het voldongen feit van lock-in te worden geplaatst. Strijd in plaats daarvan voor selectie op basis van gebruiksgemak en open standaarden! Welk documentformaat wordt ondersteund? Is het nette HTML 5? Zo stimuleer je dat meerdere aanbieders diensten gaan ontwikkelen waartussen zonder te grote lock-in overgestapt kan worden, en stimuleer je de onderlinge innovatie.
Met deze twee beleidsfocuspunten geeft u een nieuwe impuls voor kleine innovatieve ondernemers die (betaalde) vernieuwende internetdiensten kunnen en willen aanbieden, een gebied waar we als Nederland grote kansen hebben.

Tot nadere toelichting uiteraard altijd bereid,
Dr. René M. Jansen

*) Auteur: René Jansen, Directeur Winkwaves

Deel dit bericht

2 Reacties

Anders Floor

Afdwingen van open standaarden? Een minister die bepaalt wat voor software ik op mijn PC zet? En dat begint dan met browsers, gaat verder via tekstverwerkers en eindigt waar precies? Laten we dit soort Noordkoreaanse praktijken alsjeblieft overlaten aan, ik noem maar een dwarsstraat, Noord-Korea. Dat bedrijven in lock-in-posities stappen is hun eigen stomme schuld. Als de overheid voor elke onnozele managersbeslissing regels moet gaan maken, komen we miljoenen ambtenaren tekort. Wie domme beslissingen maakt moet op de blaren zitten, of dat nou over software, marketing of HR-beleid gaat. Het gaat hier niet over brandveiligheid of voedselkwaliteit, maar gewoon over bedrijfsstrategie. Daar moet je je als overheid niet mee bemoeien, daar wordt je economie anders alleen maar zwakker van. Waar ik het w?l met je eens ben, is de overdreven bewierroking van open source. Net wat je zegt, techneutensoftware gaat prima, maar verder heeft OS ondanks alle jaren steun en lof weinig gebracht. Dit is m.i. echter alleen maar een argument voor m?nder sturing van de overheid op dit gebied (OSOSS, NOIV) in plaats van meer.

Tijmen

Zoals de vorige commenter al aangaf, het "afdwingen open standaarden" voor browsers en smartphone leveranciers is een ridicuul idee. Open standaarden zijn fantastisch als het gaat om producten waarvan de functie volstrekt duidelijk is, zoals bij de huidige telefoonladers. Moet je je voorstellen als de EU alle telefoonfabrikanten jaren geleden hadden verplicht dezelfde laders te maken, dan zat je op dit moment met twee snoeren in je iPhone: eentje voor stroom en eentje voor data, want het idee van een USB-lader was er toen nog niet.  Punt: voordat iets een standaard kan _worden_, moet iets al een standaard _zijn_. Het afdwingen van standaarden voor belachelijk snel veranderende producten als smartphones betekent dat innovatie compleet stopt.

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond