Gemeenten ontdekken eigen data voor datagedreven werken
Steeds meer gemeenten werken datagedreven. De één doet dat relatief zelfstandig, een ander zoekt de samenwerking op, zoals bijvoorbeeld met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het toont aan dat er meerdere wegen leiden naar datagedreven werken binnen de overheid. En dat is ook goed voor burgers.
Data laten spreken en als belangrijk beleidsinstrument zien; steeds meer overheden zijn zich ervan bewust dat de inrichting van een goede datahuishouding een betere feitelijke onderbouwing van beleid en besluiten mogelijk maakt, waardoor de kwaliteit toeneemt.
Alhoewel steeds meer overheden informatiegestuurd gaan of willen werken, blijkt tegelijkertijd dat veel van hen dat pittig vinden. Dat is overigens niet vreemd, omdat datamanagement voor gemeenten nooit een kerntaak is geweest. Desondanks is het besef bij veel besturen doorgedrongen dat een datagedreven werkwijze onomkeerbaar is. Omdat je op een dergelijke wijze beleid kunt voeren en besluiten kunt nemen op basis van feiten en data. Maar hoe doe je dat als gemeente? Een belangrijke stap is om samenwerkingsverbanden aan te gaan.
Initiatief nemen
In bijvoorbeeld ‘Kansen en vragen rond toenemende databerg’ bevestigt Albert Meijer, hoogleraar Publieke Innovatie aan de Universiteit Utrecht, dat de steeds grotere beschikbaarheid van data legio kansen biedt en dat voor verzilvering van die kansen samenwerking tussen burgers, overheden, maatschappelijke partijen, wetenschappers én commerciële partijen essentieel is. En in ‘Geef structureel ruimte aan de triple helix’, betoogt hoogleraar digitale overheidsdiensten aan de Universiteit Twente Wolfgang Ebbers – vanuit het perspectief van digitale dienstverlening – dat overheid, universiteiten en bedrijven structureel zouden moeten samenwerken, maar dat het onduidelijk is wie het initiatief moet nemen.
Slimme samenwerking
Het CBS en PA Consulting discussieerden met tientallen deelnemers van zeer diverse overheidsorganisaties over het onderwerp ‘meer waarde uit data door slimme samenwerking’. Een gedeelde mening daarbij: Datagebruik binnen de overheid is zo belangrijk dat het een kernactiviteit moet zijn. Met tegelijkertijd het besef dat de expertise zo nieuw is en zich zo snel ontwikkelt dat het noodzakelijk is om samen te werken met kennisinstellingen en bedrijfsleven om die kennis in huis te krijgen.
Urban data centers
Een voorbeeld van meer waarde uit data creëren door slimme samenwerking, is de ontwikkeling van urban data centers. In ons land zijn inmiddels veertien UDC’s actief, waarin een gemeente en het CBS data en kennis delen. De databerg vanuit het CBS verschaft gemeenten inzicht in wat er feitelijk aan de hand is in hun stad of dorp. Daarbij vertaalt het CBS grote ontwikkelingen naar microniveau, waardoor een gemeente daadwerkelijk weet aan welke knoppen het moet draaien. Bijvoorbeeld wat betreft lokale economische groei, armoede per wijk, vervoersbewegingen per straat, veiligheid, milieuvraagstukken, beste locaties voor laadpalen, etcetera.
Zo kan door combinatie van de data en competenties van CBS en gemeenten de kwaliteit van besluiten met impact in de gemeenten sterk toenemen. Momenteel gebruiken gemeenten de data van het CBS vooral om het datagedreven werken binnen een gemeente te stimuleren. Ook vindt veel onderzoek plaats in het sociaal domein, zoals armoede-onderzoek, of onderzoek of bepaalde groepen gebruikmaken van bepaalde regelingen. De ervaringen met een UDC typeren gemeenten dan ook als zeer waardevol. Daar waar een gemeente niet over alle data beschikt, kan met de kennis en kunde en data van het CBS immers nieuwe data worden verkregen.
Datafabriek
De datafabriek is een Rotterdamse metafoor om alle organisatorische en technische veranderingen te typeren die het werken met data met zich meebrengt. Het (her)gebruik van bestaande en nieuwe datasets vereist dat gegevens makkelijk gevonden worden en zonder belemmeringen ‘door de organisatie kunnen stromen’. Maar dat vraagt bijvoorbeeld ook om een veilige en gestructureerde manier van werken, om kwaliteitsnormen, heldere privacyregels en gecontroleerde doorloopsnelheden. Rotterdam ziet data als een continue grondstof voor informatieproducten. Het is een logische vervolgstap om (open) data op een gecontroleerde en veilige manier met derden te delen.
Ook werkt Rotterdam samen met andere partijen om op basis van gezamenlijke data meer waarde te creëren. Dat zal zorgen voor geheel nieuwe inzichten en overzichten. Waarbij algoritmes worden ingezet om de besluitvormingsprocessen te ondersteunen voor medewerkers in de organisatie. Maar ook algoritmes op processen gericht op de klant die producten aanvraagt. Daarmee kan data op algoritmebasis de relatie tussen Rotterdamse burgers onderling en tussen burger en overheid wezenlijk – positief – veranderen.
Het is natuurlijk uiteindelijk de keuze aan de overheden zelf op welke wijze ze datagedreven werken aanpakken. Duidelijk is wel dat een goede datahuishouding leidt tot veel nieuwe inzichten en op termijn tot lagere kosten. En dat samenwerking tussen partijen een voorwaarde is. Dat is niet alleen goed voor de overheden, maar juist ook voor de inwoners en de ondernemers. Tel uit je winst.
Plaats een reactie
Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond