Mobiele app centraal in beleving nieuwe depot Boijmans

Vandaag opent Koning Willem-Alexander het depot van Museum Boijmans Van Beuningen, een groot spiegelend gebouw middenin Rotterdam. De mobiele app speelt als verteller, gids en vraagbaak een centrale rol voor bezoekers van de nieuwe, centrale opslagplek.

Het depot huisvest meer dan 151.000 werken met een totale waarde van acht miljard euro. Het is het eerste publiek toegankelijke museumdepot ter wereld, zo lichtte het museum eerder deze week aan de pers toe. Normaalgesproken is slechts vier procent van de collectie te zien en ligt de rest opgeslagen in zeven afzonderlijke magazijnen op anonieme bedrijventerreinen.

Met de opening voor het grote publiek van de opslag, het is nadrukkelijk geen museum met tentoonstellingen, wil het Boijmans een breder publiek aanspreken. Het is een werkgebouw voor conservering, restauratie, verpakking en het transport van kunstwerken. Het gebouw is zo ingedeeld, dat bezoekers zich over zes verdiepingen kunnen bewegen en door grote ramen letterlijk in de depots kunnen kijken. Daar staan grote rekken met duizend en duizenden kunstwerken die schouder aan schouder hangen en staan.

Om bezoekers niet te laten verzanden in indrukken, ontwikkelde Museum Boijmans Van Beuningen met DOOR, het cultureel label van bureau IN10, een app.

De depot-app vertelt verhalen achter de kunstwerken in het depot en de werken die in vitrines staan. Dit zijn unieke verhalen over hoe de werken in de collectie terecht zijn gekomen, hoe ze zijn gemaakt en hoe ze worden bewaard. Elke ruimte en elk vitrine heeft een eigen QR-code. Een scan vertelt welke werken er daar en op dat moment te zien zijn. Per werk zijn meerdere swipebare ‘kaartjes’ met achtergrondinformatie en kijk- en denkvragen te zien, maar ook ondersteunende audio en video.

Ieder werk dat je bekijkt in de app wordt bewaard in een persoonlijke kunstverzameling, in een lokale cache, zodat je deze op een later moment nog eens te bekijken.

Met een speciaal ontwikkeld content management systeem bepaalt het museum zelf welke objecten hoe worden gepresenteerd. De achterliggende informatie komt via een API uit de zogeheten StoryEngine. Daarin wordt onder ander gebruikt gemaakt van Elastic. Vanuit diezelfde StoryEngine kan informatie worden getoond op informatieschermen boven de entree en later, als de verbouwing is afgerond, op digitale schermen in het gelijknamige museum.

Bezoekers met vragen over bepaalde kunstwerken kunnen die via het QR-gescande storycard direct voorleggen aan het team van conservatoren. Die antwoorden, afhankelijk van de complexiteit van de vraag, doorgaans binnen 48 uur.