NOS vindt kritiek nieuwsmedia onzin

Niet uit eigenbelang maar in het belang van de kwaliteit van de journalistiek in Nederland. Zo reageert Jan de Jong, algemeen directeur NOS, vandaag op de bezwaren van nieuwsorganisaties tegen het nieuwe online aanbodkanaal van NOS.

De gezamenlijke private nieuwsmedia, verenigd in NDP Nieuwsmedia, openden vandaag de aanval op het NOS initiatief. Zij hebben moeite met de lancering van een nieuwe videodienst van de NOS. Via het NOS Nieuwsfragmentenkanaal stelt de publieke omroep gratis videofragmenten beschikbaar aan professionele afnemers. De marktverstoring wordt in hun ogen veroorzaakt door de voorwaarden waaronder de NOS de dienst aanbiedt. Hoewel de NOS de dienst als steun voor de journalistiek presenteert, schaadt deze juist de pluriformiteit van de nieuwsvoorziening, vindt NDP Nieuwsmedia.

‘De Commissie Brinkman noemde de gebrekkige beschikbaarheid van videomateriaal een belangrijk obstakel voor een succesvolle aanwezigheid van de kranten op het internet’, reageert De Jong vandaag. ‘Met ons Nieuwsaanbodkanaal proberen we oplossing voor dit probleem te bieden. Kranten- en andere nieuwssites hebben dan actuele nieuwsvideo’s beschikbaar zonder daarvoor een eigen dure videodienst te hoeven optuigen. Sites die al eigen nieuwsvideo’s hadden kunnen daar gewoon mee doorgaan.’

Het kanaal is een alternatief voor een mogelijkheid die de kranten al langer hadden (en nog steeds hebben), namelijk om gewoon fragmenten of items van de NOS of anderen te kopen. Die kunnen ze in hun eigen items integreren; er gelden dan geen reclame- of andere mediawettelijke beperkingen. Kort gezegd kunnen de kranten ermee doen en laten wat ze willen. Eerder gaven de kranten echter zelf aan dat deze optie te bewerkelijk is om structureel in de dagelijkse nieuwsvoorziening in te zetten.

Veel van de partijen die zich achter de kritiek scharen, maken er al geruime tijd gebruik van, zegt De Jong. ‘We moeten vaststellen dat ook commerciële aanbieders als ANP en Novum blijkbaar niet adequaat in de behoefte van de krantensites konden voorzien. Daarom vind ik dat het initiatief van de NOS de pluriformiteit van nieuwsvoorziening niet ondergraaft. Eerder is het een aanvulling daarop, zeker voor kleinere mediapartijen die anders helemaal geen videonieuws zouden hebben.’

Op grond van de huidige Mediawet ligt het gratis leveren van video’s aan commerciële marktpartijen uitermate gevoelig. De NOS mag zich nu eenmaal niet dienstbaar maken aan het maken van winst door derden. Dit bezwaar kan in de praktijk alleen worden ondervangen via een eigen kanaal van de NOS dat doorgezet wordt op de sites van de afnemers. En op een eigen kanaal van de NOS mag eventuele reclame op grond van de wet nu eenmaal alleen door de STER worden verzorgd.

Nieuwssites mogen dan wel geen prerolls plaatsen, ze mogen wel naar hartenlust banners en andere advertenties in de buurt van de nieuwsvideo’s verkopen. De Jong: ‘We hebben zelfs overwogen om afnemers van het kanaal de voorwaarde op te leggen dat zij slechts een deel van hun video-aanbod van de NOS mogen betrekken. Dat had echter het bezwaar dat je partijen zonder video-aanbod dan dwingt om ook nog ander materiaal af te nemen dat ze misschien helemaal niet willen en of zich niet kunnen veroorloven. Uiteindelijk hebben we gekozen voor de clausule dat de NOS geen enkele vorm van exclusiviteit claimt en dat het afnemers volledig vrij staat om videonieuws ook bij derden aan te schaffen.’