WUR combineert wetenschap met lokale kennis voor weer-app Afrikaanse landbouw

Net als veel mensen in Nederland checkt de Wageningse onderzoeker Spyros Paparrizos elke ochtend een weer-app om te zien of hij een jas, zonnebril of paraplu moet meenemen. Nu introduceert hij een DROP-app in Kenia, Ghana en Zimbabwe, in overleg met lokale boeren, landbouwvoorlichters en meteodiensten. De DROP-app is een van de weer- en klimaatdiensten van het project SAFE4ALL. Spyros Paparrizos is onderzoeker bij de groep Water Systems en Global Change in Wageningen.
Inheemse kennis
Satellieten leveren de meteorologische gegevens voor de weer-app, maar deze satellietgegevens worden gecombineerd met lokale kennis van kleinschalige boeren. Spyros: ‘Ze hebben vaak geen kennis van moderne weersverwachtingen, dus willen ze ook de mogelijkheden hebben om hun eigen inheemse kennis over weersverwachtingen toe te voegen. Zo kunnen boeren aan het gedrag van rupsen zien dat er een droge periode aankomt. En wanneer de mieren de eieren uit hun nest halen, betekent dit dat er regen op komst is, met een grotere zekerheid dan moderne weersvoorspellingen doen. Sommige van deze lokale voorspellingen snijden hout, andere niet. Het is echter onze plicht om de inheemse kennis te integreren met wetenschap.’
Co-creatie
Door de westerse en lokale kennis te combineren, ontstaat een weersvoorspelling die de boeren vertrouwen. ‘In een proces van co-creatie stemmen we de DROP-app af aan de behoeften van de mensen in Ghana, Kenia en Zimbabwe.’ De door WUR ontwikkelde DROP-app is al operationeel in Bangladesh en Guatemala en wordt inmiddels getest door boeren en landbouwvoorlichters in de drie Afrikaanse landen.
Het project SAFE4ALL speelt in op drie uitdagingen voor het Afrikaanse platteland: klimaatverandering, rampenbestrijding en voedselzekerheid. Door deze uitdagingen aan te pakken, hoop het project de migratie van platteland naar stad in deze landen te verminderen.
Klimaatatlas
Het project werkt in totaal aan negen hulpmiddelen in living labs in Kenia, Ghana en Zimbabwe. Zo ontwikkelen Spyros en zijn partners ook een Klimaatatlas en bijbehorende klimaatverhalen voor diverse doelgroepen. Ze werken ook aan een Foodshed Information Service die beleidsmakers op korte en lange termijn opbrengstprognoses biedt, zodat ze beter begrijpen hoe duurzaam, veerkrachtig, kwetsbaar en toereikend hun voedselsystemen zijn.
‘Op basis van klimaatgegevens maken we verhalen over hoe het klimaat verandert en hoe de periodes van droogte en onvoorspelbare overstromingen toenemen. Daar kunnen de boeren hun teeltplan en zaaidata op afstemmen, en het kan beleidsmakers helpen om de voedselproductie van boer tot bord in te richten.’
Workshop
SAFE4ALL organiseerde in april een workshop in Ghana waar de projectpartners bijeenkwamen om hun specifieke behoefte te bespreken en beter te begrijpen. Vorig jaar november organiseerde SAFE4ALL een soortgelijke meeting in Kenia. Spyros: ‘Hier wisselden we kennis uit. Toen wij vertelden over de klimaateffecten op de veeteelt en akkerbouw, reageerden de lokale deelnemers: we kweken ook vis! En toen we uitlegden dat door de droogte tomatenteelt niet meer mogelijk was, omdat tomatenplanten 180 liter water per jaar nodig hebben, zeiden de boeren: wij verbouwen tomaten met veel minder water, geen probleem! We leren elke keer weer van elkaar.’
Kunstmest
Deze kennisuitwisseling leidt ertoe dat de informatie in de SAFE4ALL-tools wordt afgestemd op de behoeften van de gebruikers. ‘Zo gaven de boeren in de workshop aan dat er twee kritische momenten zijn waarop ze weerinformatie nodig hebben: als ze willen gaan zaaien en wanneer de gewassen gaan rijpen.’ Bovendien helpt de weersvoorspelling de boeren ook om te bepalen wanneer ze kunstmest moeten strooien. Eerdere studies van Spyros toonden aan dat als boeren in staat zijn om de weersvoorspelling te gebruiken, 100% van hen hun bemesting en gewasbescherming baseert op het weer.
Smartphone
De DROP-app wordt doorgaans aangeboden als app op de telefoon, want de meeste boeren hebben inmiddels een smartphone, zegt Spyros. De introductie van mobiele telefoons en internet in Afrika verloopt snel, vooral bij de jongere generatie; veel kinderen spelen games op hun smartphones en gebruiken ze voor huiswerk op school. Maar tegelijkertijd moet het project ook rekening houden met eeuwenoude gebruiken. ‘In Ghana bepaalt niet het weer of de boeren gaan zaaien; ze moeten eerst permissie vragen aan de lokale chief en die bepaalt of ze dat jaar landbouw mogen bedrijven.’
Het mooie van het project is, zegt Spyros, dat alle tools afkomstig zijn van bestaande technologie die al is getest en gebruikt in Nederland of andere EU-landen. ‘We proberen het wiel niet opnieuw uit te vinden. De focus van het project ligt op co-creatie.’ Het project SAFE4ALL duurt vier jaar, kost vijf miljoen euro en wordt gefinancierd door de EU. Als het project over drie jaar klaar is, worden de ontwikkelde producten naar verwachting overgedragen aan de lokale partners.
Dit artikel is een ingezonden bericht en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.