‘Mindere score zet Nederlandse positie als EU Innovatieleider onder druk’

Nederland blijft als nummer drie ook in de nieuwste editie van het toonaangevende European Innovation Scoreboard (EIS) 2025 tot de top behoren. Achter Zweden en Denemarken is Nederland gerangschikt als zogenoemde Innovatieleider. De Nederlandse score is wel voor het tweede jaar op rij achteruitgegaan. Het kabinet wil dit tij keren met een ambitieus actieplan om 3 procent van de economie in 2030 te investeren in onderzoek en ontwikkeling.
Waar andere landen doelgericht investeren in technologie en weerbaarheid, blijft Nederland achter. Te weinig innovatie zorgt voor afhankelijkheden, belemmert kansen voor onze ondernemers, zet banen op het spel, bedreigt economische veiligheid en op de langere termijn de betaalbaarheid van publieke voorzieningen zoals zorg en veiligheid.
De nu nog goede positie van Nederland komt vooral door onze wetenschap, opleidingen, digitalisering en publiek-private samenwerking. Maar als we nu niet meer investeren, verliezen we die plek in de toekomst. Als het gaat om investeringen in onderzoek en ontwikkeling (R&D) zijn we slechts de nummer 9 en blijven ver achter bij landen als Duitsland (3,1%), Oostenrijk (3,3%), België (3,3%) en Zweden (3,6%). Nederland haalt samen met onder andere Frankrijk (2,2%), Slovenië (2,1%) en Tsjechië (1,8%) al jaren niet de 3%-norm, ondanks eerdere ambities om de achterstand in te lopen.
Innovatieleiders zijn de landen die meer dan 25 procent boven het EU-gemiddelde scoren. Het EIS beoordeelt op 32 indicatoren alle EU-lidstaten en vergelijkt deze resultaten met andere landen van binnen en buiten Europa. Het gaat onder meer om de investeringen in onderzoek en ontwikkeling, publiek-private samenwerking, innovatie binnen het mkb, digitalisering, octrooiaanvragen, kwaliteit van onderzoek en de mate van werkgelegenheid binnen innovatieve bedrijven.
Plaats een reactie
Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond