Eén jongere op vier kreeg online negatieve commentaar

Masterstudenten Strategische Communicatie van UAntwerpen werkten een campagne tegen online haat uit, in opdracht van Facebook en EdVenture Partners. Zo willen ze het probleem van ongewenste commentaren op iemands uiterlijk, lichaam of seksualiteit aanpakken. Uit hun onderzoek blijkt dat dat nodig is: één jongere op vier kreeg ermee te maken in een periode van twee maanden.

De campagne bouwt voort op internationaal onderzoek, maar ook op een studie die door het team in april werd uitgevoerd bij 99 jongeren uit de eerste graad secundair onderwijs. De resultaten van dit onderzoek tonen aan dat in de afgelopen twee maanden één op vier jongeren via de sociale media ongewenste commentaar ontving op zijn of haar uiterlijk, lichaam of seksualiteit en één op vier jongeren werd tijdens deze periode slet, hoer of iets gelijkaardigs genoemd. Snapchat, Instagram en Whatsapp worden hiervoor het vaakst gebruikt. Meestal worden jongeren hiermee geconfronteerd via (niet-anonieme) privéberichten.

Positieve boodschap meegeven

Om online haat aan te pakken heeft het team een campagnevideo gemaakt. Die wordt momenteel online verspreid naar zo veel mogelijk jongeren. Het team trekt ook naar scholen om jongeren via een spelactiviteit bewust te maken van online haat en het feit dat dit niet oké is.

“We willen vooral een positieve boodschap meegeven,” zegt prof. Sara Pabian, die het project begeleidt. “Jongeren zouden hun uiterlijk en hun gedrag niet mogen laten bepalen door gemene en kwetsende  commentaren van leeftijdsgenoten.”

Wie geïnteresseerd is in het promotiemateriaal of de spelactiviteit kan contact opnemen met het team via hun socialemediakanalen (www.facebook.com/stoplabelingus of www.instagram.com/stoplabelingus).