Deel dit artikel
-

Hoofd Innovation Centre ABN AMRO: ‘Onze huidige rol verandert’

Data delen en investeren in opkomende technologieën als blockchain. Er verandert de komende jaren veel voor banken. Overbodig zullen zij echter niet gauw worden, stelt Arjan van Os, hoofd van het Innovation Centre van ABN AMRO. Wel anders.

Het internet deed er zo’n tien jaar over om volwassen te worden. Een periode waarin bijtijds bijgestuurd kon worden. De transformatie naar mobiel deed er al de helft van die tijd over. En recente veranderingen soms slechts een fractie daarvan. Dit maakt het lerend vermogen van de organisatie doorslaggevend voor banken, meent Van Os. “Naast bekende KPI’s als winst en het realiseren van groei, is het tegenwoordig vooral ook belangrijk hoe snel je organisatie kan leren en hoe je die kennis vervolgens bedrijfsbreed kan inzetten.”

Mede hierdoor zoekt de bank vanuit zijn Innovation Centre nadrukkelijk de samenwerking met fintechs, voor kennis of diensten waar het binnenshuis aan ontbreekt. “Niet alleen met partijen die aansluiten bij wat wij onze klanten willen bieden. Ook organisaties die belangrijk zijn voor het verruimen van ons eigen denkkader.” Zo wijst hij op de deelneming in Digital Asset Holding, een Amerikaanse start-up, actief in blockchainontwikkeling. “Ook werken we binnen een consortium van negen organisaties, met bijvoorbeeld Shell, aan een blockchainplatform om de efficiency te verhogen in de handel in grondstoffen.”

Wendbaar
Ook open banking is een ontwikkeling waar Van Os enthousiast over is. Mede door de PSD2-wetgeving worden banken door Europa verplicht hun gegevens te delen met derden. Klanten moeten daarvoor wel expliciet toestemming geven. Daarna kunnen marktpartijen echter inhaken op de bestaande betaalrekeningen en er nieuwe diensten op ontwikkelen. Met name doordat er trends in de beschikbare data zullen worden gevonden.

Uit transactiedata is namelijk nogal wat informatie te halen. Niet alleen wanneer en hoeveel er is betaald. Maar ook waar diegene woont, wat voor auto hij rijdt en welke telefoon hij heeft. “Dit geeft mogelijkheden voor e-commercepartijen om hun dienstverlening uit te bouwen”, aldus Van Os. Volgens hem zal het makkelijker worden een betaling te initiëren op een site of in een fysieke winkel. Al dan niet via een fysiek apparaat, zoals een iPhone of smartwatch.

PSD2 zal daardoor ook zorgen voor verbeterde, nieuwe financiële dienstverlening aan consumenten. Waarbij open banking volgens Van Os nog een stap verder gaat. “De PSD2-API’s zijn slechts het begin. Er zullen nog vele andere volgen. Net zoals wij API’s ontwikkelen voor derden, zullen wij ook API’s van derden meer en meer gaan gebruiken. In de samenwerking met fintechs combineren we de wendbaarheid, ideeën en technische vaardigheden van fintechbedrijven met de kennis, ervaring en schaal van de bank.”

Overbodig
PSD2 zet echter ook de deur op een kier voor techreuzen als Apple, Amazon en Google. Opereerden banken tot enkele jaren geleden in een overzichtelijke markt met een paar spelers, over een paar jaar komen daar wellicht de grote spelers uit Silicon Valley bij. En nu al zijn er honderden fintechstart-ups op de markt. Bang voor een omslag, zoals in de Chinese markt, waar WeChat een app heeft die social, shopping en betalen verenigt, is Van Os niet. Die markt is volgens hem niet te vergelijken met de onze. “In Nederland hebben we een zeer goede betaalinfrastructuur en innovatieve banken die een betrouwbare partner zijn voor klanten. Dat verandert niet zomaar.”

Ook vindt hij het naïef te denken dat banken door het eerdergenoemde blockchain – dat trusted third parties overbodig kan maken – zullen verdwijnen. “Maar het is net zo naïef om te denken dat blockchain geen invloed heeft op onze huidige rol.”

* Dit artikel verscheen eerder in het decembernummer van Emerce magazine (#163).

Foto: Frank Ruiter (in opdracht van Emerce)

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond