Helft Nederlandse huishoudens heeft digitale televisie

Bijna 51 procent van de Nederlandse huishoudens had halverwege vorig jaar de beschikking over digitale televisie. In 2008 was dit nog 41 procent. De toename in digitale ontvangst wordt voornamelijk veroorzaakt door stijging van digitale ontvangers via de kabel (van 18,5 naar 32,2 procent) en Digitenne (7,5 naar 9.6 procent).

Dat blijkt uit een jaarlijks onderzoek van Stichting KijkOnderzoek (PDF).

Het gebruik van digitale diensten via de digitale ontvanger mag ook op meer belangstelling rekenen. Het meest wordt gebruik gemaakt van extra televisiezenders, de elektronische programmagids (EPG) en extra radiozenders, met respectievelijk 23, 20 en 14 procent. Van alle huishoudens gebruikt 37 procent een digitale ontvanger voor een of meerdere diensten.

Mobiel

Televisiekijken via internet is allang geen uitzondering meer. Van alle huishoudens kijkt bijna 35 procent wel eens online een televisie-uitzending. Al gebeurt dit voor het overgrote deel nog alleen wanneer men een reguliere uitzending op televisie gemist heeft. Televisie kijken op de mobiele telefoon daarentegen gebeurt slechts mondjesmaat. Hier heeft slechts 1,5 procent van de huishoudens zich wel eens aan gewaagd.

De opkomst van digitale decoders die een harddisk hebben – in 9,2 procent van de huishoudens te vinden – drijft voor een deel de stijging van het totaal aantal harddisk recorders in bezit van de Nederlandse televisiekijker. Het aantal harddisk recorders ging van 14,7 procent in 2008 naar 21,6 procent in de tweede helft van 2009.

KPN liet tijdens de3 toelichting op de kwartaalcijfers eind vorige maand nog weten meer dan 1 miljoen klanten voor Digitenne en Interactieve TV te hebben. Nog voor de zomer wil het bedrijf televisiediensten op de markt brengen die stevig concurreren met die van de kabelaars.