Apple lanceert eerste Macs met Apple Silicon
Apple zet vandaag een belangrijke stap in zijn geschiedenis met de onthulling van de eerste Macs die gebruikmaken van een eigen ARM-architectuur: Apple Silicon. Naast een 13-inch MacBook Pro wordt een 13-inch MacBook Air en een MacMini met eigen chiptechnologie gelanceerd.
De chip is het belangrijkste verschil met voorgaande modellen. Aan het design is helemaal niets veranderd. De MacBooks zijn zelfs even duur als de Intel versies, maar wel sneller en zuiniger. De chip levert prestaties met een derde van het stroomverbruik van de snelste pc-chip. De MacBookAir houdt het zes uur langer vol dan voorgangers met Intel-processors. De ventilator is verdwenen.
De MacBook Air kost hier 1129 euro, de MacBook Pro 1449 euro en de MacMini 799 euro. Alle drie verkrijgbaar vanaf 17 november.
De nieuwe M1 chip is gebaseerd op de A14-chip van de nieuwe iPhone 12. Hierdoor kan Apple zijn software beter afstemmen op de hardware.
Ooit gebruikte Apple Motorola chips voor zijn Macs. Vanaf 1994 maakte Apple met Motorola en IBM zijn eigen PowerPC chips. In 2006 werd overgeschakeld op standaard Intel chips. Daardoor kon Apple flink wat geld uitsparen. Een voordeel was dat hierdoor ook Windows kon draaien op Macs. Apple levert daar ook software voor.
Apple is van plan om de Intel-chips compleet uit te faseren. Binnen twee jaar tijd moet de overstap naar Apple Silicon voltooid zijn: dan hebben alle Macs een Apple Silicon-chip. Een nieuw ontworpen iMac en een kleinere Mac Pro met Apple Silicon worden volgend jaar verwacht. De Intel MacBooks blijven voorlopig ook nog te koop.
De overgang naar een nieuwe architectuur betekent wel dat alle software moet worden herschreven. Wel gebruikt Apple emulatiesoftware om oudere software te laten draaien, zoals dat destijds ook het geval was toen Apple naar Intel chips overstapte.
Een van de voordelen van Apple Silicon is dat ontwikkelaars met minimale inspanning hun bestaande iOS-apps geschikt kunnen maken voor Macs. Netflix en HBO hebben dat al gedaan. Aangepaste iPadOS-apps zijn voortaan ook in de Mac App Store te vinden.
Apple geeft donderdag eindelijk macOS Big Sur vrij, de systeemsoftware voor Macs waarvan al maanden stabiele bètaversies beschikbaar waren.
Geruchten over de terugkeer van een superdunne 12 inch MacBook zijn onjuist gebleken. Insiders hadden verder verwacht dat Apple vanavond eindelijk de AirTag zou onthullen, een tracker met Ultra Wideband-chip, waarmee je heel nauwkeurig de locatie van uiteenlopende voorwerpen kunt achterhalen. Maar die aankondiging is kennelijk weer uitgesteld.
Deel dit bericht
Plaats een reactie
Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond
1 Reactie
bert
De presentatie had een sterk WC-eend gevoel, en het fake-nieuws druipte er vanaf. De Mini is 3x zo snel…. als de oude instapmini, niet t.o.v. het vorige topmodel. Maar je kunt minder schermen, minder USB apparaten aansluiten, en het voor video-editors zeer belangrijke 10GB Ethernet is geschrapt.
En het is hws het einde van MacOS als open systeem: niet langer dual-booten met Windows 10, en niet langer MacOS op een generieke PC bak. Combineer dat met het feit dat in feite iedere Mac sinds 2008/2009 nog prima bruikbaar is anno 2020, en ik denk dat Apple’s hunkering naar het dumpen van Intel omdat ze daar het 5 jaar eigenlijk niet wisten wel eens vies kan gaan tegenvallen. Volgende stap is onmogelijk maken side-loaden apps, en MacOS wordt het nieuwe Windows Phone.