Vakantieverhuur (via Airbnb) in drie Amsterdamse wijken verboden

Het stadsbestuur van Amsterdam wil vakantieverhuur vanaf 1 juli verbieden in drie wijken in het Centrum van Amsterdam, waar de leefbaarheid ernstig onder druk staat.

In de overige 96 wijken is toeristische verhuur alleen mogelijk onder strenge voorwaarden. Het college van B &W zet hiermee een unieke vervolgstap in de strijd tegen overlast van vakantieverhuur via platforms als Airbnb.

De toeristische verhuur van woningen heeft de afgelopen jaren een sterke groei doorgemaakt. Zo heeft een op de 15 woningen in Amsterdam op Airbnb gestaan en is het aanbod van woningen vervijfvoudigd naar ongeveer 25.000 advertenties per maand op de verschillende verhuurplatforms. De toeristische verhuur van woningen heeft door deze toename steeds meer negatieve invloed gehad op de leefbaarheid in de verschillende Amsterdamse buurten.

Door de uitspraak van de Raad van State op 29 januari 2020 is vakantieverhuur momenteel alleen mogelijk met een vergunning. Hiervoor richt Amsterdam een vergunningstelsel in vanaf 1 juli 2020. Dit betekent dat vanaf 1 juli in 96 wijken in Amsterdam een vergunning nodig is om een woning te mogen verhuren aan toeristen. In de drie wijken waar een vakantieverhuur is verboden worden geen vergunningen verleend.

Airbnb is niet blij met de maatregelen. Ze zijn volgens Airbnb in strijd met verschillende wetten, waaronder het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Europese Dienstenrichtlijn. Er loopt momenteel nog een klacht bij de Europese Commissie van Amsterdamse hosts over de huidige Amsterdamse regels.

Anderzijds zegt het platform dat 95 procent van de Airbnb-accommodaties buiten de bedoelde gebieden liggen.

‘Om overlast te bestrijden hebben wij een reeks effectieve maatregelen geïntroduceerd die werden verwelkomd door wethouder Ivens. De Tweede Kamer stemt daarnaast binnenkort over nieuwe landelijke wetgeving over vakantieverhuur met steun van gemeenten en platforms. We willen samenwerken met Amsterdam aan duurzame oplossingen en geen korte termijn oplossingen die kostbaar, verwarrend en schadelijk zijn voor Amsterdammers en het lokale bedrijfsleven in deze uitdagende tijden.’