Deel dit artikel
-

Crowdfunding maakt professionaliseringsslag

Crowdfunding zoekt de breedte op: van goede doelen tot verzekeringen en bedrijfsfinancieringen. Zelfs banken en financiële instellingen krijgen interesse. En op de Nederlandse markt dreigt door verdere professionalisering zelfs een shake-out.

Zo kan het ook: technisch student Eric Migicovsky kwam – toen hij aan de TU Delft studeerde – op het idee om een slim horloge (Pebble) te maken, zodat hij tweets en andere informatie van zijn iPhone snel kon controleren. De telefoon kon hierdoor gewoon in de jaszak blijven. In plaats van de beoogde 100.000 dollar voor duizend Pebbles, wist de Amerikaan via crowdfundingsite Kickstarter.com tien miljoen dollar op te halen, waarvoor meteen zes ontwikkelaars konden worden aangesteld.

Pebble geldt als het ultieme crowdfundingsucces (het grootste bedrag ooit via crowdfunding opgehaald), maar ook eentje waarbij alle omstandigheden gunstig waren. Migicovsky had het concept reeds aangetoond via horloges voor de BlackBerry. Hij had daarnaast al via een business accelerator startkapitaal voor zijn onderneming opgehaald. En het is een product met een hoog hebbedinggehalte. Evenzoveel projecten zijn echter voortijdig gesneuveld, omdat de ondernemer zijn potentiële financiers niet kon overtuigen.

En toch: crowdfunding is niet meer weg te denken. Er gaat geen week voorbij of er duikt wel weer een nieuw initiatief op. Het Rijksmuseum Twente kocht een topstuk dankzij crowdfunding. Uitgever Lof Media tuigde een crowfundingsite op om een jubileumnummer van een vrouwentijdschrift te kunnen financieren. En de naar eigen zeggen eerste Nederlandse crowdfundingwebsite voor kunstprojecten, Voordekunst.nl, meldde onlangs dat het de grens van een miljoen euro is gepasseerd.

De groei heeft zeker een relatie met de crisis; banken trekken zich steeds meer terug uit de financiering van het midden- en kleinbedrijf. In de nasleep van de kredietcrisis moeten banken aan steeds strengere regels voldoen en dus worden risicovolle financieringen gemeden. Maar gebrek aan bancair krediet is zeker niet het enige wat de markt heeft doen ontstaan; bedrijven hebben de kracht van de massa ontdekt.

Equity gap
Op dit moment zijn er wereldwijd ongeveer vijfhonderd crowdfundingplatformen. Vorig jaar hebben die samen 1,5 miljard dollar opgehaald, waarvan iets meer dan 3,2 miljoen dollar (2,7 miljoen euro) in Nederland. Wereldwijd werden in 2011 een kleine miljoen financieringen succesvol afgerond, waarvan een belangrijk deel een vorm van voorverkoop (rewards of pre-sale) betrof. Deelnemers betalen een bedrag vooruit voor een cd of film, zodat de makers verzekerd zijn van afname. Een tweede categorie zijn donaties, oftewel goede doelen en gerelateerde zaken. Sterk in opkomst zijn geldleningen aan particulieren of bedrijven.

In de Verenigde Staten is het grootste crowdfundingplatform niet Kickstarter, maar Lending Club. Sinds 2006 is hier voor meer dan 650 miljoen dollar geleend en uitgeleend. Het Nederlandse equivalent heet Geldvoorelkaar en biedt zakelijk en particulier krediet.

De groei gaat voorlopig nog wel even door. De schattingen zijn dat eind dit jaar de grens van 2,8 miljard dollar wordt overschreden, een groei van 87 procent ten opzichte van een jaar geleden. Het Amerikaanse Kickstarter heeft sinds de start in 2009 alleen al 275 miljoen dollar opgehaald.

Een veelgehoord misverstand is dat met crowdfunding alleen kleinere bedragen worden opgehaald. Dergelijke bedragen zijn juist makkelijk te lenen bij vrienden. Dat blijkt ook uit de cijfers: alleen bij reward crowdfunding gaat het vaak om bedragen onder de 5.000 euro. Crowdfunding is juist interessant voor de wat grotere financieringen, dat wat in de volksmond de equity gap wordt genoemd. In Nederland is dat 35.000 tot 150.000 euro.
In 2011 werd in ons land gemiddeld 10.000 euro per afgerond crowdfundingproject opgehaald. Voor ondernemingen lag het gemiddelde op 41.000 euro, met uitschieters naar 150.000 euro. “Ook bedrijven kijken steeds meer naar crowdfunding als financieringsbron”, zegt CEO Korstiaan Zandvliet van Symbid, een platform voor bedrijfsfinancieringen. Dertig procent van de kapitaalbehoefte bij Symbid heeft betrekking op een online activiteit. Zo werd 150.000 euro opgehaald voor een platform voor de ontwikkeling van mobiele apps. Zandvliet: “Het succes is deels te verklaren doordat mensen meer beschikkingsmacht willen. Dat zie je tot op zekere hoogte ook terug bij groene beleggingen.”

Gijsbert Koren, medeoprichter van advieskantoor Douw&Koren en ooit betrokken bij het Utrechtse platform CrowdAboutNow, wijst op andere voordelen, zoals proof of market. “Als een grote groep kleine investeerders in een onderneming investeert, kan dit een indicatie zijn van het toekomstig succes van deze onderneming of het product. Een succesvolle crowdfundingcampagne kan dus ook erg interessant zijn voor een volgende financieringsronde.”

“Je hoort wel eens dat de crowd dom is, en niet in staat zou zijn om projecten goed te beoordelen”, vult Zandvliet aan. “In de praktijk zie je juist dat meerdere mensen bij de financiering zijn betrokken, ook zakenpartners, dat versterkt het vertrouwen.” Ook dat blijkt uit de statistieken: het Amerikaanse Kickstarter claimt een successcore van 44 procent, 41 procent van de projecten komt niet tot stand.

Sellaband
Voor een internetfenomeen is crowdfunding eigenlijk verrassend laat begonnen: zo rond 2004. Crowdfundingpionier Pim Betist ziet een duidelijke relatie tussen crowdfunding en de opkomst van streaming media. “Als je op afstand investeerders wilt aantrekken, zul je een goede presentatie moeten geven, mogelijkheden die pas met de komst van YouTube werden geboden. Crowdfunding draait immers voor een groot deel om het kweken van ambassadeurs: dat vergt tijd, energie en een juiste context”, aldus Betist.

Hij kent het klappen van de zweep: Betist startte in 2006 de crowdfundingsite voor muzikanten en muziekliefhebbers Sellaband, die bands hielp met het ophalen van geld voor een cd. Voorbeelden had hij destijds niet, Kickstarter (opgericht in 2008) moest nog beginnen. “In 2001 zag ik al dat platenmaatschappijen te weinig geld hadden voor nieuw talent”, zegt Betist, die nogal wat denktijd nodig had voordat hij zijn baan bij Shell durfde op te zeggen.

In totaal wisten 34 artiesten geld via Sellaband op te halen, ruim drie miljoen euro, en dus kwam het faillissement in 2010 tamelijk onverwacht. Belangrijkste oorzaak was het feit dat Sellaband zelf te weinig aan de bemiddeling verdiende. Betist wilde geen aandeel meer in de doorstart, zegt hij. “Ik vind dat je aan het begin van de waardeketen moet gaan zitten, dat is de kracht van crowdfunding, maar de andere teamleden wilden er een platenmaatschappij van maken, met bekendere artiesten.”

Betist is doorgegaan met Africa Unsigned: crowdfunding voor Afrikaanse artiesten. Ook dat is een leerproces geweest, zo moet hij toegeven. Geld ophalen voor Afrikaanse artiesten in West-Europa blijkt niet zo simpel. “We hebben besloten om ons werkterrein naar Afrika zelf te verplaatsen, maar dan spreek je over veel lagere bedragen die deelnemers kunnen fourneren. Daar komt bij dat de internetpenetratie in Afrika gering is. We richten ons daarom niet uitsluitend meer op crowdfunding, en verdienen via rechten en cd-verkoop.”

Betist laat zich namens zijn nieuwe bedrijf Ripple tegenwoordig ook inhuren als adviseur van crowdfundingprojecten. Onder meer adviseerde hij ABN AMRO, dat dit voorjaar het crowdfundingplatform Seeds is begonnen als onderdeel van Dialogues Incubator; de kweekvijver voor ondernemerschap op het gebied van financiële dienstverlening. Betist is er, net als veel andere crowdfundingondernemers, van overtuigd dat grote financiële instellingen crowdfunding zullen omarmen.

Seeds draait momenteel met een vijftal duurzame ondernemingen. Volgens Seeds-manager Arthur van der Graaf gaat de bank de komende tijd bekijken hoe dit soort investeringen structureel binnen ABN kunnen worden ingepast. Paul Iske, die leiding geeft aan de innovatietak binnen de bank, noemt Seeds “een goed voorbeeld van Next Generation Banking, waarbij mensen niet alleen focussen op Return on Investment maar ook op Return on Involvement.”

“Bij crowdfunding gaat het niet zozeer om het halen van een hoog rendement,” benadrukt Van der Graaf. “De kracht zit hem in het feit dat je een netwerk hebt van mensen die geloven in je product of dienst. De communicatie is van wezenlijk belang. Je kunt het vertrouwen bij je achterban versterken door openheid te geven over je onderneming.”

Voor snackmerk Yuno, dat via Seeds 35.000 euro wil ophalen voor de ontwikkeling van een ‘tienuurtje’, een gezonde ochtendsnack, was dit ook een belangrijke overweging om via Seeds financiering aan te trekken. Het bedrijf had al eerder geld via een informal investor en een participatiemaatschappij opgehaald. Men wilde crowdfunding juist gebruiken om een fanbase te verzamelen. Door de investeerdersgroep zoveel mogelijk te voeden, kun je het maximale uit je achterban halen. Dat blijkt te werken: het duurzaam communicatiebureau GreenGraffiti heeft via Seeds inmiddels zijn investering binnengehaald.

Vergunning
Van der Graaf erkent dat de Nederlandse markt nog niet echt volwassen is. “Het grootste probleem dat ik zie, is dat deze platforms nauwelijks verkeer genereren, alsof je een restaurant in een woestijn opent. Op die manier haal je ook niet voldoende geld uit de markt.”

Ook zijn er volgens de experts te veel initiatieven: Nederland telt ongeveer dertig platforms, terwijl Duitsland er maar twintig heeft. Dat betekent versnippering en overlapping. Gemiddeld kost het twee weken om de eerste kwart van de financiering op te halen. Dat wordt moeilijker als de aandacht over vele platforms moet worden verdeeld. Sowieso is het vorig jaar in Nederland opgehaalde bedrag van 2,7 miljoen euro (vergeleken met een half miljoen in 2010) nog erg bescheiden. Betist: “Je ziet op allerlei Nederlandse blogs vaak enthousiaste vergelijkingen met Kickstarter, maar als je die bedragen vertaalt naar de Nederlandse markt, is het potentieel wat je als project kunt ophalen een paar ton.”

De kleinschaligheid levert meer problemen op. De platforms verdienen een courtage over het geld dat wordt opgehaald. Dat varieert van twee procent aan de onderkant van de markt tot 25 procent aan de bovenkant, maar met een (te) groot aanbod staan de marges onder druk.

Daar komt bij dat de juridische positie van de platforms onduidelijk is. Slechts een enkeling werkt met een vergunning of ontheffing. In 2011 hebben de financiële toezichthouders Autoriteit Financiële Markten (AFM) en De Nederlandsche Bank (DNB) aangekondigd dat ze de markt wat meer gaan volgen. Het is verboden om in Nederland buiten besloten kring opvorderbare gelden aan te trekken. Daarvoor is een bankvergunning nodig. Het aan elkaar lenen van geld valt weer onder de kredietwetgeving. Omdat het opgehaalde geld ook weer uitgeleend kan worden, kan crowdfunding verschuiven naar een vorm van bankieren, waarschuwde toenmalig president van DNB Nout Wellink al eens.

Volgens John Molenaar, verbonden aan Van Diepen Van der Kroef Advocaten, liggen de eisen van de toezichthouders te hoog, al heeft de Europese wetgever wel rekening gehouden met deze nieuwe vorm van financiering. Zo kan een onderneming voor de financiering van haar eigen activiteiten via crowdfunding zonder vergunning of prospectus tot 2,5 miljoen euro opvragen. Maar dan moet wel expliciet vermeld worden dat de aanbieding geschiedt zonder vergunningplicht.

Ongeveer 45 procent van alle crowdfundingplatforms in de wereld werkt momenteel met een escrowdienst, een soort derdenrekening. Betist heeft al eens voorgesteld om voor alle Nederlandse platforms een gezamenlijk escrowdienst op te richten, want vooral startende platforms kunnen zich de juridische kosten niet permitteren. Om die reden levert Zandvliet met Symbid een kant-en-klaar platform, waarbij ook de juridische aspecten via een erkende escrowdienst volledig gedekt zijn.

Shake-out
Vertrouwen is belangrijk. Een van de redenen waarom peer-to-peerleningen in Nederland geen hoge vlucht hebben genomen, is volgens Koren omdat Boober – een marktplaats waar particulieren elkaar geld konden lenen – in 2008 failliet is gegaan. En er liggen meer rampen op de loer. Nogal wat investeerders komen af op het voorgespiegelde hoge rendement, dat bij sommige projecten wel tot dertien procent kan oplopen. Maar de aflossingen en rente kunnen een probleem zijn als de ondernemer zijn financieringsbehoefte onderschat en er meer geld moet worden opgehaald.

Menigeen houdt rekening met een shake-out in de Nederlandse markt, waarbij misschien drie grote crowdfundingpartijen overblijven. Nicheplatforms blijven mogelijk, maar dan bij voorkeur onder de paraplu van de grotere partijen, aldus Koren.

Nederland kent inmiddels diverse crowdfundingplatforms voor boeken, journalistieke producten, speelfilms, kunst en muziek en ook de gamingindustrie heeft crowdfunding sinds kort ontdekt. Nadat gamestudio Double Fine Adventures 3,3 miljoen dollar wist op te halen, duikt het ene na het andere platform op, waaronder het Amsterdamse Gambitious, een initiatief van Symbid.

Koren verwacht dat echt interessante innovaties zullen blijven komen van mensen die niet uit de traditionele financiering afkomstig zijn. “We zien steeds meer variaties op crowdfunding, denk aan verzekeringen en inkoop, je hebt een frisse blik nodig om iets nieuws te beginnen.”

De verwachting is dat de selectie van projecten gaandeweg sterk wordt verbeterd. Crowdfundingplatformen worden volgens Betist straks hybride vormen van venture capital, business angels en andere financieringsmethoden, waarbij deskundigen de projecten ook beter kunnen valideren. “De kennis zal vaker te vinden zijn bij banken, dat gaat verschuiven”, denkt ook Zandvliet. Hij hoopt op een synergie tussen Amerikaanse en Europese crowdfundingplatformen. Het is op dit moment namelijk niet makkelijk om je als Nederlands bedrijf bij Amerikaanse crowdfundingplatforms aan te melden. In de meeste gevallen worden teams gevormd tussen Europese ondernemers en Amerikaanse partners om campagnes vorm te geven.

De Amerikaanse Jumpstart Our Business Startups (JOBS) Act, die de financiering van het Amerikaanse midden- en kleinbedrijf via onder meer crowdfunding moet vereenvoudigen zonder al te veel beperkende regels, zou daarbij wel eens als katalysator kunnen gaan fungeren, verwacht Zandvliet. Eerst in de VS zelf, waar steeds meer regionale initiatieven opduiken, maar wellicht daarna ook via strategische investeringen in Europa.

Volgende generatie crowdfunding

  • Verdere specialisatie: meer en meer platforms voor doelgroepen, zoals AppStori voor mobiele apps, Gambitious voor gaming, Petridish voor wetenschap en Emphas.is voor fotojournalistiek.
  • Fullservice dienstverlening: meer aanvullende diensten, met name voor de communicatie met de achterban.
  • Samenwerking: crowdfundingplatforms delen faciliteiten en kennis.
  • Hybride vormen: mengeling van venture capital, business angels en andere financieringsmethoden, waarbij deskundigen de projecten beter kunnen valideren.

*) Dit artikel verscheen in het augustusnummer van Emerce magazine (#115)

Deel dit bericht

3 Reacties

Jochem Vroom

In dit artikel wordt Symbid genoemd, een Nederlands bedrijf nota bene dat toch wel als eerste partij ! ter wereld ! het uiteindelijk winnende model: hybrid funding implementeert. (Zowel via Equity als via het in de US populaire Pledging) Simpelweg: Waanzinnig wat dit bedrijf aan het doen is en hoeveel meer exposure dit nieuwe model eigenlijk zou moeten verdienen.

Daar buiten blijft dit een leuk onderwerp om over te lezen, ben benieuwd waar dit daar toe gaat.

Jeremy Timessen

Erg interessant en diepgaand artikel. Complimenten!

Maarten van Eenghen

Prima artikel, beetje erg gedetailleerd wel (interessant genoeg voor leken?) en ik mis http://www.tenpages.com, volgens mij de grootste van nederland?

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond