Deel dit artikel
-

eDay 2019: ‘We gebruiken Russische technologie om Russische machthebbers te ontzenuwen’

Burgerjournalistiek wordt steeds belangrijker, en de nonprofitorganisatie Bellingcat is daar een sprekend voorbeeld van. Namens die organisatie spreekt op eDay Henk van Ess. Van Ess wist onder meer het huis van de voortvluchtige crimineel Shahin Gheiybe – gezocht door justitie sinds 2011 – op te sporen. Uit het verleden kennen we Van Ess vooral als zoekspecialist.

Hoe komt een zoekspecialist terecht bij Bellingcat en wat doe je voor ze?

“Ik werk elf jaar als zelfstandig trainer/adviseur bij Europese mediahuizen, universiteiten en ondernemingen en freelance voor NBC News in New York en International Fact Checking Network van Poynter. Er is veel vraag naar ‘verhalen vinden in big data’. De oprichter van Bellingcat, de Brit Eliot Higgins, vroeg me op de allereerste Bellingcat training, in Londen, te laten zien hoe je sociale media filtert. Ik voelde me meteen thuis.

“Bij Bellingcat werken slimme mensen die voor hun lol fanatiek rechercheren en net als ik, ook nog eens God-games spelen. Sinds die workshop in Londen werk ik vrijwel elke maand mee aan cursussen in Berlijn, Londen, Zurich, Amsterdam en Kopenhagen. Als het zo uitkomt, help ik media met zoekvragen. Voor mijn werk ben ik per jaar pakweg 140 nachten van huis. Bellingcat geeft mij waar dan ook virtuele collega’s met wie het goed toeven is.

“Het speelkwartier is nu voorbij. Bellingcat is verhuisd naar Nederland en is nu een start-up met eigen kantoor, een staf van specialisten en een zakelijk directeur, Dessi Damianova. Alles wordt nu veel professioneler. Wat mijn rol gaat worden, weet ik nog niet. Ik ben elf jaar eigen baas en vind het fijn mijn eigen tijd in te delen. Bellingcat vroeg me laatst of ik misschien een formelere band wil. Dat onderzoeken we nu. Ik blijf hoe dan ook vrijwilliger.”

Je geeft als gezegd trainingen aan journalisten, maar hebben Bellingcat collega’s jou ook iets geleerd?

“Ik heb er geleerd goed naar foto’s en video’s te kijken. Op de cursussen ontmoet ik bijzondere mensen, zoals de maker van Tweetdeck, ingenieurs van Google en programmeurs met wie ik losse ideetjes kan uitproberen. Dat geeft me meer technisch inzicht in hoe tools worden gemaakt. Ook geniet ik als eenpitter van de inmiddels echte sociale contacten, zoals zelfgemaakte Bellingcat-wijn drinken in Berlijn met Timmi Allen, beelddexpert bij Bellingcat.

“Media moeten met minder geld meer doen. En daardoor missen ze nieuws dat onder de oppervlakte ligt. Bellingcat vult dat vacuüm. Veel van de leden zijn geen journalist. En toch wint Bellingcat regelmatig journalistieke prijzen. Wereldwijd houdt Bellingcat media en machtshebbers een spiegel voor. Met geduld en dadendrang binden ze de kat de bel aan en dat leidt tot onthullingen zoals bij MH-17 en Skripal. Ik vind dat geen slechte ontwikkeling.”

Onwetendheid en slordigheid, daardoor geven mensen van alles bloot op internet. Nog wel. Maar denk je niet dat mensen na de onthullingen van Bellingcat voorzichtiger worden met foto’s en bijvoorbeeld geolocating moeilijker wordt?

“Nog niet. Mensen laten niet alleen door slordigheid digitale sporen achter. Dat gebeurt ook uit ijdelheid, ‘gehoord’ willen worden en wat de reden ook is dat elk jaar sociale media meer informatie produceert dan het jaar ervoor. Bij Bellingcat is het idee nog steeds dat vooral laaghangend fruit wordt geplukt.”

Je Nederlandse Bellingcat-collega Christiaan Triebert is bij de New York Times terechtgekomen. Daar zit nu een soort redactioneel zoekteam. Verwacht je dat meer grote kranten zo’n investering aandurven?

“Momenteel is de ontwikkeling dat Bellingcat de media op zo’n hoog peil brengt via cursussen, dat ze zelf de Bellingcat-methode leren. NGO’s, bedrijven en media snappen steeds beter hoe belangrijk het is om van data informatie te maken. Intelligent gebruik van open bronnen kan daarbij enorm helpen. Er wordt niettemin voortdurend getrokken aan medewerkers. BBC Africa heeft een jaar lang een Bellingcatter in het team gehad en was zeer enthousiast.

Je hebt jaren geleden via Voelspriet geschreven over zoekmachines. Zijn ze volgens jou beter of slechter geworden? Wat kun je nu beter dan vroeger en wat niet?

“Voor het grote publiek zijn zoekmachines veel beter geworden. Voor mij en andere researchers juist niet. Ik wilde weten voor een witwas-verhaal of je ook contant mag betalen bij Wehkamp. Tik contant en Wehkamp maar eens in Google. Ongevraagd maakt Google er contact van. Waarom? Omdat zo de massa zoekt.

“Researchers zoeken vaak een detail, hebben een hyperfocus. Google en andere zoekmachines passen hun zoekresultaten echter steeds meer aan de massa aan. Mijn ‘So you think you can Google’ college bij universiteiten duurt geen uurtje meer, maar een hele dag, zoveel is er nodig om het algoritme van Google weer in het gareel te krijgen.

“Beeldherkenning heeft een fantastische vlucht genomen. Bij Bellingcat merken we dat niet meer Google de kroon spant, maar Yandex. Dat is enigszins ironisch. We gebruiken Russische technologie om Russische machthebbers te ontzenuwen.”

Deel dit bericht

1 Reactie

Kees Meijnten

De man legt de vinger op de zere plek: Media moeten met minder geld meer doen. Geen wonder dat organisaties als Bellingcat dan boven komen drijven, ze doen wel briljant werk trouwens.

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond