Hoe de Britten heel snel open API’s introduceren in de bankenwereld

API’s – de taal waarin het ene (online) programma met het andere communiceert – zie je op diverse plekken in de financiële wereld terug. Maar werkelijk open, externe, API’s waarmee consumenten of een derde partij gebruik kunnen maken van financiële data zijn een zeldzaamheid. Daar komt langzaam verandering in.

De EU-richtlijn ‘Payment Service Directive 2’ (PSD2) is al een stap in de goede richting. De PSD2-richtlijn dwingt banken rekeninginformatie beschikbaar te stellen aan andere bedrijven zodat die er bijvoorbeeld innovatieve diensten mee kunnen ontwikkelen. Ook mogen internettoepassingen straks na toestemming van de gebruiker bij de bank een betalingsverzoek indienen. Banken zijn verplicht die functionaliteit aan te bieden. Goed nieuws dus voor innovatieve bedrijven – maar het kan nog wel een aantal jaar duren voor alles goed en wel praktijk is.

PSD2 in een schema. Uit: Payment Service Directive 2 for Dummies (deel 1)

Ondertussen nemen de Britten snel het voortouw en werken aan een ‘Open Banking Standard’. Vooral van de snelheid kunnen andere landen nog leren. Afgelopen zomer richtte de regering een werkgroep op voor ‘open banking’ met als doel een raamwerk te ontwikkelen voor een open API-standaard. Opvallend: in de werkgroep zijn diverse belangenbehartigers van de ‘oude sector’ vertegenwoordigd. Ook zij zien in dat verandering noodzakelijk is.

Het gemeenschappelijke doel is om banken zo ver te krijgen alle klantdata beschikbaar te stellen aan andere bedrijven. Dat is goed voor de innovatie en competitie. Zogenaamde ‘third parties’ – bijvoorbeeld de financiële applicaties die door niet-banken worden ontwikkeld – moeten die klantdata na toestemming van de gebruiker kunnen gebruiken of opnemen in hun dienst. In het recent gepubliceerde plan doet de werkgroep aanbevelingen hoe open API’s het beste kunnen worden ingezet.

De werkgroep wil de ontwikkeling en implementatie van de richtlijn in fases opdelen. Een stadium waarin data over uitgaven en sparen kan nog dit jaar in ‘alleen-lezen’ modus beschikbaar zijn. Een volledig functionerende open data markt kan er in het voorjaar van 2019 zijn. Onderstaand rapport geeft in 148 pagina’s weer wat de Britten zo snel willen introduceren. Toch zijn er ook nog wat belangrijke kwesties die om duidelijkheid vragen, zo schrijft financieel expert Patty Hines in reactie op de publicatie.

Bestuur

De werkgroep adviseert om een onafhankelijke autoriteit in het leven te roepen die de ontwikkeling en implementatie van de Open Banking Standard monitort. Volgens Hines heeft de wereldwijde sector geen behoefte aan nog een controlerende instantie. Waarom wordt de expertise van bestaande organisaties als de Internationale Organisatie voor Standaardisatie – van de welbekende ISO-normen – niet ingeschakeld? Dan kan de richtlijn een wereldwijd onderdeel worden van ISO 20022, normen voor de financiële bedrijven.

Data beveiliging

Volgens de adviseurs zullen de open API’s een zeer gewild doelwit worden van cybercriminelen. Klanten – consumenten en bedrijven – moeten daarom beter worden onderwezen over beveiliging van hun eigen data. Volgens Hines ligt hier een taak voor het Open Banking ecosysteem: banken, derde partijen, overheden en consumentenorganisaties.

Middelen

Er zou een centrale hub moeten komen voor programmeurs zodat zij ergens terecht kunnen voor support. Een ogenschijnlijk praktisch idee, zegt Hines. Maar bijna onuitvoerbaar. Er is namelijk geen universeel geaccepteerde methode om een API te ontwikkelen.

Tijdslijn

Het uitgesproken doel om begin volgend jaar met een eerste oplevering te komen, lijkt Hines onrealistisch. De specificaties zijn er nog onvoldoende, ook is de onafhankelijke autoriteit nog niet aangewezen.

Overlap

Banken en ‘solution providers’ volgen de ontwikkelingen in de eurozone op de voet. Duidelijk is dat er de nodige overlap is met PSD2. In plaats van samenwerking te zoeken, hoopt de werkgroep dat de Britten door het strakke schema uiteindelijk voorop zullen lopen. De vraag is natuurlijk hoe verstandig dit is.

Het volledige rapport van de werkgroep: