Concurrent mag ‘Intermediair’ niet gebruiken als sleutelwoord

De Haagse rechtbank heeft de vacaturesite Monsterboard verboden zijn banners via de zoekmachine van Vindex te linken aan het sleutelwoord ‘intermediair’. De president stelde daar mee VNU in het gelijk. Het uitgeversconcern vond dat Monsterboard profiteerde van de merknaam Intermediair, dat de meest bezochte Nederlandse vacaturesite is en had daarom een kort geding aangespannen. VNU-woordvoerder Molman: ‘VNU is eigenaar van de merknaam Intermediair, en dat is met deze uitspraak bevestigd.’

Verweer van Monsterboard dat het om een neutraal woord zou gaan, zonder auteursrechtelijke bescherming, legde de rechtbank in haar uitspraak naast zich neer. Naar het oordeel van de rechtbank heeft VNU met het tijdschrift Intermediair een merknaam opgebouwd waarop het concern recht kan doen gelden. Monsterboard heeft een week de tijd om de banner los te koppelen van het sleutelwoord. Doet de vacaturesite dat niet, dan moet per dag een dwangsom van tienduizend gulden worden betaald.

In een telefonische reactie toont Dick Molman, woordvoerder van VNU Business Publications, zich tevreden met de uitspraak. ‘Monsterboard,’ zo laat hij weten, ‘heeft misbruik gemaakt van de merkkracht die we met Intermediair in de loop van jaren hebben opgebouwd. Het woord heeft binnen die context een onderscheidende waarde. Weliswaar is het een neutraal woord, zoals de verdediging aanvoerde, maar dat is hier niet relevant. Als tweede toets heeft de rechter het merkenrecht in zijn oordeel betrokken. VNU is eigenaar van de merknaam Intermediair, en dat is met deze uitspraak bevestigd.’ Ter vergelijking noemt Molman het woord ‘libelle’, dat ook in het woordenboek staat, maar tevens een merknaam is die door gebruik in het economisch verkeer aan de eigenaar is voorbehouden.

Wat dat betreft heeft de uitspraak een belangrijk precedent opgeleverd, zoals in een commentaar op deze site http://www.webwatch.nl/webvertising/990618a.html al werd aangekondigd. Enig voorbehoud over de juridische gevolgen dient echter te worden gemaakt. Monsterboard heeft twee weken de tijd om tegen de uitspraak in beroep te gaan. Woordvoerster, Christel van der Boom laat telefonisch weten teleurgesteld te zijn, maar het dat het bedrijf gevolg zal geven aan de uitspraak. ‘We blijven echter van mening,’ relativeert zij, ‘dat het hier om een gangbare Internetpraktijk gaat die door reclamebureaus zelfs wordt geadviseerd. Het verschilt niet van adverteren in de Gouden Gids, waar je ook naast je concurrenten staat.’ Of Monsterboard in hoger beroep zal gaan, is nog niet duidelijk.

Bronnen: Webwereld (1) (2) RETURNEMA Intermediair