Java wordt twintig

Oracle viert deze week het twintigjarig bestaan van de programmeertaal Java. Voorjaar 1995 werd die technologie ook in Nederland gepresenteerd, in ’t Spant in Bussum door Nederlander Arthur van Hoff.

Toen was het vooral een browser plugin die applicaties op alle denkbare platforms liet draaien onder het motto write once, run everywhere. Tegenwoordig trekt Java minder de aandacht, terwijl er toch negen miljoen ontwikkelaars gebruik van maken.

Programmeertalen zijn niet altijd een lang leven beschoren. Java heeft de tand des tijds echter prima doorstaan. Voor Java waren er maar een paar talen die er toe deden: Fortran voor wetenschappelijke doeleinden, COBOL voor zakelijke toepassingen en C++ voor commerciële applicaties. Het grootste probleem was portabiliteit: het was moeilijk om een applicatie voor meerdere systemen te ontwikkelen. Dat lukt met Java veel beter. Eind jaren negentig konden met de Java Card technologie ook chipkaarten in Java geprogrammeerd worden.

Het ging niet helemaal van een leien dakje. De Java Virtual Machine, waarbinnen applicaties draaien, was niet bijvoorbeeld erg snel. Dat is, gelukkig, allemaal veranderd. Java speelde een belangrijke rol bij de ontwikkeling van Android, ook al wordt de Java Virtual Machine daarvoor niet gebruikt. Op veel smartphones kunnen wel Javaprogramma’s draaien. Daarnaast is Java populair als programmeertaal voor computerspellen. Een voorbeeld is Minecraft.

Java ontstond in de schoot van Sun Microsystems en belandde zo bij Oracle, die Java 7 en Java 8 lanceerde. Java 9 staat gepland voor 2016. De belangrijkste vernieuwing wordt het modulariseren van het platform om het schaalbaar te maken voor nog meer apparaten.

Een complete tijdlijn van Java is hier te vinden.