CvB handhaaft televisiebesluiten OPTA

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de bezwaren van Tele2, T-Mobile, YouCa en KPN inzake de regulering van de televisiemarkt gisteren afgewezen. De vier wilden toegang tot de analoge kabel.

Tele2, T-Mobile, YouCa en KPN hadden toezichthouder OPTA gevraagd om UPC en Ziggo te verplichten de kabelnetwerken open te stellen zodat ook zij kabeltelevisie aan hun klanten kunnen leveren. OPTA heeft dit verzoek afgewezen en het College van Beroep voor het bedrijfsleven valt de toezichthouder nu bij.

De Europese Commissie heeft de televisiemarkt niet aangewezen als markt die voor regulering in aanmerking komt. OPTA mag de markt dan niet reguleren als deze zich zonder regulering ontwikkelt in de richting van concurrentie, stelt het College. OPTA heeft verschillende ontwikkelingen in de televisiemarkt onderkend op grond waarvan de concurrentie op de televisiemarkt inderdaad toeneemt. En heeft haar standpunt uitgebreid onderbouwd, mede aan de hand van rapporten van onafhankelijke onderzoeksbureaus.

De vier partijen onderschrijven deze ontwikkelingen weliswaar, maar zij vrezen dat hun concurrentievermogen op de televisiemarkt op termijn weer zal afnemen. Het College leek niet onder de indruk van de onderbouwing. ‘Partijen hebben niet aannemelijk gemaakt dat OPTA de ruime beoordelingsruimte die ze in dit type zaak heeft, heeft overschreden.’

Hoewel de uitspraak definitief is (hoger beroep is niet mogelijk, het CBb is de eindrechter), maken de vier nog steeds kans om tv-programma’s via de analoge kabel aan te bieden. De toegang tot de analoge kabel is reeds verzekerd nu zowel de Eerste als de Tweede Kamer daarover een besluit heeft genomen. De wetswijziging die de openstelling van de analoge kabel verplicht stelt, gaat volgend jaar gewoon in.

YouCa reageert niettemin teleurgesteld op het besluit van het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Woordvoerder Harry Kramer: “YouCa concludeert dat de historische vergissing van OPTA om zich aan de zijde van de kabelexploitanten op te stellen in rechte definitief is geworden. Dit is slecht nieuws voor de dienstenontwikkeling in Nederland en dus voor de consument die hiermede uitzicht op gereguleerde keuzevrijheid wordt onthouden.”