Deel dit artikel
-

B. Amsterdam: ‘WeWork is geen bedreiging’

Nederlandse kraamkamer B. Amsterdam maakt dit jaar de oversteek naar New York. Hoe onderscheidt een broedplaats voor startups zich tegenwoordig echter nog? “Bedrijven willen graag extra ondersteuning. En elkaar kunnen vinden”, aldus medeoprichter Ricardo van Loenen.

Tweeënhalf jaar na oprichting werkt Van Loenen aan de opvulling van het derde gebouw in de B. Amsterdam-familie. Hij verwacht ook dit pand van veertigduizend vierkante meter binnen een paar maanden volledig te verhuren. “Als dat lukt, zijn we de grootste incubator van Europa. Zelfs groter dan Parijs.”

Rond diezelfde tijd zal ook de dertienduizend vierkante meter tellende locatie in de Verenigde Staten worden geopend. “We willen met de huisvesting in New York Nederlandse en andere Europese bedrijven helpen om hun activiteiten in de VS op te schalen”, aldus Van Loenen.

China
De keuze voor New York was voor de incubator een logische. “Vanwege de historische band tussen de twee steden en de goede bestuurlijke contacten.” Op de vraag waarom niet voor Silicon Valley – de grootste startupregio ter wereld –  is gekozen, geeft hij twee redenen. “De groei in New York is relatief gezien groter, waardoor er meer kansen liggen. Daarnaast is het tijdsverschil ten opzichte van Europa wat prettiger. Je hoeft niet midden in de nacht het bed uit om contact te krijgen met je collega’s aan de andere kant van de wereld.”
Zoals B. Amsterdam in Nederland samenwerkt met IBM, hoopt de broedplaats ook in de Amerikaanse stad snel een aantal corporate partners te presenteren die startups ter plaatse gaan helpen. “Momenteel hebben we al één partner binnen. En we hopen er snel nog een paar extra vast te leggen voordat we open gaan. Daarnaast oriënteren we ons op de Chinese markt, in de hoop daar ook een vestiging te kunnen openen.”

Los zand
De strijd om startups en jonge bedrijven wordt niet alleen gevoerd tussen steden en landen, maar ook tussen aanbieders van werkplekken. Grote internationale spelers als WeWork – met 154 locaties wereldwijd – ziet de medeoprichter echter niet als een bedreiging. “Wij werken toch anders en proberen met veel extra’s bedrijven juist bij ons te krijgen.” Onder andere juridische ondersteuning, cloudsoftwarepakketten, workshops en contacten met bedrijven moeten daarbij het verschil maken. “Wij dienen meer te zijn dan alleen een werkplek of een bureaustoel die je huurt. Zo blijven we onderscheidend en zorgen we dat mensen blijven huren.”

Hij is ook niet bang dat de verzameling startups niet samenwerkt en kansen tot kruisbestuivingen onbenut blijven. “We zien nu al samenwerkingen tussen verschillende partijen. Onze eigen startup, Healthy Workers, werkt bijvoorbeeld samen met IBM. Ook een partij die zich richt op zelfrijdende auto’s doet dat. Het blijft echter trial and error. Sommige dingen mislukken, andere blijven. Ik ben evengoed niet bang dat de bedrijven in de verschillende units als los zand aan elkaar gaan hangen.”

Kwaliteit
Van Loenens vertrouwen in Amsterdam als startuphoofdstad is groot. “Alle grote bedrijven zitten in Dublin, dat is belastingtechnisch erg boeiend. Je ziet echter dat die stad niet zo leuk is en talenten vaak na een paar jaar weer vertrekken.” Amsterdam is volgens hem wel erg in trek als vestigingsplaats. En heeft te maken met lage uitstroom van goed opgeleide Nederlanders. “Bij Booking.com bestaat tachtig procent van de medewerkers uit buitenlanders. Als Universiteit van Amsterdam zou je je moeten afvragen hoe dat komt. En of je wel mensen in de juiste studierichting aflevert.” Reden voor B. Amsterdam om vorig jaar al zijn eigen Startup School te openen. “We hebben inmiddels vierhonderd designers opgeleid. Tachtig procent daarvan heeft nu een baan.” Die binnenkort desgewenst nog eenvoudiger de oversteek naar de VS kunnen maken.

* Dit artikel verscheen eerder in het aprilnummer van Emerce magazine (#157).

Foto: Vincent Boon (in opdracht  van Emerce)

Deel dit bericht

1 Reactie

S. v. Gent - (gep. directeur Techn. Onderwijs )

En of je wel mensen in de juiste studierichting aflevert.
Probleem in Nederland is het geringe percentage leerlingen in het Voortgezet Onderwijs die wisk + natuurkunde kiezen. (25% meisjes – 35% jongens)
Helaas los je dat niet op.
Op zich kan je pas ‘klagen’ over het beroepsonderwijs (WO – HBO – MBO) als je dat MEGA probleem kan oplossen.

Meer weten? | reageer dan gerust, het is bijna mijn dagelijks werk om de politiek en werkgevers hiervan te overtuigen

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond