‘Nederlandse investeringsmarkt voor start-ups oververhit’

De Nederlandse investeringsmarkt voor start-ups is oververhit. Start-ups hebben zelf een goed beeld van wat zij waard zijn, maar investeerders hebben dat niet. Dat blijkt uit onderzoek van Het Financieele Dagblad en waarderingsbureau Equidam.

De werkelijke waarde van een start-up ligt 11 procent hoger dan de gemiddelde waarde die start-ups zich toekennen, aldus Equidam. Er zit echter zo veel geld in de markt dat investeerders geregeld grif meer betalen dan economische overwegingen rechtvaardigen. Daarbij gaat het met name om ‘early stage’ investeringen.

Ook is er sprake van een hype rond onderwerpen als clouddiensten, cybercriminaliteit en financiële innovatie. Investeerders zijn daar gevoelig voor. Ze willen niet in een saai thema investeren.

Nederlandse investeerders maken ook volop gebruik van zakelijke beschermingsmaatregelen, zoals de ‘liquidation preference’. Dat is een preferente uitkering die een investeerder met voorrang ontvangt bij de verkoop van het bedrijf. In Nederland wordt de ‘liq pref’ meestal op één à anderhalf keer de inleg gezet. Dat gaat al aardig richting Amerikaanse waarden.

‘Er is te veel geld beschikbaar. Waar vroeger een miljoen genoeg was, wordt nu 3 tot 5 miljoen gevraagd,’ zegt Maarten Beucker Andreae van Million Monkeys. ‘De plek waar het echt om gaat, de bedrijven die hebben laten zien dat ze de juiste productmarktcombinatie te pakken hebben, is het juist ontzettend lastig om geld los te krijgen, zeker in Nederland.’