-

De juiste contentstrategie voor LinkedIn

Veel bedrijven maken op LinkedIn een discussiegroep aan. Maar deze pogingen eindigen bijna altijd in een halfleeg forum met een bedrijfslogo erboven. Robert Rooderkerk van Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM) en Koen Pauwels van Özyeǧin University hebben onderzocht wat mensen ertoe beweegt om een reactie te plaatsen in een discussiegroep op LinkedIn.

Uit hun bevindingen blijkt dat een bedrijf auteurs met een hoge expertstatus moet motiveren om goed geschreven en controversiële berichten in hun discussiegroep op LinkedIn te plaatsen. Alleen niet in het weekend.

De voordelen van een actieve discussiegroep op de LinkedIn-pagina van een bedrijf zijn legio, meent Rooderkerk. Door berichten en reacties te plaatsten, versterkt iemand zijn of haar band met het merk van het bedrijf.

Discussies tussen klanten kunnen ook waardevolle feedback opleveren, die vervolgens gebruikt kan worden om producten te verbeteren en te innoveren. Volgens de beide onderzoekers hebben de meeste discussiegroepen echter te kampen met een gebrek aan bijdragen. Slechts incidenteel lokken berichten reacties uit en in de meeste gevallen brengt een bericht zelfs helemaal geen interactie teweeg.

Om uit te vinden welke berichten de beste resultaten opleveren, hebben de onderzoekers het LinkedIn forum Innovations In Health bestudeerd. Deze relatief grote discussiegroep wordt beheerd door Philips Healthcare. Ten tijde van het onderzoek had deze groep 16.000 volgers, voornamelijk professionals uit de gezondheidszorg. De onderzoekers benadrukken dat alle bijdragen aan de discussie afkomstig zijn van leden van de groep. Philips Healthcare deed niets anders dan de discussies volgen.

Na een analyse van 316 berichten en de reacties op deze berichten kwamen Rooderkerk en Pauwels tot de conclusie dat het verbeteren van de ‘leesbaarheid’ van het bericht de beste manier is om mensen tot een reactie te verleiden. Als een bericht lekker leest, wordt het waarschijnlijker dat iemand er ook op gaat reageren. Dit lijkt voor de hand liggend, maar het kan problemen opleveren voor leden van de groep die niet in hun moedertaal schrijven.

Uit het onderzoek blijkt ook dat het aantal reacties van volgers toeneemt als de inhoud van het bericht controversiëler is. Dit komt volgens de onderzoekers overeen met resultaten uit eerdere onderzoeken. Waar de ideeën in een bericht botsen met de ideeën van de lezer ontstaat dissonantie. Dit stimuleert lezers om te reageren op wat ze gelezen hebben, zodat ze deze dissonantie kunnen wegnemen.

Rooderkerk en Pauwels ontdekten ook dat er meer op een bericht gereageerd wordt als de schrijver ervan een hoge ‘sociale status of expertstatus’ heeft. Mensen verwachten doorgaans sociaal voordeel te halen uit de interactie met een persoon met een hoge status en uit het onderzoek blijkt dat dit ook het geval is op LinkedIn. Interessant genoeg wordt er niet automatisch meer gereageerd als de schrijver meer connecties heeft. Ten slotte werd er meer gereageerd op berichten die veel praktische waarde voor de lezer leken te bevatten.

Uit de analyses blijkt verder dat het toevoegen van een hyperlink of het plaatsen van een bericht in het weekend een negatief effect op het aantal reacties had. Hyperlinks maken een tekst veeleisender voor volgers en kunnen de lezer dermate afleiden dat hij of zij vergeet te reageren. In het weekend geplaatste berichten worden doorgaans pas na het weekend gelezen en moeten volgens de onderzoekers dan de concurrentie aangaan met alle berichten die op maandag zijn geplaatst.

Rooderkerk, Robert P. en Koen H. Pauwels, ‘No Comment?! The Drivers of Reactions to Online Posts in Professional Groups’, R.P. Rooderkerk, K.H. Pauwels, Journal of Interactive Marketing 35 (2016) 1–15

*) Foto boven het artikel: d8nn / Shutterstock.com

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond