Sociale druk bepaalt reacties op cyberpesten

Wanneer jongeren getuige zijn van cyberpesten op Facebook laten ze zich leiden door de ernst van de situatie en de sociale context om te bepalen hoe ze zullen reageren. Dat blijkt uit een bevraging die Sara Bastiaensens (UAntwerpen) deed bij 453 Vlaamse jongeren.
Onderzoekster Sara Bastiaensens, verbonden aan de onderzoeksgroep MIOS (Media en ICT in Organisaties en in de Samenleving), confronteerde 453 Vlaamse jongeren uit het tweede middelbaar met fictieve, maar levensechte scenario’s over cyberpesten op Facebook. De jongeren werd gevraagd aan te duiden of ze het slachtoffer zouden helpen, bijvoorbeeld door het slachtoffer te verdedigen of te troosten, maar ook of ze zouden meedoen met de pesterijen, bijvoorbeeld door de post te liken of door zelf beledigingen te posten.
“Uit de resultaten blijkt dat gemiddeld 86% van de jongeren het slachtoffer zou helpen, terwijl 14% toegaf dat ze mee zouden gaan pesten”, legt Bastiaensens uit. “Het onderzoek toont aan dat zowel de ernst van de situatie als de andere mensen op Facebook een rol spelen in de manier waarop jongeren zouden reageren.”
Of jongeren het slachtoffer zouden helpen, hangt ervan af hoe ernstig ze de situatie inschatten. Zo vinden ze een gênante foto erger dan een belediging posten op iemands Facebookwall. Bij de gênante foto zei 88% van de jongeren dat ze het slachtoffer zou helpen, terwijl bij de belediging slechts 85% het slachtoffer wilde helpen. Dit eerder kleine verschil is volgens Bastiaensens deels te wijten aan sociale wenselijkheid: “Vaak zullen jongeren aangeven dat ze het slachtoffer willen helpen, omdat dat de sociale norm is. Kleine verschillen in hun wil om te helpen zijn daarom al betekenisvol. Toch moeten we er rekening mee houden dat willen helpen niet automatisch betekent dat jongeren dit in het echte leven ook zullen doen. Uit eerder onderzoek bleek namelijk dat jongeren vaak niets doen als ze getuige zijn van cyberpesten.”
Sociale druk
Ook de sociale context op Facebook en de negatieve dan wel positieve sociale druk van anderen bepaalt hoe jongeren zouden reageren. Bastiaensens: “Uit de resultaten blijkt dat zowel de negatieve druk om mee te pesten, als de positieve druk om het slachtoffer te helpen sterker is wanneer die van goede vrienden komt. Jongeren geven aan sneller mee te zullen pesten als hun vrienden ook pesten (19%) dan wanneer kennissen pesten (12%). Daarnaast zouden jongeren minder snel overgaan tot pesten wanneer goede vrienden het slachtoffer verdedigen (10%) dan wanneer kennissen dit doen (13%).”
Tot slot vergeleek de onderzoekster de antwoorden van jongens en meisjes met elkaar. Jongens zijn meer geneigd om mee te doen met de pesterijen (17%) dan meisjes (9%). Meisjes kiezen er dan weer vaker voor om het slachtoffer te helpen (91% van de meisjes tegenover 82% van de jongens).
Cyberpestinterventies
Bastiaensens: “Deze resultaten zijn van belang voor interventieprojecten en lessenpakketten die cyberpesten op sociale netwerksites, zoals Facebook, willen aanpakken. Er bestaat negatieve sociale druk om mee te doen met de pesterijen. Daarom is het belangrijk dat jongeren leren omgaan met deze negatieve sociale druk, vooral wanneer deze afkomstig is van goede vrienden. Ook blijkt dat jongeren wel degelijk het slachtoffer zouden willen helpen, zeker bij ernstige cyberpesterijen. Tot nu toe is er echter weinig kennis over welke vorm van helpen het meest effectief is. Dat is een van de belangrijke vragen waar toekomstig onderzoek naar cyberpesten op sociale netwerksites een antwoord op zou moeten bieden.”
Dit artikel is een ingezonden bericht en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.