GfK gaat applicatiegebruik mobiel internet meten

Marktonderzoeker GfK gaat tot in detail op applicatieniveau meten hoe welke mobiele applicaties en sites worden gebruikt.
Het bedrijf voert daartoe nu pilots bij een Zweedse en Turkse mobiele telecomaanbieder. Laurens van den Oever, commercieel directeur GfK Benelux, liet dat gisteren doorschemeren tijdens zijn presentatie op de Mobile Convention Amsterdam.
“Operators hebben hun eigen analyses hiervan wel op orde. Intern weten ze wel hoe welke applicaties, diensten en sites worden gebruikt. De benchmark ontbreekt echter, een toetssteen die laat zien hoe hun resultaten zich verhouden ten opzichte van concurrenten. Die dienst willen wij gaan bieden”.
De metingen en rapportages zijn zo gestandaardiseerd dat de mobiele aanbieders de gegevens kunnen vergelijken.
GfK kan aan de zijde van operators tot op het niveau van de IP-packets het mobiele dataverkeer analyseren. Die data zijn geanonimiseerd en versleuteld. “Op het niveau van de handset zien we welke advertenties worden geklikt, wat de klikpaden zijn en welke applicaties worden gebruikt. Dat geldt enkel voor niet-versleuteld verkeer”. Hiervoor gebruikt GfK technologie van Qosmos.
De behoefte aan dit soort data groeit explosief. Steeds meer Nederlanders wisselen hun ‘gewone’ mobiele telefoon in voor een smartphone. Op dit moment is de helft van iedere verkochte smartphone met inbegrip van een mobiel data-abonnement.
GfK verwacht dat over vijf jaar driekwart van de Nederlanders een smartphone heeft, een toestel waar mobiel internet, camera en GPS in centraal staan. Dat is drie keer meer dan de 25 procent nu.
Van den Oever: “Het beeld dat ik schets is dat de basis voor een nieuwe markt er nu staat. Vergelijk het met de begindagen van de opmars van breedband internet. Wie mobiel internet wil gebruiken, heeft geen zorgen meer over hardware, instellingen en netwerk. Alles staat er qua infrastructuur, beschikbare toestellen én een sterk groeiende kritische massa met een sterke vraag naar relevante diensten.
De belofte is er al een jaar of tien, maar de doorbraak in 2010. De vraag die het bedrijfsleven zich kan stellen is: En nu?”.
Foto: apesara (cc)
Plaats een reactie
Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond