Tesla wordt concurrent Uber en Snappcar
Tesla gaat in de toekomst auto’s verkopen die de eigenaren met een druk op de knop kunnen verhuren als ze de auto niet gebruiken. “Dat verlaagt de kosten van eigendom aanzienlijk. Iedereen kan een Tesla rijden”, aldus Elon Musk.
De topman van autobedrijf Tesla publiceerde zojuist zijn visie op de toekomstige producten van het bedrijf. Behalve een pickup truck, een kleinere SUV, vrachtwagen en personenbus staat daar ook ‘car sharing’ in. En dat op een manier die vergelijkbaar is met de praktijk van Uber en Snapcarr.
“Het wordt mogelijk om je auto met een druk op de knop toe te voegen aan de leenbare vloot van Tesla.” Dat is een druk op de app die alle Tesla-diensten omvat, ook bijvoorbeeld het energiemanagement thuis van de zonnepanelen en servicecontact met de leverancier.
“Zo verdien je auto geld terwijl je zelf aan het werk of met vakantie bent.” Musk denkt dat de aanschaf en verhuur van zijn auto’s in sommige gevallen zelfs economisch winstgevend kan zijn.
Overigens houdt hij ook rekening met het scenario waarin er in grote steden meer vraag dan aanbod aan autonoom rijdende auto’s is. “In de steden waar de vraag naar deel-Tesla’s groter is dan het aanbod zullen we zelf een autovloot aanbieden. Zo weet je zeker dat er altijd vervoer beschikbaar is.”
Het autonoom kunnen rijden van de Tesla’s is een technische voorwaarde voor het realiseren van de autodeeldienst. Immers, een geparkeerde auto van een particulier wordt elders in de omgeving opgeroepen voor dienst. Het stuk naar die klant toe van terug naar het baasje moet de auto zelf, autonoom rijden.
Musk houdt er rekening mee dat het nog jaren kan duren voordat autonoom rijden wereldwijd is toegestaan. Hij drukt zijn verwachting niet uit in jaren, maar in aantal autonoom gereden testkilometers. Immers, Tesla’s kunnen al deels autonoom rijden en doen zo ervaringskilometers op. Vijf miljoen per dag om precies te zijn. “We verwachten dat dat naar tien miljard moet voordat regelgeving autonoom rijden volledig zal toestaan.”
Foto: Heisenberg Media (cc)
Plaats een reactie
Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond