CEO GitLab: ‘Remote-only is bij ons de norm’

Open source-platform GitLab haalde dit najaar twintig miljoen dollar op. “Het schalen van een bedrijf gaat sneller als je op afstand met elkaar communiceert”, zegt CEO Sid Sijbrandij, die zijn personeelsbestand in anderhalf jaar tijd heeft vertienvoudigd.

In vijf jaar tijd is het snel gegaan met GitLab. De Oekraïner Dimitri Zaporozhets legde met zijn zelf ontwikkelde software de basis voor het open source-platform, waarna Sijbrandij de startup opbouwde vanuit een huiskamer in de Utrechtse wijk Ondiep, grotendeels via Skype. Nog altijd wordt er volop geskyped, maar dan vanuit San Francisco, waar Sytse (inmiddels Sid geheten) zich permanent vestigde na een programma begin vorig jaar bij incubator Y Combinator.

“Om echt te kunnen groeien, was het vanzelfsprekend om hier te blijven”, vertelt Sijbrandij. “Vrijwel alle belangrijke investeerders zitten hier, net als negentig procent van de techmedia. Twee derde van onze omzet komt inmiddels ook hier vandaan.”

Qua financiering zijn grote stappen gezet: in 2015 werd al 5,5 miljoen dollar opgehaald, voor het grootste deel bij Khosla Ventures, dit jaar gevolgd door een investeringsronde die twintig miljoen dollar opleverde. Het personeelsbestand groeit navenant mee: van negen naar ruim honderd medewerkers.

Overcommuniceren
Verwacht echter geen groot kantoor met tientallen cubicles: GitLab werkt ‘remote only’. Sijbrandij: “We hebben medewerkers over de hele wereld. Contact verloopt via chat en videocalls. Men zegt dat communicatie op afstand minder efficiënt werkt, maar ik ben overtuigd van het tegendeel. Het helpt daarbij dat we al onze voortgang heel duidelijk vastleggen. We overcommuniceren, want informele kanalen zijn er niet. Zo heeft iedereen toegang tot dezelfde informatie.”

Een bedrijf als GitLab vergt sowieso een ultiem gestructureerde operatie, want er werkt een community van twaalfhonderd programmeurs vrijwillig mee aan de open source-oplossingen. Die gemeenschap moet je ook te vriend houden. GitLab biedt daarnaast ook een premium-variant waar bedrijven voor betalen. “Dat luistert heel nauw, want daar mogen alleen extra features in zitten die niet uit de open source-versie komen. Zodra daar twijfel over ontstaat, zijn we heel helder: dan verplaatsen we die feature naar de gratis variant.”

Roadblocks
GitLab onderscheidt zich van de concurrentie dankzij een geïntegreerde strategie, waarbij alle features optimaal op elkaar aansluiten. Tegenstrever GitHub is gebaseerd op externe services die je zelf moet integreren. Een andere partij zoals Atlassian biedt weer veel eigen producten, maar die werken niet optimaal samen, mede dankzij de compleet verschillende programmeertalen.

Hoewel GitLab zich als startup ontwikkelt door telkens kleine ‘roadblocks’ in het eigen programmeerproces op te lossen, worden zakelijk juist grote stappen gezet. “Als je toch weet dat je investeerders nodig gaat hebben, kun je ze maar beter te vroeg binnenhalen”, zegt Sijbrandij. “Ons uiteindelijke doel is om over een aantal jaar naar de beurs gaan. Dat lukt de meeste startups niet, dus moeten we zorgen dat we echt uniek zijn. En moeten we niet vooral bezig zijn met de buitenkant. Uiteindelijk willen bedrijven hun software zelf kunnen hosten en dat is dan ook precies wat we bieden aan zo’n honderdduizend bedrijven.”

* Dit artikel verscheen eerder in het novembernummer van Emerce magazine (#153).

Foto: Marc Olivier Le Blanc (in opdracht  van Emerce)