UPC met politie-filter tegen kinderporno

Kabelbedrijf UPC gaat alle internetverkeer van zijn klanten filteren. Alle bezoeken aan kinderpornosites worden geblokkeerd met behulp van een lijst die de provider van de KLPD betrekt. Het bedrijf hoopt dat andere providers volgen. KPN lijkt niet van zins de zelfopgelegde censuur over te nemen, omdat providers niet verantwoordelijk zijn voor de inhoud van de data die ze vervoeren.

Klanten van Chello die proberen een website te bezoeken waarvan bekend is dat er kinderporno op staat, krijgen het deksel op de neus. Ze krijgen een pagina te zien waarop staat dat de site niet-toegankelijk is gemaakt. UPC gebruikt hiervoor een lijst met 3.000 internetadressen die ze direct van de KLPD en het Landelijk Parket betrekt. Van die adressen staat vast dat er kinderporno op staat.

De provider begint mogelijk deze week al met het filterproces, aldus een UPC-woordvoerder. Er is geen ontkomen aan de zelfopgelegde censuur. Alle Chello-klanten krijgen ermee te maken. Het filter is niet uit te schakelen.

De woordvoerder: "Het idee komt uit Noorwegen, waar een UPC-dochter aan eenzelfde techniek werkte. Inmiddels is dat dochterbedrijf verkocht, maar we hebben het idee overgenomen. We hopen dat andere providers in Nederland hetzelfde filter gaan gebruiken. Anders heeft het systeem geen effect en hoeft een klant alleen maar naar een andere provider over te stappen. Ik heb overigens niet de illusie dat het systeem voor 100 procent waterdicht is."

De introductie van het nieuwe filter werd gisteren bekend tijdens het debat 'De prijs van een veilig internet' georganiseerd door Xs4all in De Balie te Amsterdam. Daar bleek al snel dat de dochterproviders van KPN vermoedelijk niet het politiefilter in hun netwerken zullen installeren. Een namens KPN sprekende aanwezige in de zaal vindt niet dat providers redactionele verantwoordelijk moet nemen over het verkeer dat over hun netwerken gaat.

Simon Hania, technisch directeur van Xs4all, over internetfilters: "Dit soort middelen kan ook voor andere doeleinden worden ingezet. Dit is een signaal dat Nederlandse internetproviders samen een standpunt moeten vormen."

Of de klanten van internetproviders behoefte hebben aan een voorselectie van hun lees- en kijkgedrag op internet lijkt nog maar de vraag. De EO exploiteert sinds 6 jaar de zogeheten Filternet-dienst. De achterban van de publieke omroep kan zich abonneren op deze dienst die onwelgevallig internetmateriaal buiten de beur houdt. De marketingmanager, Emiel Hop, van Filternet gaf gisterenavond zicht op het gebruik van de dienst. "Er zijn 30.000 gebruikers van de dienst, op een EO-achterban van 500.000 leden. Als je meerekent dat er ook niet-leden van de EO Filternet gebruiken, komt dat neer op een penetratie van 8 procent."

Hoogleraar Informatierecht aan de UvA Egbert Dommering gaf eerder gisterenavond al aan dat hij vindt dat internetproviders en zoekmachines in beginsel niet verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor de inhoud waar ze toegang toe geven.

Tegen UPC zegt hij: "U schakelt een kanaal actief uit met hulp van de politie. Dat is onjuist en een aanvechtbare zakelijke stelling. U maakt een redactionele selectie. Wat als de AIVD met een lijst komt met vermeende terreursites, wat doet u dan? U begeeft zich op een hellend vlak." Een UPC-zegsman: "Dat zien we dan wel weer." Volgens Dommering is filtering een zwaarder middel dan de grootste drempel tot porno die in de wet wordt opgelegd, de leeftijdsgrens in artikel 7 van de Grondwet.

Sitebeheerders wiens IP-adres onterecht in het KLPD-filter terecht is gekomen kunnen bij de opsporingsdienst een bezwaarprocedure aantekenen. Het verloop van die procedure is niet transparant.

SP-kamerlid Arda Gerkens vindt dat in de strijd tegen kinderporno zware middelen zoals proactieve inhoudsfiltering geoorloofd is. Zo liet ze tijdens dezelfde paneldiscussie weten. "Hulde voor UPC. Kinderporno is verwerpelijk. Er is al een notice & take down-procedure, maar dit is een zwaarder middel." Wel stelde de politica dat internetproviders niet verantwoordelijk gehouden mogen worden voor de inhoud van de vervoerde gegevens.