Deel dit artikel
-

De Mac is veertig!

De Macintosh bestaat vandaag 40 jaar en dat wordt gevierd. Door Apple zelf, maar ook door het Computer History Museum in Silicon Valley. Diverse ontwerpers en programmeurs die aan de wieg van de Mac stonden blikken tijdens een livestream terug op de geboorte van de Mac. Maar hoe was het om met die oer-Mac te werken?

Ik schijn de eerste Nederlander te zijn die een Apple Macintosh van 220 Volt heeft gekocht. Dat werd me voorjaar 1984 verteld door een importeur uit Huizen die de toen spectaculaire grafische computer leverde. Apple Nederland had voor zover ik weet destijds nog geen vertegenwoordiging in Nederland. Ik was niet de eerste Nederlander met een Mac. 400 Nederlanders hadden er eentje met een Amerikaanse voeding. Die konden niet wachten.

Achteraf had ik dat wel moeten doen. De aanschaf inclusief matrixprinter maakte me 10.000 gulden armer. Een jaar later kostte het volgende model met meer geheugenruimte ongeveer de helft.

Maar voor dat geld had je wel iets. Het was de eerste computer die de cover van Rolling Stone haalde, waarop Steve Jobs en het ontwikkelteam ook stonden afgebeeld.

Maar hoe kwam ik tot deze keuze? Toch vooral de frustratie dat ik als beginnend journalistje met ouderwetse schrijfmachine menig schrijfsel weer wilde overtikken als ik een fout had gemaakt of een alinea wilde verplaatsen. Die gekte begon uit de hand te lopen.

In Londen maakte ik begin jaren tachtig kennis met de huiscomputer. De grote elektronicazaken aan Tottenham Court Road toonden de eerste toestellen van Britse makelij: Acorn en Sinclair. Die laatste had een betaalbare computer (200 gulden) ontwikkeld die je op de tv moest aansluiten. Een plastic gevalletje waarop je BASIC kon leren. Maar dat was het dan ook wel.

De toen niet verkrijgbare IBM computer was voor mij een brug te ver, maar met een geleende Atari spelcomputer die aan de tv was gekoppeld – zonder games trouwens – leerde ik het gemak kennen van een computertoetsenbord. Een fout in een regeltje tikken was met de backspace zo gecorrigeerd. Het einde van Tipp-ex waarmee je schrijfmachinefouten kon weglakken leek aanstaande.

En zo belandde ik uiteindelijk bij de Macintosh: een van de eerste computers met een grafisch scherm, een  kloeke muis en een harde diskette, niet die slappe floppy’s die je toen had voor de pc. Geleverd met twee programma’s Write en Paint. Er was trouwens ook niks anders. O ja, en kleur had het scherm ook nog niet.

De Mac had in die jaren ook geen harde schijf.  Het geheugen was 128 kilobyte. Het OS moest worden geladen op een diskette, daarna wierp je hem eruit en stopte je de schijf met Mac Write en Mac Paint erin om ermee te werken. Vaak wilde de Mac dan verloop van tijd toch weer de schijf met het OS hebben om een of meerdere taken af te ronden.

Die paar honderd Mac gebruikers voelden zich als pioniers in de maagdelijke Flevopolder. Je kocht alle nummers van MacWorld – toen het enige tijdschrift – en de eerste jaren werden vooral gekenmerkt door het uitwisselen van freeware met kennissen die ook een Mac hadden. Niet dat ik die programmaatjes ooit gebruikte.

De aansluiting van een modem in 1987 opende  de wereld van de bulletin boards. En de Mac bleek met de juiste software ook nog een muzikale synthesizer. Tekst oplezen kon hij ook. Zelfs tien jaar na de lancering konden Windows pc’s (toen gewoon een schil voor DOS) dit soort dingen niet.

Alles werkte en bleef werken op de inmiddels bejaarde Mac. Uiteindelijk heb ik hem tien jaar lang in huis gehad, maar de oude Mac kon internet niet aan. Ik pleegde overspel met een Dell laptop.

Dit stukje werd gewoon weer getikt op een Mac(Book).

 

Deel dit bericht

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond