-

De webanalist en het einde van het web

Met websites en webanalytics wordt nog steeds geen droog brood verdiend. Met die constatering betoogde Avinash Kaushik tijdens de jaarlijkse GACP summit bij Google in Mountain View dat bedrijven en webanalyticsleveranciers nog steeds falen om webanalyticsdata op grote schaal naar business realiteit te vertalen. Het tijdschrift Wired gaat deze maand nog een stap verder en verklaart het Web voor dood.

 Het web dood? Dat klinkt dramatisch en als je het artikel leest is er wel enige nuance bij te maken, maar de tendens is duidelijk. Van al het gebruik van het Internet is het aandeel WWW nog maar 23 procent.  En krimpend. Het aandeel van online video en games via groeit dramatisch en sociale netwerken en mobiel internet nog sneller.  En dat heeft een aantal belangrijke oorzaken. Een van de meest in het oog springende daarvan is dat veel bedrijven nog altijd geen idee hebben hoe met een website op het internet geld te verdienen.

Bij marketeers en hoger management van bedrijven heeft de liefde voor het internet nooit heel diep gezeten, simpelweg omdat het te technisch voor ze is. Tuurlijk, iedereen heeft een website, je moet wel. Als Google je niet vindt, besta je niet.  Maar het web is chaotisch, gecompliceerd en anarchistisch en websites zijn duur. Wil je succesvol zijn als ondernemer moet je je markt volledig begrijpen, je klanten, maar ook de middelen die je hebt om met je klanten te communiceren.  En wat betreft dat laatste schieten velen nog steeds ernstig tekort. Daarbij komt dat wanneer je dan een website hebt en je hebt je Analyticspakket netjes geïnstalleerd, dan meet je weliswaar je kliks, pageviews en je conversies, maar daarmee begrijp je nog niet wat dat betekent en wat je moet doen als het resultaat tegenvalt.

Waar gaat het dan heen?  Wired roemt het succes van Apple.

Dat bedrijf heeft goed begrepen dat  veel mensen voor een geoptimaliseerde gebruikerservaring en constante kwaliteit bereid zijn geld te betalen, ook als hetzelfde product gratis te gebruiken of te downloaden is ergens op het web. Er zijn genoeg mensen die meer geld hebben dan tijd en/of kennis en deze mensen zijn bereid te betalen voor gemak en kwaliteit.  Apple levert deze kwaliteit bijvoorbeeld met Itunes, maar ook met de Iphone door hun App Store.

Een Iphone App is voor een bezoeker een beperkte manier om met een bedrijf te communiceren, het heeft een beperkte set features vergeleken met een website. Voor een bedrijf is het maar de vraag of Apple het toelaat in zijn Store en het bereik ervan is gelimiteerd tot mensen die een Iphone hebben. Maar het heeft een paar belangrijk voordelen: je gebruikers zijn per definitie een interessante doelgroep, je controleert hoe deze gebruikers je content zien, want je hebt niet te maken met verschillende rich media technieken, browsers  en schermresoluties en dat betekent minder variabelen in de analyse van je gebruikersdata.

In hun betoog halen beide ook de stormachtige ontwikkeling aan van het sociale web. Hoewel de sociale netwerken op zich gezien kunnen worden als eenzelfde “walled garden” als de producten van Apple, waarbinnen hele ecosystemen van apps worden gecreëerd, heeft de opkomst van het social web nog een andere marketing gerelateerde dimensie.

De monoloog van tradionele marketing werd door online marketing een dialoog van de adverteerder met de consument.  Op het sociale web spreken de consumenten ook met elkaar en verwijzen ze naar derde sites en netwerken om content tot zich te nemen en ervaringen uit te wisselen.  De dialoog is verworden tot een luidruchtige kakofonie van stemmen waarbij iedereen door elkaar praat en de adverteerder de controle totaal kwijt is.

Daar sta je dan met je perfect geïmplementeerde javascript tag op je dure website. En niet één van de traditionele webanalyticstools die momenteel in staat is om je een goed beeld te scheppen van wat er echt gebeurt en wat de waarde daarvan is. Dat is een ontnuchterende conclusie op een moment dat er voor deze bedrijven miljarden worden betaald door de Adobe’s, IBM’s en Comscores van deze wereld.

In de marge van de traditionele webanalyticsmarkt zijn er echter initiatieven die hoop geven voor de webanalist, die probeert orde te brengen in de chaos voor zijn baas of zijn opdrachtgever.  Zo is daar PostRank, een analytics tool die zelf geen tags plaatst, maar zijn informatie via API’s importeert uit andere webanalyticstools, sociale netwerken, Twitter,  Youtube etc  en daar 1 totaalbeeld van creëert, compleet met verkeer, doelen, doelwaarden en omzet.

Aw.sm is nog een voorbeeld van zo’n initiatief. Het is een URL verkorter waarmee automatisch de correcte marketingtags worden meegenomen. Erg simpel, maar geniaal.

En om de business prioriteiten van bedrijven te vertalen naar concrete KPI’s verwees Avinash nog maar eens naar zijn eigen blogpost van een maand of 2 geleden waarin hij een model presenteerde dat precies dat doet. De bedoeling is dat de business owner zijn doelen opdeelt in strategieën gericht op prijs, kosten, marktaandeel en marktgrootte, waardoor het voor de webanalist ineens makkelijker wordt de KPI’s erbij te zoeken.

Het web dood? Zolang dit soort initiatieven nog worden ontplooid zijn we zover nog niet. Maar we zijn gewaarschuwd.

*) Bijdrage van: René Nijhuis, manager Business Intelligence van Netsociety

Deel dit bericht

4 Reacties

Bas Groot

ik zit momenteel Londen, in de zaal van een conferentie van Gartner. Als ik de analisten, vendors en klanten daar hoor praten over het nu en de toekomst, dan denk ik over Wired: what were they drinking when wrote that???  Het web groeit en diversificeert alleen maar en dat gaat de voorzienbare jaren zo door, en gaat dankzij html5 alleen maar aanweziger worden op steeds meer media. En social media, hall?! dat zijn wel gewoon websites hoor! en ja, ook via mobiel. en mail, en apps, en ipad en allerlei soorten van cobranding, retargeting en andere mixvormen. Ik snap niet waarom deze auteur doet alsof het een het ander moet vervangen. Web marketing werkt kiest media niet met of/of, maar en/en. Met een lelijk woord: multichannelen. En dat wordt alleen maar diverser met de komst van nieuwe internet speelgoedjes die Apple bedenkt. En dan Wired. Video is data met heel grote volumes, in verhouding met Webpagina's. Logisch dat de verhoudingen verschuiven. De eindredacteur die zo'n dom verhaal met obviously onzinnige metrics zonder recheck in z'n blad zet, moet billekoek. Het was ooit een goed blad. In de jaren 90. Gister zat ik bij een lezing van Tom Austin, een Gartner analist met een goed gevoel voor show en een slechte smaak voor stropdassen. Maar hij snapt wel wat er gebeurt. In de lezing werden Google en Microsoft tegenover elkaar gezet. En op schokkende wijze van actuele, harde winst- en omzetcijfers voorzien en aantoonbaar weggezet dat het "one trick ponies" zinn geworden de laaste 4 jaar, vergeleken met waar Apple mee bezig is. Dus dat had Wired dan weer wel goed.

Arnd Brugman

Ik denk dat bedoeld wordt dat de World-Wide-Beb browser niet langer het logische TouchPoint is voor de meeste eindgebruikers. Aggregatie, Mobiel en TV nemen de power of the web weg maar bouwt door op Internet Technology.

Bas Groot

dat is waar; Toby Bell vertelt in zijn lezing, terwijl ik dit typ, over Wired: dat ze elke zoveel jaar roepen dat het web dood is. En dat ze er naast zitten, want voor de meeste mensen: het web IS facebook, youtube, twitter etc. en web content management voedt zowel de eigen site als de social media.

rene nijhuis

@ Bas: In de ideale wereld kunnen alle vormen van media naast elkaar bestaan en maakt iedereen dankbaar gebruik van alles. In de echte wereld hebben adverteerders een eindig budget en kiezen ze waar ze hun geld besteden. Natuurlijk gaat er een plaats zijn voor het web in dit landschap, maar dat is momenteel niet waar de grote innovaties plaatsvinden. Niet op het gebied van adverteren en niet op het gebied van hoe mensen informatie tot zich nemen. Dat is wat er met het artikel in Wired wordt bedoeld. Beetje aangezet natuurlijk, anders krijg je de aandacht niet.Wat je zegt over sociale netwerken klopt tot op zekere hoogte. Het zijn websites. Maar niet zo maar websites. Ze veranderen de manier van hoe mensen met informatie omgaan. Vroeger lazen ze een krant. Nu zijn er hele volksstammen die hun dagen doorbrengen op Facebook, informatie delend met hun netwerk. Dat betekent een veel geslotener informatie cirkel. Prettig voor adverteerders, want die hebben meer zekerheid en targetmogelijkheden, maar het mist de informatiedemocratie van het web.

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond