-

De Happi-app geeft patiënten grip op hun ziekte

Twee artsen kwamen met een plan voor een app die HIV-patiënten meer controle en inzicht gaf. In samenwerking met E-sites werd de Happi-app daadwerkelijk gerealiseerd. Ook in het ontwerpproces stonden patiënten centraal. Inmiddels wordt de app ook voor andere ziektebeelden gebruikt.

Kan je chronisch zieken beter helpen met een app? En hoe kan een dergelijke app ervoor zorgen dat patiënten beter en op tijd hun medicijnen innemen? Zal hun welbevinden omhoog gaan als er meer regie is over de eigen situatie? Internist-infectioloog Joop Arends (UMC Utrecht) en collega Guido van den Berk (OLVG) stelden zichzelf met hun HIV-patiënten deze vragen. Zij vroegen ons om voor hen de health-app ‘Happi’ te ontwikkelen die HIV-patiënten kennis, gemak en vertrouwen geven in de omgang met de ziekte en gezondheid, zodat ze een Happi-er en Healthier leven kunnen leiden.

Patiënt centraal

Met andere woorden: patient empowerment. En van die patient empowerment-gedachte profiteren inmiddels allang niet alleen maar HIV-patiënten, want anno 2021 biedt Happi ook ondersteuning voor huidpatiënten (Happi Huid) en patiënten met een bloedziekte (Happi Hematologie) en vanaf aankomende zomer patiënten met een leverziekte (Happi Lever). Het zijn allemaal spin-offs die één uitgangspunt met elkaar hebben: ze zijn ontwikkeld door artsen in nauwe samenwerking met patiënten.

Een grote valkuil is vaak dat wij als ‘niet-zieken’ bepalen wat die patiënt moet weten en wat hij moet doen. En zo werkt het niet meer. Om met de app aan te sluiten op de behoeften van de patiënten en zorggebruikers moet je voortdurend feeling houden met hun wensen. Zo is in samenwerking met de HIV-vereniging een berichtenservice opgezet waarmee tweewekelijks een nieuwsbericht wordt verstuurd van de HIV-vereniging naar de gebruikers van Happi.

Het ontwerpproces

Vanuit die gedachte zijn patiënten ook intensief betrokken geweest bij het uitdenken van de app-functionaliteiten en zijn ze ingezet voor design– en usability-optimalisatie. Samen met een klankbordgroep hebben we eerst het concept gevalideerd en zijn we vervolgens features gaan testen. Dat gebeurde op de meest laagdrempelige manier: met dummy apps. Door de app eerst visueel uit te tekenen en dat te testen, krijg je snel een idee of een concept sterk genoeg is en mensen de features begrijpen. Daarnaast voorkomt het ook dat je direct al te veel kosten maakt. Je wil namelijk geen volledige dienst of product bouwen waar achteraf niemand op zit te wachten.

Daarnaast gaf de Happi-klankbordgroep aan zeer graag de mogelijkheid te willen hebben om medicatie via de app te kunnen bestellen. Sinds 1 jaar is deze service dan ook gerealiseerd. Er zijn inmiddels 350 medicatiebestellingen mee gedaan. 85% van de gebruikers geeft deze service een 8,5 of hoger.

Het klinkt makkelijk: praten met de gebruikers en op basis daarvan de app steeds verder optimaliseren: eerst tot een Minimal Viable Product (MVP) en later tot een definitief ontwerp, maar dat is het in de praktijk bepaald niet. Temeer omdat er naast patiënten ook andere stakeholders betrokken zijn bij innovaties in de zorg: van artsen en investeerders tot farmaceutische bedrijven en zorginstanties. En ook die willen gehoord worden. Een arts wil toegevoegde waarde zien, een farmaceut wil dat zijn belangen en de data geborgd worden. En soms staan die belangen haaks op het gebruikersgemak. Vanuit user design wilden we bijvoorbeeld het inloggen voor de app zo laagdrempelig mogelijk maken. Tegelijkertijd wil niemand dat persoonlijke gegevens zomaar op straat komen te liggen, dus het is zoeken naar de balans tussen gemak en privacy. Daar moet je echt het gesprek met je stakeholders over aan gaan.

Medische gegevens

Want medische gegevens zijn per definitie privacygevoelig. En niemand kan gedwongen worden gegevens af te staan. Maar wanneer het belang (het verbeteren van de zorg) van het delen van data helder is, wordt de bereidheid ertoe veel groter. En de mogelijkheden om dit goed en veilig digitaal te doen, zijn er al.

Een belangrijk uitgangspunt van de stichting HappiApp was ook dat de app voor alle patiënten toegankelijk moet zijn en bij voorkeur met een directe koppeling met het ziekenhuisinformatiesysteem. Door die koppeling komen de vragenlijsten die patiënten doorlopen in de app ook in het elektronisch patiëntendossier van bijvoorbeeld de internist. Dat scheelt ook op de poli een hoop tijd. Overigens is een koppeling met het ziekenhuis niet essentieel om de Happi-app te kunnen gebruiken. Ook patiënten van wie het ziekenhuis (nog) niet bij Happi is aangesloten, kunnen via het Happi Portaal meer grip krijgen op hun ziekte. De app is beschikbaar voor iedereen en gratis te downloaden in de store. Happi HIV en Happi Huid zijn inmiddels samen goed voor ruim 3.900 downloads.

Bovendien krijgt de patiënt met de app zorg op het moment dat het ertoe doet. Nu komen patiënten om de zoveel tijd bij hun arts. Vaak geven patiënten dan aan dat het goed met ze gaat. Op het moment dat er wel serieus iets met hen aan de hand is, is er op de poli vaak geen plek. Met de Happi-app hoeft de patiënt niet alleen naar het ziekenhuis als het goed gaat, maar regelt hij of zij ook laagdrempelige zorg als het een keer minder gaat. Zo krijgen patiënten met een chronische ziekte kennis, gemak en vertrouwen in de omgang met hun chronische ziekte. Dit stelt hun in staat samen met de dokter te gaan voor optimale zorg.

Tussen de regels door lezen

Het zijn mooie resultaten voor een case die ons bovendien veel inzicht heeft gegeven in het innovatieproces binnen het zorgdomein. Innoveren in de zorg is niet simpel. Verzet van stakeholders, veiligheids- en privacy-issues, gebrek aan juridische kennis, of aan financiële middelen, liggen altijd op de loer. Door te weten wat ieders belang is in het grote verhaal, is het makkelijker om open het gesprek aan te gaan over de keuzes die je samen moet maken.

Met de nadruk op “samen”, want in zorg werkt het niet om te pretenderen dat je zelf alles weet. Daarvoor is het veld simpelweg te complex. Daarom ben ik blij dat Arends en Van den Berk zich hierdoor niet hebben laten afschrikken toen ze bij ons aanklopten.

Er zijn ontzettend veel zorgverleners, patiënten, mantelzorgers en andere professionals die rondlopen met innovatieve ideeën, voor zorg-apps, monitoring of zelfmeting bijvoorbeeld. Tussen deze ideeën zitten ongetwijfeld heel goede ideeën, aangezien deze mensen zich middenin de zorgprocessen in kwestie bevinden. En toch blijft het bij het merendeel bij deze fase, omdat ze vaak niet weten wie ze moeten benaderen om hun idee verder uit te werken. Arends en Van den Berk hebben die stap gelukkig wel genomen.

‘De Verslimmers’ is een serie over de manier waarop Nederlandse digitale bureaus de wereld om ons heen steeds een beetje slimmer maken. De serie is opgezet in samenwerking met Dutch Digital Agencies (DDA).

deel 1: Verhalen laten Chicago bewoners nadenken over infrastructuur

deel 2:  Digitaal spelbord helpt jeugdhulpverleners bij de besluitvorming

deel 3: Content op maat voor elke bezoeker

deel 4: Gamification helpt jonge gedetineerden praten over morele dilemma’s

deel 5: App voorkomt lege binnenvaartschepen

deel 6: De digitalisering van een drukkerij uit 1891

deel 7: Hoe Mibo de online vrijmibo weer leuk maakte

Deel 8: Hoe NS de OV-fiets innoveerde

Over de auteur: Roy Niemantsverdriet is Head of Sales & Marketing bij E-sites.

Op de hoogte blijven van het laatste nieuws binnen je vakgebied? Volg Emerce dan ook op social: LinkedInTwitter en Facebook.

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond